ECLI:NL:RBNNE:2025:4749

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
19 november 2025
Zaaknummer
11608524 BU VERZ 25-626
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een verkeersboete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften met bijzondere omstandigheden

Op 9 oktober 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete was opgelegd voor het rijden van 26 km per uur boven de toegestane snelheid op een autoweg buiten de bebouwde kom, op 16 juli 2024. Betrokkene reed met zijn dochter naar het ziekenhuis vanwege haar ademhalingsproblemen en besloot om harder te rijden dan toegestaan, omdat hij dacht dat wachten op een ambulance langer zou duren. De officier van justitie had het beroep van betrokkene tegen de boete ongegrond verklaard, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting werd de situatie van betrokkene besproken, waarbij hij aanvoerde dat er sprake was van overmacht. De vertegenwoordiger van de officier van justitie pleitte voor een matiging van de boete tot nihil. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de boete terecht was opgelegd, de bijzondere omstandigheden aanleiding gaven om de sanctie te matigen tot nul euro. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en bepaalde dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 267792283
zaaknummer: 11608524 BU VERZ 25-626
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 9 oktober 2025
in de zaak van

[betrokenne] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘26 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom’, verricht op 16 juli 2024, om 21:36 uur, op de N381 links van Donkerbroek naar Drachten in Wijnjewoude, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 334,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 9 oktober 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: betrokkene en als vertegenwoordiger van de officier van justitie mr. P. Belopavlovic.
1.3.
Na afloop van de behandeling op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Betrokkene voert, onder verwijzing naar bijlagen, aan dat zijn driejarige dochter op 16 juli 2024 ademhalingsproblemen kreeg. Deze waren dusdanig dat betrokkene werd verzocht om naar het ziekenhuis in Drachten te gaan. In de auto zakte ze weer weg, waardoor betrokkene licht in paniek raakte. Betrokkene had het advies gekregen om 112 te bellen als zijn dochter weer zou wegzaken, maar was toen dat gebeurde al halverwege en schatte in dat op een ambulance wachten langer zou duren. Betrokken reed op een autoweg en heeft er voor gekozen wat meer gas te geven. Hij heeft daarbij rekening gehouden met de plek waar hij sneller is gaan rijden. De N381 is een zeer overzichtelijke weg, waar op dat moment weinig tot geen verkeer was.
3. De vertegenwoordiger is van mening dat de boete gematigd moet worden tot nihil. Betrokkene heeft aannemelijk gemaakt dat sprake is van overmacht.
Overwegingen
4. Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert argumenten aan ter verklaring. Daarmee is de gedraging komen vast te staan. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een wijziging van de boete.
5. Naar het oordeel van de kantonrechter is de sanctie weliswaar terecht opgelegd aan betrokkene, maar geven de bijzondere omstandigheden waaronder de gedraging in dit geval is verricht aanleiding om het bedrag van de sanctie te matigen tot nul euro. Hoewel uit vaste rechtspraak volgt dat in dergelijke situaties doorgaans wordt verwacht dat 112 wordt gebeld, kan dat in dit geval niet van betrokkene worden verwacht, omdat hij al bijna bij het ziekenhuis was op het moment dat zijn dochter opnieuw wegzakte.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking en matigt de sanctie tot € 00,00;
  • bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.