In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 6 november 2025 uitspraak gedaan in een beroep van Athlon Car Lease Nederland B.V. tegen een boete die was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete was opgelegd voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen, gepleegd op 4 december 2023 in Heerenveen. De opgelegde boete bedroeg € 119,00. De gemachtigde van de leaserijder, die de auto bestuurde ten tijde van de overtreding, heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, maar deze verklaarde het beroep ongegrond. Hierna is het beroep bij de kantonrechter ingediend.
Tijdens de zitting op 6 november 2025 was de leaserijder aanwezig, evenals de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. P.A. Veenstra. Athlon en de gemachtigde waren niet aanwezig. De kantonrechter heeft het beroep beoordeeld aan de hand van de ingediende beroepsgronden en oordeelde dat het beroep gegrond was. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van overmacht, maar had begrip voor de omstandigheden en besloot de boete te halveren tot € 64,00. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld in de proceskosten van de leaserijder, die in totaal € 598,63 bedroegen.
De kantonrechter verklaarde zich onbevoegd om te oordelen over de wijze van uitbetalen van het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.