ECLI:NL:RBNNE:2025:4550

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
11433342 BU VERZ 24-2859
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen boete voor snelheidsovertreding op autosnelweg buiten bebouwde kom

Op 3 september 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, vertegenwoordigd door gemachtigde M.J.M. Bergers van Boete.nu, had een boete ontvangen voor het rijden van 30 kilometer per uur boven de toegestane snelheid op de autosnelweg A7, buiten de bebouwde kom, op 9 februari 2024. De boete bedroeg € 343,00, inclusief administratiekosten. De gemachtigde voerde aan dat de kalibratietabel van de boordsnelheidsmeter niet betrouwbaar was, omdat het dienstvoertuig sinds juni 2022 op kenteken stond en de kilometerstand ten tijde van de kalibratie op 15 maart 2023 slechts 6255 kilometer was. De kantonrechter oordeelde echter dat deze stelling onvoldoende aannemelijk was gemaakt en dat de kalibratie geldig was tot 15 maart 2024, waardoor de snelheidsmeting als correct en zorgvuldig werd beschouwd. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, en de boete bleef gehandhaafd. De uitspraak werd onmiddellijk na de zitting gedaan, en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 264139218
zaaknummer: 11433342 BU VERZ 24-2859

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van3 september 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] ,
gemachtigde: M.J.M. Bergers, Boete.nu.

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘30 kilometer per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1)’, verricht 9 februari 2024, om 15:32 uur, aan de Rijksweg (A7) te Marum, gemeente Westerkwartier, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 343,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Gemachtigde heeft namens betrokkene tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft gemachtigde namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 3 september 2025 op de zitting behandeld. Aanwezig was de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. R.A. van der Velde.
1.3.
Na afloop van de behandeling op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing
2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep ongegrond is
.De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.
Standpunten
3. Door gemachtigde is namens betrokkene aangevoerd dat de kalibratietabel niet kan kloppen. De boordsnelheidsmeter is gekalibreerd op 15 maart 2023 en de kilometerstand van het politievoertuig zou toentertijd 6255 kilometer zijn geweest. Betrokkene acht dat niet mogelijk, omdat met politievoertuigen heel snel veel kilometers worden gemaakt. Dit voertuig staat al sinds 30 juni 2022 op kenteken. Dat dit voertuig een klein jaar later nog maar 6255 kilometer zou hebben gereden, is volgens gemachtigde volstrekt onaannemelijk. De kalibratietabel dan ook niet betrouwbaar zonder een nadere toelichting hierop.
4. De vertegenwoordigster heeft aangevoerd het standpunt van de officier van justitie te willen handhaven en heeft de kantonrechter verzocht het beroep ongegrond te verklaren.
Overwegingen
5. In Wahv zaken biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders als de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
5.1
Uit de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht blijkt dat deze waarnam dat de werkelijke snelheid is vastgesteld met behulp van de gekalibreerde boordsnelheidsmeter van het dienstvoertuig door de bestuurder met een gelijkblijvende of vrijwel gelijkblijvende tussenafstand te volgen. De afgelezen snelheid van de boordsnelheidsmeter betrof 140 kilometer per uur, de snelheid volgens de kalibratietabel betrof 135 kilometer per uur en de werkelijke (gecorrigeerde) snelheid betrof 130 kilometer per uur. De toegestane snelheid betrof 100 kilometer per uur, waardoor er sprake is van een overschrijding met 30 kilometer. De meetafstand betrof 1500 meter en de tussenafstand betrof 150 meter. Betrokkene is staande gehouden en heeft de volgende verklaring afgelegd:
“nee hoor”.
5.2
In hetgeen door gemachtigde namens betrokkene is aangevoerd, ziet de kantonrechter onvoldoende aanleiding te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en de beschikbare gegevens. Zijn stelling dat de kalibratietabel niet betrouwbaar zou zijn nu het dienstvoertuig sinds juni 2022 al op kenteken staat en de kilometerstand ten tijde van de kalibratie op 15 maart 2023 “maar” 6255 betrof, heeft de gemachtigde onvoldoende aannemelijk gemaakt en is naar het oordeel van de kantonrechter speculatie. Nu de kalibratie van de boordsnelheidsmeter geldig was tot 15 maart 2024 en de gedraging binnen deze periode heeft plaatsgevonden, is de kantonrechter van oordeel dat van de kalibratietabel mag worden uitgegaan en dat voldoende vaststaat dat de snelheidsmeting correct en zorgvuldig is uitgevoerd.
5.3
Alles overwegende kan op basis van de verklaring van de verbalisant voldoende worden vastgesteld dat de gedraging is verricht. In het door gemachtigde namens betrokkene gevoerde verweer zijn geen omstandigheden gelegen die aanleiding geven tot een wijziging van de boete. De boete is terecht opgelegd en het beroep wordt ongegrond verklaard. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
R. de Hoop, griffier mr. F. Sijens, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.