ECLI:NL:RBNNE:2025:4547

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
11469943 BU VERZ 24-3261
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een boete wegens niet-verzekeren van een motorvoertuig

Op 3 september 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had een boete van € 459,00 ontvangen voor het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor haar motorvoertuig, vastgesteld op 25 januari 2024. De betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 3 september 2025 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R.A. van der Velde, de zaak toegelicht. De kantonrechter heeft de beroepsgronden van de betrokkene beoordeeld en geconstateerd dat er bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven tot matiging van de boete. De betrokkene had aangevoerd dat zij de betalingsherinnering van de verzekeringspremie had gemist, omdat deze in haar spamfolder was beland. Bovendien had zij geen aanvullende berichten ontvangen over de betalingsachterstand, waardoor zij in de veronderstelling verkeerde dat haar verzekering in orde was.

De kantonrechter heeft, na het horen van de argumenten, besloten de boete met 50% te matigen, waardoor het bedrag werd verlaagd tot € 234,00 inclusief administratiekosten. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep gegrond verklaard. Betrokkene krijgt het teveel betaalde aan zekerheidstelling terug. De uitspraak is gedaan door de kantonrechter F. Sijens, met R. de Hoop als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 264671443
zaaknummer: 11469943 BU VERZ 24-3261

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van3 september 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘voor een motorvoertuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden’ verricht op 25 januari 2024, om 17:03, vastgesteld middels een registercontrole door de RDW te Veendam, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 459,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 3 september 2025 op de zitting behandeld. Aanwezig was de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. R.A. van der Velde.
1.3.
Na afloop van de behandeling op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing
2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep gegrond is en hij zal de boete matigen. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.
Standpunten
3. Door betrokkene is aangevoerd dat zij in 2023 de betalingsherinnering van een niet-betaalde verzekeringspremie heeft gemist, omdat deze in haar spamfolder terecht was gekomen. Daarnaast is door betrokkene aangevoerd dat de betalingsachterstand haar niet was opgevallen omdat de maanden daarna wel gewoon gefactureerd en betaald zijn. Dit gaf betrokkene de indruk dat alles in orde was met haar verzekering. Betrokkene heeft aangevoerd dat zij geen aanvullende berichten, telefoontjes of brieven heeft ontvangen die haar op de hoogte stelden van de betalingsachterstand. Dit kwam zij pas te weten toen zij zelf contact opnam met haar verzekeraar, nadat zij de boete van de RDW ontving. Gelet op vorenstaande bijzondere omstandigheden vindt betrokkene de opgelegde boete disproportioneel.
4. De vertegenwoordigster heeft de kantonrechter verzocht de boete met 50% te matigen, gelet op het feit dat uit de systemen blijkt dat de verzekering vanaf 7 februari 2024 weer was hersteld.
Overwegingen
5. Omdat betrokkene de gedraging niet betwist, kan die worden vastgesteld. Vervolgens is de vraag, of sprake is van omstandigheden die moeten leiden tot het matigen of achterwege laten van de boete.
5.1
In hetgeen door betrokkene is aangevoerd, ziet de kantonrechter voldoende aanleiding de boete met 50% te matigen. Hiertoe overweegt hij dat door betrokkene onderbouwd is aangevoerd hoe de betalingsachterstand van de verzekeringspremie heeft plaatsgevonden en dat zij zelf actie heeft ondernomen door meerdere keren telefonisch contact op te nemen met haar verzekeraar, wat erin heeft geresulteerd dat de verzekering op 7 februari 2024 weer is hersteld. Dit maakt dat de kantonrechter de boete zal matigen tot € 234,00 inclusief administratiekosten.

Conclusie

De kantonrechter:
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 234,00 inclusief administratiekosten;
- bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt.
Waarvan proces-verbaal,
R. de Hoop, griffier mr. F. Sijens, kantonrechter.

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.