Op 17 november 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een vonnis gewezen in de zaak tegen een man die verdacht werd van het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. G.W. van der Zee, ontkende de beschuldigingen en stelde dat zijn laptop door een onbekende derde was gehackt. De rechtbank oordeelde echter dat het internetgedrag van de verdachte erop wees dat hij zelf verantwoordelijk was voor het bezit van de kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden op, naast een taakstraf van 240 uren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wetenschap had van het materiaal en dat hij dit had verworven en in bezit had gehad. De rechtbank weegt zwaar dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en bezit van 7514 kinderpornografische afbeeldingen, waarbij de slachtoffers vaak zeer jong waren. De rechtbank benadrukte de ernst van de zaak en de impact op de slachtoffers, en besloot dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend was, gezien de tijd die verstreken was sinds de ontdekking van de feiten. De rechtbank verklaarde de in beslag genomen laptop en gegevensdragers verbeurd, omdat deze waren gebruikt om het bewezen verklaarde feit te plegen.