ECLI:NL:RBNNE:2025:605

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
11235418 BU VERZ 24-1664
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersboete voor onveilige vervoerswijze van een kind op een bromfiets

Op 15 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een betrokkene die op 20 januari 2023 zijn 3,5-jarige zoontje op een onveilige manier heeft vervoerd op een bromfiets. De kantonrechter, mr. F. Sijens, oordeelt dat de betrokkene zijn zoontje niet op een veilige wijze heeft vervoerd, omdat het kind voor hem tussen hem en het stuur in stond zonder helm. De betrokkene heeft verklaard dat hij dit deed om te voorkomen dat zijn zoontje in slaap zou vallen, maar de kantonrechter oordeelt dat dit geen gerechtvaardigde reden is voor de overtreding. De opgelegde sanctie bedraagt € 109,00, inclusief administratiekosten. De kantonrechter concludeert dat er geen omstandigheden zijn die aanleiding geven om de sanctie te matigen. Het beroep van de betrokkene wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 255260114
zaaknummer: 11235418 BU VERZ 24-1664
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan ter openbare zitting van 15 januari 2025 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene]

wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. F. Sijens
als griffier : R. de Hoop
Betrokkene is ter zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. D. Hoveijn (hierna: de vertegenwoordigster). Tevens was een tolk in de Engelse taal aanwezig.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De verboden gedraging betreft ‘als (brom)fietser een kind jonger dan 8 jaar vervoeren op een ondoelmatige/onveilige voorziening’, verricht op 20 januari 2023, om 17:10 uur, aan de Dammelaan te Leeuwarden, gemeente Leeuwarden, met een tweewielige bromfiets, met kenteken [kenteken] . De opgelegde sanctie bedraagt € 109,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene betwist de verweten gedraging niet. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij op pleegdatum met behorend tijdstip met de bus wilde gaan, maar dat dit niet kon vanwege een staking. Betrokkene is vervolgens met een lage snelheid op een bromfiets gaan rijden, waarbij hij zijn zoontje van 3,5 jaar bewust voor hem op de bromfiets heeft gezet. Betrokkene stelt dit te hebben gedaan, zodat hij tegen zijn zoontje aan kon blijven praten waardoor deze niet in slaap zou vallen tijdens de reis.
Omdat betrokkene de gedraging niet betwist, kan die worden vastgesteld. Vervolgens is de vraag, of sprake is van omstandigheden die moeten leiden tot het matigen of achterwege laten van de sanctie.
In hetgeen door betrokkene is aangevoerd, ziet de kantonrechter onvoldoende aanleiding de sanctie te matigen. Artikel 58a lid 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (hierna: RVV 1990) bepaalt dat op fietsen en bromfietsen, passagiers jonger dan 8 jaar, alleen worden vervoerd, indien zij zijn gezeten op een doelmatige en veilige voorziening met voldoende steun voor de rug, handen en voeten. Lid 4 van dit artikel bepaalt dat het de bestuurders verboden is passagiers te vervoeren op een andere wijze dan in dit artikel is voorgeschreven. De kantonrechter is van oordeel, dat betrokkene zijn zoontje niet op een veilige wijze heeft vervoerd door zijn hem voor zich te laten staan tussen hem en het stuur in, zonder daarbij een helm te dragen . Dat betrokkene dit heeft gedaan omdat hij anders bang was dat zijn zoontje in slaap zou vallen, is naar het oordeel van de kantonrechter geen gerechtvaardigde reden om onderhavige overtreding te begaan. Ook het verweer dat betrokkene met een lage snelheid reed, maakt naar het oordeel van de kantonrechter niet dat onderhavige sanctie gematigd moet worden. De kantonrechter overweegt dat betrokkene in dit geval zijn zoontje achterop in een kinderzitje had moeten vervoeren en het kind hierbij een helm op had moeten hebben.
Alles overwegende is de kantonrechter van oordeel dat de sanctie terecht is opgelegd en ziet in de door betrokkene aangevoerde omstandigheden geen aanleiding de sanctie te matigen dan wel op nihil te stellen. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Beslissing

The subdistrict court judge declares the appeal unfounded.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,
If you do not agree with the decision on your appeal, you can appeal to gerechtshof Arnhem-Leeuwarden within six weeks of the date on which this decision was sent to you, but only if:
a. the administrative sanction imposed on you amounts to more than € 110.00, or
b. your appeal has been declared inadmissible because you have not provided security (or not in time).
The notice of appeal must be submitted to rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). You must state the case number.
The law assumes an entirely written procedure, unless you have explicitly requested a hearing in your (appeal) appeal.