Uitspraak
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
[vader]
[oudste dochter]
Benadeelde partij [oudste dochter] vordert een vergoeding van 2.500,00 ter zake van immateriële schade. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
[jongste dochter]
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gedeelte, groot 12 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaar, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
- [vader] , geboren op [geboortedatum] 1990, adres bekend bij het Openbaar Ministerie,
- [oudste dochter] , geboren op [geboortedatum] 2018, adres bekend bij het Openbaar Ministerie,
- [jongste dochter] , geboren op [geboortedatum] 2024, huidige verblijfplaats onbekend.
- het bedrag van 9.545,12 (zegge: negenduizend vijfhonderdvijfenveertig euro en 12 eurocent);
- de wettelijke rente over een bedrag van 1,76 vanaf 11 maart 2025 tot de dag van algehele voldoening, de wettelijke over een bedrag van 58,96 vanaf 7 maart 2025 tot de dag van algehele voldoening en de
- het bedrag van 2.500,00 (zegge: vijfentwintighonderd euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 januari 2025 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
- het bedrag van 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 januari 2025 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.