ECLI:NL:RBNNE:2025:4899

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 november 2025
Publicatiedatum
2 december 2025
Zaaknummer
11682482 BU VERZ 25-939
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor stilstaan op trottoir in voetgangerszone

In deze zaak heeft de kantonrechter op 13 november 2025 uitspraak gedaan over een beroep tegen een boete die aan de betrokkene was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 129,00 was opgelegd voor het stilstaan op het trottoir in een voetgangerszone op 26 mei 2024. De betrokkene had tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R. van der Velde, het verzoek gedaan om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de beroepsgronden van de betrokkene beoordeeld en geconcludeerd dat de boete terecht was opgelegd. De betrokkene stelde dat de situatie onduidelijk was, maar de kantonrechter oordeelde dat de bebording duidelijk was en dat het op de weg van de bestuurder lag om goed op de verkeersborden te letten. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien om de boete te matigen.

Uitspraak

-RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 266627992
zaaknummer: 11682482 BU VERZ 25-939

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van13 november 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken)’, verricht op 26 mei 2024, om 17:28 uur, op het Raadhuisplein in Drachten, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 129,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 13 november 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig als vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R. van der Velde.
1.3
Na afloop van de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. De kantonrechter oordeelt dat het beroep ongegrond is en zal uitleggen hoe zij tot dat oordeel komt.
Standpunten
3. Betrokkene stelt dat de officier van justitie waarschijnlijk een ander beroep heeft gelezen dan die van hem. In de beslissing van de officier van justitie stond dat betrokkene nooit op de pleeglocatie komt, maar hij heeft in zijn beroepschrift aangegeven dat hij daar niet vaak komt en er voorheen wel geparkeerd mocht worden. Verder staat een voetgangerszone niet genoemd in feitcode R315B. Ook is op de bijgeleverde foto’s te zien dat er meerdere auto’s geparkeerd stonden. Dit duidt aan dat er sprake is van een onduidelijke situatie. Tot slot is op één van de foto’s te zien dat het overige verkeer niet werd gehinderd door de geparkeerde voertuigen.
4. De vertegenwoordiger verzoekt het beroep ongegrond te verklaren. Een voetgangerszone bestaat uit het trottoir. Er zit geen verschil in een voetgangerszone en een trottoir, waardoor er een juiste feitcode is opgelegd. Daarnaast werd de voetgangerszone duidelijk aangegeven aan de hand van twee borden. Betrokkene had dit kunnen zien bij het inrijden van de straat. De vertegenwoordiger ziet geen redenen om de boete te matigen of te vernietigen.
Overwegingen
5. De betrokkene stelt dat een voetgangerszone niet genoemd staat in feitcode R315B. De kantonrechter stelt vast dat een voetgangerszone volledig bestaat uit een voetpad / trottoir en dus wel is opgenomen in de feitcode. Met het binnenrijden van het voetgangersgebied wordt de verkeersovertreding zoals omschreven in feitcode R315B dan ook verricht. De verkeersovertreding kan hiermee worden vastgesteld.
6. De kantonrechter ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of sprake is van bijzondere omstandigheden die het opleggen van een boete niet billijken dan wel matiging van de boete rechtvaardigen. Van de door betrokkene genoemde onduidelijkheid is de kantonrechter niet gebleken. Door de bebording was het duidelijk dat betrokkene hier niet mocht parkeren. Dat er ook andere auto’s geparkeerd stonden, maakt niet dat er sprake is van een onduidelijke situatie. Daarbij ligt het op de weg van een bestuurder als weggebruiker om goed op de verkeersborden te letten. Dit geldt des te meer wanneer een betrokkene niet vaak op de betreffende locatie komt, omdat verkeerssituaties regelmatig kunnen veranderen. Dat hij onvoldoende heeft gekeken of hij nog op de betreffende plek mocht parkeren, komt voor zijn eigen rekening en risico.
7. Dat het overige verkeer volgens eiser geen hinder ondervond, rechtvaardigt de verkeersovertreding niet. Het is niet aan de betrokkene om te beoordelen of hij in de gegeven situatie van de regels mocht afwijken. De kantonrechter oordeelt dat de boete terecht is opgelegd en dat er geen aanleiding is om de boete te matigen.

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
S.N. Noordenbos, griffier mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, kantonrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.