ECLI:NL:RBNNE:2025:4836

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 oktober 2025
Publicatiedatum
27 november 2025
Zaaknummer
25/365
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de verzuimboete opgelegd aan eiseres wegens niet tijdig indienen van de aangifte IB/PVV

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiseres tegen de verzuimboete van € 385 beoordeeld. De inspecteur had deze boete opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2022. Eiseres heeft aangevoerd dat zij door persoonlijke omstandigheden, waaronder opname in een verslavingskliniek en psychische problemen, niet in staat was om de aangifte tijdig in te dienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van afwezigheid van alle schuld (avas). De rechtbank oordeelt dat eiseres, ondanks de verzuimboete, alles heeft gedaan wat in haar macht lag om de aangifte op tijd in te dienen. De rechtbank vernietigt daarom de boetebeschikking en verklaart het beroep gegrond. De inspecteur moet het griffierecht aan eiseres vergoeden. De uitspraak is gedaan op 28 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 25/365
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 28 oktober 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats eiseres] , eiseres

en
de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/Kantoor Eindhoven,de inspecteur,
(gemachtigde: [gemachtigde inspecteur] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 13 december 2024.
1.1.
De inspecteur heeft aan eiseres voor het jaar 2022 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 11.871.
1.2.
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur bij beschikking aan eiseres een verzuimboete van € 385 opgelegd (de verzuimboete).
1.3.
De inspecteur heeft het bezwaar van eiseres afgewezen.
1.4.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 16 september 2025 op een zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en namens de inspecteur [vertegenwoordiger inspecteur] .

Feiten

2. Bij brief met datum 28 februari 2023 heeft de inspecteur eiseres uitgenodigd tot het doen van aangifte IB/PVV 2022.
2.1.
Met datum 19 juni 2023 heeft de inspecteur een herinnering voor het doen van aangifte IB/PVV 2022 verzonden.
2.2.
Met datum 22 augustus 2023 heeft de inspecteur een aanmaning verstuurd waarin is medegedeeld dat de aangifte IB/PVV 2022 vóór 5 september 2023 door de inspecteur ontvangen moet zijn.
2.3.
De inspecteur heeft op 3 juni 2024 de door eiseres ingediende aangifte IB/PVV 2022 ontvangen.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of de verzuimboete terecht en naar het juiste bedrag is opgelegd. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3.1.
De rechtbank is van oordeel dat de verzuimboete ten onrechte aan eiseres is opgelegd omdat sprake is van afwezigheid van alle schuld (avas)
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Standpunten partijen
4. Eiseres stelt dat de verzuimboete ten onrechte aan haar is opgelegd, omdat zij door verschillende omstandigheden niet in staat was om belastingaangifte te doen. Samengevat heeft eiseres op de volgende omstandigheden gewezen. Van 30 november 2022 tot en met 15 februari 2023 is eiseres opgenomen geweest in een verslavingskliniek. In de lente en zomer van 2023 is zij opgenomen geweest in een instituut voor traumabehandeling. Deze behandeling is eerder gestopt, omdat eiseres een overdosis had genomen en opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Ook in de periode daarna is zij meerdere keren in het ziekenhuis beland. Tegelijkertijd speelde een juridische zaak tegen haar tandarts. Dit heeft haar veel stress opgeleverd. Alles wat belangrijk was, stond stil en de prioriteit lag bij in leven blijven. Eiseres ontvangt en ontving ook in die periode jeugdhulpverlening van [naam jeugdhulpinstantie] . Eiseres heeft ter toelichting van haar situatie twee brieven overgelegd. De eerste brief is opgesteld door een jeugdzorgwerker en een BIG geregistreerde klinisch psycholoog. De brief is alleen door de psycholoog ondertekend. De tweede brief is ondertekend door een jeugdzorgwerker. Uit deze brieven volgt dat eiseres kampt met verslavingsproblematiek en verschillende psychische problemen, waaronder een posttraumatische stressstoornis en een autismespectrumstoornis. Door alles wat er speelde, stond haar dagelijkse leven op pauze. De combinatie van factoren heeft geleid tot langdurige emotionele, fysieke en financiële impact op het leven van eiseres. Vanuit de hulpverlening was het niet mogelijk om het indienen van de belastingaangifte van haar over te nemen of hierbij te helpen. Toen het iets beter ging met eiseres, heeft zij zo snel mogelijk alsnog (met hulp van [naam hulpverlening] ) de aangifte IB/PVV 2022 ingediend.
4.1.
De inspecteur stelt dat de verzuimboete volgens de regelgeving is opgelegd. Volgens de inspecteur is niet aannemelijk geworden dat sprake is van avas. De inspecteur heeft de door eiseres aangevoerde omstandigheden (in ieder geval ten dele) betwist, omdat eiseres ondanks herhaaldelijke verzoeken geen ondersteunende documenten heeft overgelegd waaruit de (ziekenhuis)opnames volgen. Omdat het voor eiseres mogelijk was om een advocaat in te schakelen voor de juridische zaak tegen de tandarts, moet het volgens de inspecteur voor eiseres ook mogelijk zijn geweest om iemand in te schakelen om haar belastingaangifte in te dienen. Voor wat betreft de vraag of de boete gematigd moet worden vanwege de persoonlijke omstandigheden van eiseres, heeft de inspecteur gezegd dit over te laten aan de beoordeling van de rechtbank.
Oordeel rechtbank
5. De rechtbank overweegt als volgt. Eiseres heeft, na daartoe te zijn uitgenodigd, herinnerd en aangemaand, de aangifte IB/PVV 2022 niet gedaan binnen de door de inspecteur gestelde termijn. Aan de belastingplichtige die is uitgenodigd en aangemaand tot het doen van aangifte en die aangifte niet, of niet tijdig heeft gedaan, kan een verzuimboete worden opgelegd. [1] De verzuimboete bedraagt op grond van het boetebeleid van de Belastingdienst in beginsel € 385. [2] Bij het opleggen van de verzuimboete speelt de mate van verwijtbaarheid van het verzuim geen rol. Dit betekent dat alleen het feit dat een aangifte te laat is ingediend al de boete rechtvaardigt. Er hoeft geen sprake te zijn van opzet of schuld bij eiseres. In het geval dat sprake is van avas kan een verzuimboete wel achterwege blijven. Van avas is sprake als de belastingplichtige alle in de gegeven omstandigheden van haar in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat het verzuim niet zou worden begaan. [3] Met andere woorden: eiseres moet er (binnen haar mogelijkheden) alles aan hebben gedaan om de aangifte op tijd in te dienen. Dat dit het geval is, moet eiseres bewijzen.
5.1.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres geloofwaardig heeft verklaard dat zij door een opname voor een traumabehandeling, ziekenhuisopnames, ernstige verslavingsproblemen en psychische problematiek in de periode tussen februari en september 2023 in feite niet of nauwelijks belastbaar is geweest. De door haar afgelegde verklaring vindt steun in de brieven die door de hulpverleners van eiseres zijn opgesteld (zie 4.). De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van eiseres en haar hulpverleners volgt dat zij in de periode van februari 2023 tot september 2023 niet in staat is geweest om zelf de aangifte IB/PVV 2022 in te dienen.
5.2.
De inspecteur heeft erop gewezen dat eiseres wel een advocaat kon inschakelen voor de juridische zaak tegen de tandarts. Volgens de inspecteur moet eiseres daarom ook in staat zijn geweest om hulp in te schakelen voor het indienen van de aangifte IB/PVV 2022. Eiseres heeft ter zitting verklaard dat zij voor de zaak tegen de tandarts hulp heeft gevraagd aan haar hulpverleners. De hulpverleners hebben eiseres kunnen helpen door een advocaat in te schakelen. De verdere juridische zaak is door haar hulpverleners en advocaat afgewikkeld, zonder verdere bemoeienis van eiseres. Eiseres heeft verklaard dat zij aan haar hulpverleners ook om hulp heeft gevraagd om ervoor te zorgen dat de aangifte IB/PVV 2022 tijdig werd ingediend. Omdat de hulpverleners het indienen van de belastingaangifte niet van eiseres konden overnemen, heeft dit alleen niet geleid tot het tijdig indienen van de aangifte IB/PVV 2022. De rechtbank overweegt dat ook deze verklaring van eiseres geloofwaardig is. De verklaring van eiseres is door de inspecteur niet betwist en wordt bovendien bevestigd door de brieven die zijn opgesteld door de hulpverleners (zie 4.). Hoewel eiseres dus ook voor het doen van aangifte IB/PVV 2022 hulp heeft gezocht, heeft dit door omstandigheden die buiten de invloedssfeer van eiseres lagen, niet geleid tot het tijdig indienen van de aangifte IB/PVV 2022 of het op tijd vragen van uitstel. De rechtbank overweegt dat eiseres hiermee alles heeft geprobeerd wat in haar macht lag. Gelet op de zeer beperkte belastbaarheid van eiseres kon naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs niet van haar verwacht worden dat zij toen ook buiten haar directe netwerk van hulpverleners op zoek ging naar hulp bij het indienen van de aangifte IB/PVV 2022.
5.3.
Gelet op dat wat in 5.1. en 5.2. is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat zij alle in de gegeven omstandigheden in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om ervoor te zorgen dat het verzuim niet zou worden begaan. Eiseres heeft dus aannemelijk gemaakt dat sprake is van avas. De rechtbank zal daarom de aan eiseres opgelegde verzuimboete vernietigen.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt de boetebeschikking en de uitspraak op bezwaar.
6.1.
Omdat het beroep gegrond is, moet de inspecteur het griffierecht aan eiseres vergoeden. Eiseres heeft geen proceskosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep tegen de verzuimboetebeschikking gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de verzuimboetebeschikking;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de bestreden uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 53,- aan eiseres moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.S. Langius, rechter, in aanwezigheid van
mr.M.A. Veenstra, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2025.
griffier
De rechter is buiten staat deze uitspraak
mede te ondertekenen

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Locatie Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 67a, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
2.Paragraaf 21 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst, 7% van het wettelijke maximum van € 5.514.
3.Hoge Raad 15 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7184.