ECLI:NL:RBNNE:2025:5101

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 november 2025
Publicatiedatum
11 december 2025
Zaaknummer
11669435 BU VERZ 25-840
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen boete wegens rechts inhalen waar dat verboden is

Op 6 november 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene een boete was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het rechts inhalen waar dat verboden is. De overtreding vond plaats op 21 november 2023 op de Rijksweg A7 bij Terwispel. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete van € 289,00 beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft het beroep beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene, die betwistte de overtreding te hebben begaan. Hij voerde aan dat er mogelijk een fout was gemaakt bij het noteren van het kenteken en overhandigde bewijsstukken, waaronder een getuigenverklaring en een werkrooster, om aan te tonen dat hij op het moment van de overtreding thuis was. De vertegenwoordiger van de officier van justitie betoogde dat de aangevoerde bewijsstukken onvoldoende waren om de overtreding te weerleggen.

De kantonrechter concludeerde dat er twijfel was ontstaan aan de verklaring van de verbalisant, mede door de consistentie van het verhaal van betrokkene en de overgelegde bewijsstukken. De kantonrechter oordeelde dat deze twijfel in het voordeel van betrokkene moest worden uitgelegd en verklaarde het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd, evenals de inleidende beschikking, en betrokkene kreeg de zekerheidstelling terug.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 262487772
zaaknummer: 11669435 BU VERZ 25-840

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van6 november 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: R326 – ‘rechts inhalen waar dat verboden is’, verricht op 21 november 2023, om 16:40 uur, op de Rijksweg A7 bij Terwispel, met een motorfiets, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 289,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 6 november 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was mr. P.A. Veenstra aanwezig als vertegenwoordigster van de officier van justitie. Betrokkene is niet verschenen.
1.3.
Na sluiting van het onderzoek op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Zij oordeelt dat het beroep gegrond is en zal de boete vernietigen. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom zij dat doet.
Standpunten
3. Betrokkene betwist de overtreding. De boete is op kenteken opgelegd en hij vermoedt dat daarbij iets fout is gegaan. Betrokkene heeft bewijsstukken aangeleverd, waaronder een getuigenverklaring, zijn werkrooster en een leveringsbewijs van een pakket, waarmee hij wil aantonen dat hij op het moment van de overtreding thuis was.
4. De vertegenwoordigster zegt dat betrokkene veel dingen heeft aangevoerd maar dat deze allemaal onvoldoende zijn om aan te tonen dat hij die dag niet daar heeft gereden of dat het voertuig daar niet is gebruikt. Zij verzoekt om ongegrondverklaring van het beroep.
Overwegingen
5. De kantonrechter overweegt dat het de vraag is hoe groot de kans is dat in dezelfde omgeving en op dezelfde route als die betrokkene bijna dagelijks rijdt, een motorfiets rijdt met waarschijnlijk een nagenoeg hetzelfde kenteken, waardoor een fout kan zijn gemaakt.
5.1.
Aan de andere kant heeft betrokkene steeds een consistent verhaal gevoerd en veel bewijsstukken overgelegd, waardoor twijfel is ontstaan aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter sluit niet dat er een verkeerd kenteken is genoteerd. Deze twijfel moet in het voordeel van betrokkene worden uitgelegd. Daarom zal de kantonrechter het beroep gegrond verklaren.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
  • vernietigt die beschikking;
  • bepaalt dat betrokkene de zekerheidstelling moet terugkrijgen.
Waarvan proces-verbaal,
D.W. Veenstra, griffier mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, kantonrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.