ECLI:NL:RBNNE:2025:4746
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke boete wegens snelheidsovertreding op autosnelweg
In deze zaak is aan de betrokkene een boete opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het rijden van 29 km/u te hard op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De overtreding vond plaats op 18 april 2024 om 12:05 uur op de Rijksweg (A7) in Scharsterbrug. De opgelegde boete bedraagt € 358,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, die de zaak op 9 oktober 2025 heeft behandeld.
Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat de verbalisant tijdens de staandehouding verschillende snelheden heeft genoemd, wat zou duiden op onnauwkeurigheid in de gegevens. Betrokkene stelde dat hij extra gas heeft gegeven om een andere bestuurder de kans te geven om de snelweg op te rijden, en dat de verbalisant niet correct heeft gehandeld. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat het beroep ongegrond moet worden verklaard.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat er geen reden is om te twijfelen aan de verklaringen van de verbalisant. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verbalisant de snelheid met een goedgekeurde boordsnelheidsmeter heeft gemeten en dat de verklaring van betrokkene onvoldoende aanleiding geeft om aan de meting te twijfelen. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en de boete gehandhaafd. De uitspraak is gedaan door mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2025.