een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 9 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd zich meldt bij het Leger des Heils Reclassering op het adres [adres] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
dat de veroordeelde zich laat opnemen in een forensische verslavingskliniek of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt één jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
dat de veroordeelde zich laat behandelen door Verslavingszorg Noord Nederland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
Bij een terugval in middelengebruik kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling.
4. dat de veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.;
5. dat de veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
6. dat de veroordeelde meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten
behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[slachtoffer]te betalen:
- het bedrag van 4.728,- (zegge: vierduizend zevenhonderdachtentwintig euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juni 2025 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van 4.728,- (zegge: vierduizend zevenhonderdachtentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2025 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 3.728,- aan materiële schade en 1.000,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 57 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of medeverdachten [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1] voldoet aan de betalingsverplichting die voortvloeit uit het bewezenverklaarde medeplegen van de diefstal van een kluis met inhoud, zijnde een bedrag van totaal 3.728,-, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan allen.
Bepaalt dat als verdachte of medeverdachte [medeverdachte 1] voldoet aan de betalingsverplichting die voortvloeit uit de bewezenverklaarde diefstal met geweld van de andere spullen uit de woning, zijnde een bedrag van totaal 1.000,-, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Gelast de teruggaveaan [slachtoffer] van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van 433,90.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven telefoon (Motorola, zwart).
Dit vonnis is gewezen door mr. H. van der Werff, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. A.S. Venema- Dietvorst, rechters, bijgestaan door mr. H. Wachtmeester-Koning, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 december 2025.
Mr. H. van der Werff en mr. J. van Bruggen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Wanneer in de voetnoten wordt verwezen naar een proces-verbaal wordt bedoeld een ambtsedig proces-
verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar in de voetnoten wordt verwezen naar dossierpagina's middels de afkorting p. betreffen dit pagina's van het procesdossier met proces-verbaalnummer: 2025145587 (onderzoek: BOSZEGGE / NN3R025062) d.d. 20 augustus 2025 van Politie Noord Nederland, Districtsrecherche Drenthe.
2 Pv van bevindingen d.d. 5 juni 2025, p. 93 e.v.
3 Pv van bevindingen d.d. 5 juni 2025, p. 93 e.v.
4 Pv van aangifte d.d. 3 juni 2025, p. 65 e.v.
5 Pv van bevindingen d.d. 5 juni 2025, p. 93 e.v.
6 Pv van bevindingen d.d. 1 september 2025, aanvullend pv
7 Pv van aangifte, foto bijlagen p. 70 e.v.
8 Pv van aanhouding verdachte d.d. 3 juni 2025, p. 149 e.v.
9 Pv van bevindingen d.d. 3 juni 2025, p. 83 e.v.
10 Pv van bevindingen d.d. 5 juni 2025, p. 114 e.v.
11 Pv van bevindingen d.d. 16 juni 2025, p. 120
12 Pv van bevindingen d.d. 3 juni 2025, p. 83 e.v.
13 Pv van bevindingen d.d. 5 juni 2025, p. 93 e.v.
14 Pv van bevindingen d.d. 4 juni 2025, p. 106 e.v. en pv van bevindingen d.d. 4 juni 2025, p. 118 e.v.
15 Pv van verhoor verdachte d.d. 18 augustus 2025, p. 239 e.v.
16 Pv van verhoor getuige d.d. 6 augustus 2025, p. 138 e.v.
17 Pv van bevindingen d.d. 14 oktober 2025, met bijlagen, aanvullend pv
18 Pv van bevindingen d.d. 4 juni 2025, p. 131 e.v.
19 Pv van verhoor getuige d.d. 6 augustus 2025, p. 138 e.v.
20 Pv van bevindingen d.d. 13 augustus 2025, p. 124 e.v.
21 Pv van bevindingen d.d. 7 augustus 2025, p. 126 e.v.
22 Pv van verhoor verdachte d.d. 5 juni 2025, p. 165 e.v.
23 Pv van verhoor verdachte d.d. 5 juni 2025, p. 190 e.v.