Op 3 september 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had een boete van € 459,00 ontvangen voor het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor haar motorvoertuig, vastgesteld op 25 januari 2024. De betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 3 september 2025 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R.A. van der Velde, de zaak toegelicht. De kantonrechter heeft de beroepsgronden van de betrokkene beoordeeld en geconstateerd dat er bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven tot matiging van de boete. De betrokkene had aangevoerd dat zij de betalingsherinnering van de verzekeringspremie had gemist, omdat deze in haar spamfolder was beland. Bovendien had zij geen aanvullende berichten ontvangen over de betalingsachterstand, waardoor zij in de veronderstelling verkeerde dat haar verzekering in orde was.
De kantonrechter heeft, na het horen van de argumenten, besloten de boete met 50% te matigen, waardoor het bedrag werd verlaagd tot € 234,00 inclusief administratiekosten. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep gegrond verklaard. Betrokkene krijgt het teveel betaalde aan zekerheidstelling terug. De uitspraak is gedaan door de kantonrechter F. Sijens, met R. de Hoop als griffier.