Tenlastelegging
Ten aanzien van parketnummer 18/089225-23 is, na wijziging van de tenlastelegging, aan verdachte ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 31 maart 2023 te Assen, althans in Nederland, een auto, Mercedes-Benz Sprinter ( [kenteken ] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan BUKO,
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming;
2) hij op of omstreeks 31 maart 2023 te Assen, althans in Nederland, een aanhanger en/of 30 stuks steigermateriaal, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] B.V., in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3) hij in de periode van 22 maart 2023 tot en met 24 maart 2023 te Klazienaveen, althans in Nederland, een Nomex jas en/of een Nomex bodywarmer en/of voorraad ligas en/of een fles cola, in elk
geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 9] B.V., in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming;
4) hij op of omstreeks 29 maart 2023 te Emmen, althans in Nederland,
een auto, Volkswagen Polo ( [kenteken ] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Europcar Nederland B.V., in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van de autosleutel (horende bij de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken ] ), tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 maart 2023 te Emmen, althans in Nederland, opzettelijk een auto, Volkswagen Polo ( [kenteken ] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Europcar Nederland B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf
onder zich had, te weten als lener van die auto (onder de toezegging van teruggave) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Ten aanzien van parketnummer 18/185562-22 is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 24 juli 2022 te Emmen [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] te duwen, waardoor die [slachtoffer 1] ten val kwam en/of over de grond te sleuren aan de arm en/of polsen en/of nek, althans het lichaam, en/of de kleding en/of bij de polsen en/of de nek te grijpen;
2) hij op of omstreeks 24 juli 2022 te Emmen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "'Ik sla je kapot en ik flikker je mijn pand uit" en/of "Als je hier weer komt sla ik je neus kapot en breek ik nog meer dingen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Ten aanzien van parketnummer 18/125311-24 is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 december 2021 te Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, gereedschappen en/of gas barbecue en/of aanhangwagen en/of oranje dekkleed/dekzeil, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 december 2021 te Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, gereedschappen en/of een gas barbecue en/of een aanhangwagen en/of oranje dekkleed/dekzeil, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Ten aanzien van parketnummer 18/130848-23 is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 25 april 2023, te Emmen, in het besloten lokaal te weten een pand/appartement, gelegen aldaar aan of bij de [adres] bij [bedrijf 4] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen immers was hem, verdachte, met ingang van 29 maart 2023 schriftelijk de toegang tot dat pand/appartement ontzegd voor de duur van 1 maand;
2) hij op of omstreeks 25 april 2023 te Emmen opzettelijk en wederrechtelijk een appartement (namelijk één of meer ramen, deuren, muren, kozijnen en/of plinten), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [bedrijf 4] B.V., in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
Ten aanzien van parketnummer 18/141338-23 is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 29 oktober 2021 tot en met 17 december 2022, te Groningen en/of [plaats] , althans in Nederland, EEN OF MEER AUTOS (VOLVO MET KENTEKEN [kenteken ] EN/OF OPEL MET KENTEKEN [kenteken ] ), IN ELK GEVAL ENIG GOED, DAT/DIE GEHEEL OF TEN DELE AAN
[bedrijf 5] EN/OF [slachtoffer 3] EN/OF [slachtoffer 4] , IN ELK GEVAL AAN EEN ANDER TOEBEHOORDE(N) HEEFT WEGGENOMEN, MET HET OOGMERK OM HET ZICH WEDERRECHTELIJK TOE TE EIGENEN;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 29 oktober 2021 tot en met 19 december 2022, te Groningen en/of [plaats] , althans in Nederland, EEN OF MEER AUTOS (VOLVO MET KENTEKEN [kenteken ] EN/OF OPEL MET KENTEKEN [kenteken ] ), ALTHANS EEN GOED HEEFT VERWORVEN EN/OF VOORHANDEN HEEFT GEHAD, TERWIJL HIJ TEN TIJDE VAN DE VERWERVING OF HET VOORHANDEN KRIJGEN VAN DIT GOED WIST, ALTHANS REDELIJKERWIJS MOEST VERMOEDEN DAT HET EEN DOOR MISDRIJF VERKREGEN GOED BETROF;
Ten aanzien van parketnummer 18/295249-23 is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 13 januari 2023 te Emmen, gemeente Emmen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, 4 velgen met banden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming;
Ten aanzien van parketnummer 18/133898-23 is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1. hij (meermalen) in of omstreeks de periode van 24 december 2022 tot en met 27 december 2022, te Groningen, althans in Nederland, een of meer autos, (met kenteken [kenteken ] en/of [kenteken ] en/of [kenteken ] ), een of meerdere laptops en/of sleutels en/of werkkleding en/of telefoon en/of portable power supply booster en/of portofoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Qbuzz B.V. en/of [bedrijf 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2) hij in of omstreeks de periode van 23 december 2022 tot en met 27 december 2022 te Groningen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een voertuig
(voorzien van kenteken [kenteken ] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Qbuzz B.V., in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door
middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3) hij op of omstreeks 26 mei 2023 te Nieuw Pekela, althans in Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad, 8,78 gram amfetamine zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4) hij op of omstreeks 26 mei 2023 te Nieuw Pekela, althans in Nederland opzettelijk een voertuig, Volkswagen Transporter ( [kenteken ] ) , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan naam [bedrijf 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als gebruiker (tijdens het maken van een proefrit) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 mei 2023 te Nieuw Pekela, althans in Nederland een voertuig, Volkswagen Transporter ( [kenteken ] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 mei 2023 te Nieuw Pekela, althans in Nederland een voertuig, Volkswagen Transporter ( [kenteken ] ), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed wist, redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Ten aanzien van parketnummer 18/068197-23 is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 december 2022 te Groningen opzettelijk en wederrechtelijk pasjes en/of sleutels en/of geld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggemaakt.
Beoordeling van het bewijs
Ter bevordering van de leesbaarheid van het vonnis zal de rechtbank de aan verdachte ten laste gelegde feiten per dagvaarding (parketnummer) bespreken.
Parketnummer 18/089225-23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1, 2, en 4 primair ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 4 heeft de officier van justitie hiertoe aangevoerd dat uit de aangifte van de moeder van verdachte voldoende duidelijk blijkt dat zij hem geen toestemming heeft gegeven om de autosleutel en de auto mee te nemen. Voorts blijkt uit het strafdossier dat verdachte op de auto andere, gestolen, kentekenplaten heeft gemonteerd en dat verdachte de auto te ruil heeft aangeboden op Marktplaats. Op grond hiervan kan de primair ten laste gelegde diefstal van de auto wettig en overtuigend worden bewezen. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor het onder 3 ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Er is geen bewijsverweer gevoerd. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstal, nu de moeder van verdachte hem toestemming heeft gegeven om de auto te gebruiken. Omdat verdachte de auto echter niet meer heeft teruggebracht, kan volgens de raadsman wel tot een bewezenverklaring worden gekomen van de subsidiair ten laste gelegde verduistering.
Het oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten
De rechtbank acht de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 november 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 31 maart 2023, opgenomen op pagina 76 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023081783 d.d. 2 mei 2023, inhoudend de verklaring van [naam] (namens Buko infrasupport);
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 31 maart 2023, opgenomen op pagina 82 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] (namens [bedrijf 1] B.V.).
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde feit
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij de inbraak in het bedrijfspand van [bedrijf 9]
B.V, zoals onder feit 3 aan verdachte is ten laste gelegd. De enkele omstandigheid dat een week na de inbraak op het damestoilet van het bedrijf een kluisje is aangetroffen met daarin (persoonlijke) bezittingen van verdachte, is hiertoe onvoldoende. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 3 ten laste gelegde feit.
Vrijspraak van het onder 4 primair ten laste gelegde feit
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat op basis van het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet kan worden vastgesteld dat verdachte de huurauto zonder toestemming van zijn moeder heeft weggenomen. Integendeel, uit de aangifte en het WhatsAppgesprek tussen verdachte en zijn moeder blijkt dat verdachte de huurauto mocht gebruiken. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de primair ten laste gelegde diefstal.
Bewezenverklaring van het onder 4 subsidiair ten laste gelegde feit
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 4 subsidiair ten laste gelegde verduistering heeft gepleegd. Nu verdachte dit feit ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 november 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 29 maart 2023, opgenomen op pagina 53 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023081783 d.d. 2 mei 2023, inhoudend de verklaring van [naam] (namens Europcar);
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 april 2023, opgenomen op pagina 97 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 maart 2023, opgenomen op pagina 135 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Parketnummer 18/185562-22
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Er is geen bewijsverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 november 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 24 juli 2022, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2022191440 d.d. 3 september 2022, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1] .
Parketnummer 18/125311-24
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het primair ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen. Er is geen bewijsverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 november 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 10 december 2021, opgenomen op pagina 44 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2021338204 d.d. 1 maart 2022, inhoudend de verklaring van [naam] (namens [bedrijf 3] );
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 10 december 2021, opgenomen op pagina 47 van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] (namens [bedrijf 2] );
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 20 december 2021, opgenomen op pagina 51 van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] .
Parketnummer 18/130848-23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Er is geen bewijsverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 november 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 1 mei 2023, opgenomen op pagina 11 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023105041 d.d. 27 april 2023, inhoudend de verklaring van [naam] (namens [bedrijf 4] ).
Een schriftelijk bescheid, te weten een Ontzegging toegang pand d.d. 29 maart 2023, opgenomen op pagina 55 van voornoemd dossier.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Parketnummer 18/141338-23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de primair ten laste gelegde diefstal van de Volvo. Ten aanzien van de Opel heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstal en dat tot een bewezenverklaring kan worden gekomen voor de subsidiair ten laste gelegde heling.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de primair ten laste gelegde diefstal van de Volvo wettig en overtuigend kan worden bewezen. Er is geen bewijsverweer gevoerd. Ten aanzien van de Opel heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstal, omdat uit het strafdossier niet blijkt dat verdachte op enigerlei wijze bij de diefstal betrokken is geweest. Aan een oordeel over de subsidiair ten laste gelegde heling komt de rechtbank niet toe, nu reeds tot een (gedeeltelijke) bewezenverklaring van het primaire feit kan worden gekomen. Voor het geval de rechtbank wel aan een beoordeling van de subsidiair ten laste gelegde heling van de Opel zou toekomen, heeft de raadsman vrijspraak bepleit omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte ten tijde van het verkrijgen van de Opel wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van diefstal afkomstig was.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank verstaat de tenlastelegging aldus dat aan verdachte - kort gezegd - primair diefstal van een Volvo alsmede (cumulatief) een Opel is ten laste gelegd en subsidiair heling van de Volvo alsmede (cumulatief) de Opel. Anders dan de raadsman, is de rechtbank daarom van oordeel dat het subsidiair ten laste gelegde feit ter beraadslaging aan de rechtbank voorligt indien en voor zover het primair ten laste gelegde feit niet tot een bewezenverklaring leidt. De rechtbank is van oordeel dat deze uitleg van de tenlastelegging op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad toelaatbaar is en dat hierdoor de grondslag van de tenlastelegging niet wordt verlaten.1 De verdachte is door deze lezing niet in zijn belangen
geschaad. Ter terechtzitting is gebleken dat bij verdachte en zijn raadsman geen onduidelijkheid heeft bestaan over het verwijt dat verdachte wordt gemaakt
Ten aanzien van de Volvo
Bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 november 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 17 december 2022, opgenomen op pagina 13 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2022098830 d.d. 23 maart 2023, inhoudend de verklaring van [naam] (namens [bedrijf 5] ).
Ten aanzien van de Opel
Vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat op basis van het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet kan worden vastgesteld dat verdachte de persoon is geweest die de diefstal van de Opel heeft gepleegd. Enkel de aangifte van de diefstal en de omstandigheid dat bijna twee weken na de diefstal een bivakmuts met daarop het DNA van verdachte in de gestolen auto is aangetroffen, is hiertoe onvoldoende. De verklaring van verdachte dat hij de auto van iemand heeft gekocht en ongeveer een week in zijn bezit heeft gehad, is voorts niet geheel onaannemelijk. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het primair ten laste gelegde feit.
Bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde feit
De rechtbank acht de subsidiair ten laste gelegde opzetheling van de Opel wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter terechtzitting van 4 november 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb de Opel gekocht voor 500,- van een jongen. Het klopt dat ik de auto niet meteen hoefde te betalen, maar dat ik de auto wel meteen mocht meenemen. Ik heb de sleutel en het kentekenbewijs van de jongen gekregen. Het klopt dat ik de auto die avond heb opgehaald bij een parkeerplaats achter een supermarkt. Ik heb niet gecontroleerd of de naam op het kentekenbewijs overeenkwam met de naam van de jongen. Ik heb niet gecontroleerd of het kenteken op het kentekenbewijs overeenkwam met het kenteken op de auto. Ik heb de auto ongeveer een week in mijn bezit gehad.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte op pagina 99 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2022098830 d.d. 23 maart 2023, inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik was bij een kennis. Toen ik daar was kwam een jongen binnen. Ik wist toen nog niet wie hij was, maar ik zei tegen hem dat ik nog een autootje zocht. Hij kwam van [adres] . Ik weet dat die jongens regelmatig wel wat hebben staan.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 64 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4] (namens
[slachtoffer 3] ):
Op 28 oktober 2021 omstreeks 23:45 uur heb ik de bedrijfsauto, Opel Astra, kenteken [kenteken ] , geparkeerd aan de [adres] . Toen ik op 29 oktober 2021 omstreeks 05:00 uur de bedrijfsauto weer in gebruik wilde nemen zag ik dat deze was weggenomen.
4. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 129 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming Plaats: [adres]
Datum en tijd: 11 november 2021 te 10:36 uur Omstandigheden: voertuig stond gesignaleerd als gestolen Voertuig: personenauto
Merk/type: Opel Astra Kenteken: [kenteken ]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat verdachte de gestolen Opel Astra heeft verworven en voorhanden heeft gehad. Verdachte heeft ter terechtzitting immers verklaard dat hij de auto heeft gekocht en dat hij gedurende ongeveer een week ook in de auto heeft gereden. Over de omstandigheden waaronder verdachte de auto heeft verkregen, heeft verdachte verklaard dat hij op een avond tegen een jongen van wie hij niet wist wie hij was heeft gezegd dat hij een auto zocht, dat die jongen van [adres] kwam en dat verdachte wel wist dat die jongens regelmatig wat te koop hebben staan. Hij heeft de auto voor 500,- gekocht en hoefde het bedrag niet meteen te betalen. Hij kreeg wel de sleutel en het kentekenbewijs van de auto en heeft de auto nog diezelfde avond opgehaald bij een parkeerplaats achter een supermarkt. Hij heeft niet gecontroleerd of de naam op het kentekenbewijs overeenkwam met de naam van de jongen van wie hij de auto kocht én of het kenteken op het kentekenbewijs overeenkwam met het kenteken op de auto. Door aldus te handelen heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank ten tijde van het verkrijgen van de auto bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat dit een door misdrijf verkregen goed betrof. De rechtbank acht gelet hierop wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 29 oktober 2021 tot en met 11 november 2021 schuldig heeft gemaakt aan opzetheling, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Parketnummer 18/295249-23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen. Er is geen bewijsverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend,
volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 november 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 30 januari 2023, opgenomen op pagina 6 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023023235 d.d. 3 september 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 6] (namens [bedrijf 7] B.V.).
Parketnummer 18/133898-23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1,2, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Er zijn geen bewijsverweren gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 4 primair ten laste gelegde feiten
De rechtbank acht de onder 1, 2 en 4 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 november 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 25 december 2022, opgenomen op pagina 44 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023136817 d.d. 10 augustus 2023, inhoudend de verklaring van [naam] (namens [bedrijf 8] ).
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 december 2022, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] (namens Qbuzz).
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, d.d. 30 mei 2023, opgenomen op pagina 237 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] (namens [bedrijf 6] B.V.).
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde feit
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft gepleegd. Ten laste gelegd is dat verdachte op of omstreeks 26 mei 2023 8,78 gram amfetamine aanwezig heeft gehad. Uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant Carabain blijkt dat de amfetamine op 29 mei 2023 bij een insluitingsfouillering in de kleding van verdachte is aangetroffen. Volgens vaste jurisprudentie bestrijkt de term omstreeks één dag voor en één dag na de tenlastegelegde datum. De datum van 29 mei valt buiten dit bereik. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 3 ten laste gelegde feit.
Parketnummer 18/068197-23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen. Er is geen bewijsverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 november 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 26 december 2022, opgenomen op pagina 3 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2022342716 d.d. 27 december 2022, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 5] .