ECLI:NL:RBNNE:2025:4546
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake verkeersboete voor stilstaan op trottoir
Op 3 september 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een verkeersboete. De betrokkene had een boete van € 119,00 ontvangen voor het stilstaan op een trottoir, wat in strijd is met de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De overtreding vond plaats op 6 januari 2024, om 20:08 uur, aan de Toxopeusstraat in Groningen. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 3 september 2025 heeft de kantonrechter de argumenten van de betrokkene gehoord. De betrokkene stelde dat het onduidelijk was dat het om een trottoir ging, omdat er geen bebording of belijning aanwezig was, het donker was en er sneeuw lag. Ook merkte zij op dat er veel andere auto’s op dezelfde plek stonden geparkeerd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde het standpunt dat de boete terecht was opgelegd.
De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de overtreding. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene niet voldoende feiten en omstandigheden had aangedragen om aan de juistheid van de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, waarbij hij benadrukte dat bestuurders de verantwoordelijkheid hebben om zich te vergewissen van de parkeerregels, ongeacht de omstandigheden.