ECLI:NL:RBNNE:2025:922

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 maart 2025
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
18-021629-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling in complexe strafzaak met meerdere slachtoffers en ernstige beschuldigingen

In deze zaak heeft de rechtbank op 4 maart 2025 uitspraak gedaan in een complexe strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder belediging, ontucht en het bezit van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het opzettelijk gebruik maken van identificerende persoonsgegevens van anderen, omdat niet kon worden bewezen dat hij de identiteit van de slachtoffers had verhelen of misbruiken. Echter, de verdachte werd wel schuldig bevonden aan het beledigen van negen jongvolwassen vrouwen door hun namen, telefoonnummers en foto's op sociale media en andere platforms te plaatsen, vergezeld van seksueel getinte en beledigende teksten. De rechtbank oordeelde dat dit gedrag ernstige gevolgen had voor de slachtoffers, die ongevraagd obscene berichten ontvingen van onbekenden. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld voor het openbaar maken van naaktfoto's van een van de slachtoffers en voor het bezit van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 35 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een vrijheidsbeperkende maatregel. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, evenals de ontkennende houding van de verdachte tijdens het proces.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.021629.23
ter terechtzitting gevoegde parketnummers 16.269572.22; 18.209023.23; 18.050824.24 en 18.309779.24.
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 4 maart 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 februari 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.E. Broekert, advocaat te Breda.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.

Tenlastelegging

Omwille van de leesbaarheid van dit vonnis wordt voor wat betreft de volledige tekst van de tenlasteleggingen verwezen naar de inhoud daarvan zoals opgenomen in de bijlage. De inhoud van die bijlage dient als hier ingelast te worden beschouwd. Omwille van de leesbaarheid van dit vonnis zal de rechtbank een andere volgorde aanhouden dan de volgorde van de parketnummers zoals hierboven weergegeven.
Aan verdachte is onder parketnummer
16.269572.22- kort en zakelijk weergegeven - ten laste gelegd dat:
hij in de periode van 31 juli 2021 tot en met 18 oktober 2022 te [plaats] en/of Utrecht opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van anderen, te weten van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of
[slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] , heeft gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan, dan wel dat hij voornoemde personen in het openbaar bij geschrift of afbeelding heeft beledigd.
Aan verdachte is onder parketnummer
18.021629.23- kort en zakelijk weergegeven - ten laste gelegd dat:
hij in de periode van 7 september 2020 tot en met 16 augustus 2021 te [plaats] een gegevensdrager, bevattende 274 kinderpornografische afbeeldingen, heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
Aan verdachte is onder parketnummer
18.209023.23- kort en zakelijk weergegeven - ten laste gelegd dat:
hij op 5 maart 2023 te [plaats] door geweld en/of andere feitelijkheden [slachtoffer 13] heeft gedwongen tot het dulden van één of meer ontuchtige handelingen, dan wel met die [slachtoffer 13] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd.
2.
hij in de periode van 16 augustus 2021 tot en met 9 maart 2023 te [plaats] een gegevensdrager, bevattende 53 kinderpornografische afbeeldingen en 64 kinderpornografische video’s, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt
Aan verdachte is onder parketnummer
18.050824.24- kort en zakelijk weergegeven - ten laste gelegd dat:
hij op 27 oktober 2023 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van [slachtoffer 10] heeft gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van die [slachtoffer 10] te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan, dan wel dat hij van die
[slachtoffer 10] een afbeelding van seksuele aard openbaar heeft gemaakt, terwijl verdachte wist dat die openbaarmaking voor [slachtoffer 10] nadelig kon zijn.
hij op 28 oktober 2023 te [plaats] en/of [plaats] opzettelijk de eer en/of goede naam van
[naam] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven.
Aan verdachte is onder parketnummer
18.309779.24- kort en zakelijk weergegeven - ten laste gelegd dat:
hij op 18 mei 2024 te Hoogeveen en/of [plaats] opzettelijk de eer en/of goede naam van
[naam] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder parketnummer 16.269572.22 primair ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.021629.23 ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.209023.23 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.050824.24 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18.309779.24 ten laste gelegde. Met betrekking tot het onder parketnummer 16.269572.22 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18.050824.24 onder 1 primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie daartoe aangevoerd dat sprake is van
exposingdoor verdachte van twaalf slachtoffers die tot zijn sociale kring hebben behoord. De officier van justitie heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat het plaatsen van een advertentie op een sekssite op naam van iemand anders en met diens telefoonnummer en foto’s past onder het in artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht omschreven gebruik van identificerende persoonsgegevens. Ten aanzien van het onder parketnummer 18.021629.23 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18.209023.23 onder 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het bestanddeel waarin verdachte wordt verweten dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderpornografisch materiaal en het zich daartoe de toegang verschaffen.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van het onder parketnummer 16.269572.22 en het onder parketnummer 18.050824.24 ten laste gelegde
De raadsvrouw heeft primair betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder parketnummer 16.269572.22 primair en het onder parketnummer 18.050824.24 onder 1 ten laste gelegde. Ten aanzien van het onder parketnummer 18.050824.24 onder 1 subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsvrouw daartoe aangevoerd dat niet onomstotelijk kan worden vastgesteld dat de foto waarop de blote billen van [slachtoffer 10] zijn te zien is geplaatst op het Instagram-account van verdachte nu de naam van het account van verdachte niet boven voornoemde foto staat. Voorts heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het onder 16.269572.22 subsidiair ten laste gelegde nu enkel kan worden vastgesteld dat verdachte gebruik heeft gemaakt van het Kik-account [naam] en het useraccount [naam] . De raadsvrouw heeft zich gerefereerd ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder parketnummer 18.050824.24 onder 2 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder parketnummer 18.021629.23 ten laste gelegde
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het onder 18.021629.23 ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat ten aanzien van de afbeeldingen en video’s waarover getuige [naam] niet heeft verklaard dat deze door verdachte aan haar zijn getoond niet kan worden vastgesteld dat verdachte wetenschap had van het bezit van deze bestanden. Voorts heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte, gelet op de geringe hoeveelheid aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen, tevens partieel moet worden vrijgesproken van het bestanddeel waarin verdachte wordt verweten dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderpornografisch materiaal of het zich daartoe de toegang verschaffen.
Ten aanzien van het onder parketnummer 18.209023.23 ten laste gelegde
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder parketnummer 18.209023.23 onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde gelet op het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 13] inconsistent is en onvoldoende wordt ondersteund door onafhankelijk bewijs. De raadsvrouw heeft voorts primair betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder parketnummer 18.209023.23 onder 2 ten laste gelegde vanwege het ontbreken van opzet. Naar het oordeel van de raadsvrouw volgt uit de inhoud van het dossier niet op welke wijze de bestanden op de telefoon van verdachte zijn komen te staan, waar deze bestanden op de telefoon stonden en hoe toegankelijk deze bestanden zijn geweest voor verdachte. Derhalve kan naar het oordeel van de raadsvrouw niet worden uitgesloten dat de bestanden onbewust en zonder wetenschap van verdachte op de telefoon zijn komen te staan. Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte, gelet op de geringe hoeveelheid aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen, partieel moet worden vrijgesproken van het bestanddeel waarin verdachte wordt verweten dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderpornografisch materiaal of het zich daartoe de toegang verschaffen.
Ten aanzien van het onder parketnummer 18.309779.24 ten laste gelegde
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder parketnummer 18.309779.24 ten laste gelegde.
Oordeel van de rechtbank
parketnummer 16.269572.22
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank stelt hiertoe het volgende voorop. Artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht bepaalt, kort gezegd, dat het opzettelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens van een ander strafbaar is als uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan. Daarbij moet de verdachte het oogmerk hebben om zijn eigen identiteit te verhelen of de identiteit van een ander te verhelen of misbruiken. Deze strafbaarstelling richt zich op gevallen waarbij men derden daadwerkelijk het idee geeft dat zij te maken hebben met de persoon van wie de identiteit onterecht is aangenomen. Daaronder valt ook het geval waarin iemand op naam van een ander en zonder diens instemming een account aanmaakt, waarna die ander op dat account in een kwaad daglicht wordt gesteld met reputatieschade als gevolg. [1] Van dit geval moet echter worden onderscheiden de situatie waarin door een verdachte op een account weliswaar een ander in een kwaad daglicht wordt gesteld, bijvoorbeeld door het daarop plaatsen van persoonsgegevens van die ander met daarbij seksueel getinte teksten, doch dat account niet op naam van die ander is aangemaakt, maar op naam van een (al dan niet fictieve) derde of de verdachte zelf. Ook in zo’n situatie kan nadeel voor het slachtoffer ontstaan, maar in zo’n situatie wordt aan derden niet daadwerkelijk het idee gegeven dat zij te maken hebben met het slachtoffer. Zo een situatie valt dus niet onder de strafbaarstelling van artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank overweegt voorts dat verdachte wordt verweten dat hij van meerdere vrouwen de namen, telefoonnummers en/of foto’s, al dan niet met daarbij seksueel getinte teksten, heeft geplaatst op verschillende websites en sociale media. Mede gelet op de context waarin deze gedragingen zouden zijn verricht, is naar het oordeel van de rechtbank aan derden niet daadwerkelijk het idee gegeven dat zij te maken hadden met de aangeefsters. Dat brengt mee dat het op artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht toegesneden, aan verdachte ten laste gelegde oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de aangeefsters te verhelen of misbruiken door opzettelijke en wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens van aangeefsters, niet wettig en overtuigend kan worden bewezen..
parketnummer 16.269572.22
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 18 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover
inhoudend:
Het telefoonnummer [nummer] heb ik in de ten laste gelegde periode in gebruik gehad.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 16 februari 2022, opgenomen op pagina 145 e.v. van het dossier van Politie Midden-Nederland met nummer PL0900-2022301943 d.d. 13 maart 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Op 4 februari 2022 ontving ik sms-berichten. Ik vroeg hoe de persoon aan mijn nummer kwam. De persoon stuurde een bericht dat ik op de app 'Kik' stond. De persoon schreef dat mannen foto's posten op deze app met hun geslachtsdeel op mijn foto. Ik downloadde vervolgens de app 'Kik' en maakte een profiel aan. De persoon voegde mij vervolgens toe aan de groep: ' [naam] '. Vervolgens zag ik een bericht dat op 7 februari 2022 gepost was met een foto van een meisje dat ik herkende als de vriendin van [verdachte] , [slachtoffer 10] . Dit bericht was afkomstig van profiel [naam] . In de Kik app zag ik meerdere naaktfoto's van [slachtoffer 10] . Ditzelfde profiel stuurde op 7 februari 2022 ook een bericht met de foto van de vriendin van [verdachte] met daar een mannelijk geslachtsdeel en de tekst:
"Can anyone send this pic to my gf? Pm me + [nummer] ".
Het profiel [naam] postte dezelfde dag ook een foto van een voor mij onbekende blonde vrouw met daaronder het bericht:
"Try this one too please + [nummer] "
Ik stuurde vervolgens via Whatsapp een berichtje naar dat telefoonnummer waarin ik vroeg of zij ook lastiggevallen werd met vunzige berichten. De vrouw reageerde met het feit dat zij helaas ook bekend was met deze berichten. Zij stelde zich voor als [slachtoffer 1] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 december 2021, opgenomen op pagina 27 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Op 31 juli 2021 zag ik voor het eerst een Whatsappbericht van een voor mij onbekend telefoonnummer binnenkomen. Ik zag dat deze persoon ook foto's van mij in het bericht meestuurde. Deze foto's waren afkomstig van mijn Instagram en Facebookpagina. Ik vond dit heel vreemd omdat mijn foto's op social media alleen zichtbaar zijn voor mensen die in mijn vriendenlijst staan. Op 3 december 2021 ontving ik een filmpje van telefoonnummer + [nummer] waarin te zien was dat een man zijn hand om zijn penis heeft en dan staat er een foto van mijn Instagram op de tablet die op bed ligt. Ongeveer een kwartier na de berichten van deze telefoonnummers zag ik dat ik een volgverzoek ontving op Instagram. Ik zag dat het account: ‘ [naam] ’ mij wilde volgen. Ik zag dat er één foto op het account stond. Ik herkende het meisje op de foto als [slachtoffer 10] . [slachtoffer 10] is de vriendin van [verdachte] . [verdachte] is mijn ex-vriend. Ik en mijn vriendinnen hadden de stories op dit instagram-account nagekeken. In de stories waren allemaal foto's van mij te zien. Foto's afkomstig van mijn Instagram-account. Ook waren er foto's van [slachtoffer 3] te zien. Op één van de foto's van [slachtoffer 3] staat de tekst: “Cum on this whore”. Het meest opvallende was dat er ook filmpjes op stonden die leken op de filmpjes die ik van telefoonnummer + [nummer] ontvangen had. Op de filmpjes is dezelfde hand met de penis te zien met op de achtergrond de foto van [slachtoffer 3] en eenzelfde filmpje met op de achtergrond een foto van mij. Op 12 oktober 2021 had ik negentien gemiste oproepen van [verdachte] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 12 februari 2022, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Op 7 februari 2022 kreeg ik berichten via WhatsApp van [slachtoffer 2] . Ik heb een telefoongesprek gehad met haar. Na het telefoongesprek zag ik dat [slachtoffer 2] veel foto's naar mij toestuurde over de inhoud van wat er in de groep werd gestuurd. Ik las onder andere de volgende teksten bij de foto’s die gestuurd werden in de groep van mij: 'Try this one too please. Send me a screenshot that you text her and I give you more pics and info.' Ik zag dat mijn telefoonnummer meegestuurd werd met de foto's van mij die in deze groep werden gestuurd.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 maart 2022, opgenomen op pagina 197 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer 3] :
Ik heb [verdachte] leren kennen toen we bij elkaar in de klas kwamen. Op 4 december 2021 vertelde [slachtoffer 1] mij dat er een Instragram-account was aangemaakt onder de naam [naam] , met foto's dat mannen zich aan het aftrekken zijn op onze foto's en ook foto's met teksten als ‘cum on this whore’ etc. De laatste paar weken, ik geloof vanaf februari 2022, probeerde [verdachte] weer contact te zoeken met mij. Op 2 maart 2022 kreeg ik een connectie verzoek op LinkedIn van [verdachte] en kreeg ik een melding dat hij mijn profiel had bekeken. Ik heb [verdachte] toen ook gelijk geblokkeerd op LinkedIn. Nu wordt onder andere een foto, die gepost was door mijn stagebedrijf op mijn LinkedIn profiel, gebruikt op www. [naam] . Op 2 maart 2022 heeft [verdachte] mijn nummer gevraagd aan [naam] omdat hij mij wat wilde vertellen. [naam] heeft toen mijn nummer gegeven. Zij vertelde mij dat ze op 7 februari 2022 ook al een gek berichtje kreeg van een Instagram-account ( [naam] ) met de vraag of zij mij kende en dat er foto's van mij rond gaan op het internet. Op 2 maart 2022 uur kreeg ik een WhatsApp-bericht van [verdachte] over dat hij de laatste tijd berichten krijgt van wildvreemde mensen. Hierin zou staan dat de meiden met wie hij ooit iets heeft gehad op websites staan. Op 3 maart 2022 om 04:34 uur werd ik gebeld door [verdachte] op WhatsApp. Ik heb hem toen weggedrukt en geblokkeerd op WhatsApp. Toen belde hij nog een keer om 04:38 uur en 04:55 uur via gewoon bellen want ik was hem vergeten te blokkeren als contact. Vervolgens heb ik hem ook geblokkeerd als contact. Gelijk daarna kreeg ik WhatsApp-berichtjes van vreemde mannen. Op 3 maart 2022 kreeg ik nog meer berichten. Ik heb op www. [naam] gekeken. Ik zag dat daar nog veel meer foto's van mij stonden met obscure teksten en ook weer over verkrachting etc. Er staan ook twee foto's op van toen ik jong was. Ik denk dat ik rond de 12 - 14 jaar oud was. Toen ik verder op die site keek zag ik ook [slachtoffer 10] . Ik zag persoonlijke foto's, inclusief naaktfoto's van [slachtoffer 10] . Foto's van [slachtoffer 10] in bad en een foto dat [verdachte] achter [slachtoffer 10] in bad zit die de foto maakt. Ik zag ook foto's van [slachtoffer 10] dat ze slaapt. Op 11 maart 2022 kreeg ik een Instagram-berichtje van een ander meisje uit [plaats] , [slachtoffer 6] .. [slachtoffer 6] zei dat zij ook op die site staat en dat een vriendin van haar ook een berichtje kreeg van het Instagram-account [naam] met hetzelfde bericht dat er foto's van haar rond gaan.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2022, opgenomen op pagina 6 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :

PL1300-2022049934-2 [slachtoffer 3] aangifte

[slachtoffer 3] is naar de site www. [naam] gegaan. Deze site stond onder doorgestuurde foto’s. Op deze site stonden veel foto’s van [slachtoffer 3] . De foto’s en naam van [slachtoffer 3] werden gedeeld door [naam] .
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 336 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer 4] :
In februari 2022 werd ik gebeld door een jongen genaamd [verdachte] . Ik ken hem van de middelbare school in [plaats] . Hij zei dat het vermoedelijk een "broekzak" gesprek was geweest. Hij heeft mij toen echter wel meerdere keren gebeld en ook berichten gestuurd via WhatsApp. Uiteindelijk wilde [verdachte] veel van mij weten en werden zijn berichten en oproepenvervelend. Ik heb hem toen geblokkeerd. Op 22 april 2022 kreeg ik een oproep van iemand die telefoonnummer + [nummer] gebruikte. Omdat ik wilde weten hoe deze persoon aan mijn telefoonnummer kwam heb ik via WhatsApp een berichtje gestuurd. Toen hoorde ik dat mijn telefoonnummer via een chatsite genaamd " [naam] " gedeeld werd. Vervolgens ben ik op het internet gaan zoeken. Ik zag dat de persoon die mijn telefoonnummer misbruikt had en van meerdere dames informatie deelde, een persoon uit [plaats] was. Ik schrok toen ik op de site de naam van [slachtoffer 10] zag staan met naaktfoto's van haar. Op 5 mei 2022 was ik met een vriendin aan het praten over wat er de laatste tijd allemaal gebeurd was. Ik haalde het door mij geblokkeerde WhatsApp-gesprek erbij. Tot mijn grote schrik zag ik dat er ineens een profielfoto bij stond. Ik herkende [verdachte] op de profielfoto. Het feit dat een foto van mij met een naakte piemel ernaast is afgebeeld, baart mij zorgen.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 mei 2022, opgenomen op pagina 423 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer 6] :
Op 9 januari
(de rechtbank begrijpt 2022)kreeg [naam] via Instagram een DM van ene [naam] . Dit gesprek ging over mij. Hij vroeg of ze ene [slachtoffer 6] kende. Toen kreeg ze een collage met foto's van mij, die op mijn eigen Instagram staan (ik heb een account met een slotje erop). In deze collage stond de volgende tekst:
" [slachtoffer 6] . 19 old from the city [plaats] . Feel free to fuck me make me drunk and rape my ass and let me lay in in the dark forrest filled with your cum." Hierna kreeg ik op Instagram en Facebook rare verzoeken van accounts die geen bekenden zijn of mij volgen. Ook kreeg ik opeens via snapchat een dickpic van een vreemde.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 mei 2022, opgenomen op pagina 434 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer 7] :
Op 28 maart 2022 kreeg ik via WhatsApp een bericht van een voor mij onbekend telefoonnummer. Ik zag dat ik een bericht kreeg van [nummer] . Er zat op dit moment geen profielfoto bij. Onderstaande conversatie heb ik gehad met de persoon die mij appte.
Hij: je staat op [naam]
Later op de avond kreeg ik weer een appbericht dat hij de site had gevonden. Hij vroeg aan mij of ik het wilde zien. Mensen reageren op je foto op de pornosite. Ook op een pornosite, genaamd DutchSlut. Ik weet dat de site meerdere namen heeft, het heet ook [naam] . Op de pornosite was een screenshot geplaatst van mijn profielfoto van facebook met daarbij de tekst “ [slachtoffer 7] dikke slet”. Later is mijn telefoonnummer er ook bij gezet. Op 6 april 2022 keek ik in mijn gearchiveerde chats. Hier stond ook het bovengenoemde nummer. Maar nu had het ineens een profielfoto van [verdachte] . Ik ken [verdachte] van de slagerij [naam] in [plaats] .
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 29 maart 2022, opgenomen op pagina 484 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 8] :
Ik ben een oud-collega van [verdachte] . Ik werkte bij slagerij [naam] te [plaats] . Ik heb gezien dat er foto's en mijn telefoonnummer online zijn gezet. Dit zijn foto's die van mijn Instagram-account zijn gehaald. Vervolgens worden deze foto's weer geplaatst op een ander account. Dit zijn allemaal nep-accounts. Op het moment dat deze foto's van mij op een ander account worden geplaatst, worden er naaktfoto's aan toegevoegd. Ook via WhatsApp heb ik verschillende berichten ontvangen. Hierbij worden nummers gebruikt die ik niet ken. Deze mensen zijn aan mijn nummer gekomen omdat iemand mijn gegevens online heeft gezet. Mijn gegevens zijn op de site van KIK geplaatst, dit is een datingsite. Ik weet dat het op deze site staat omdat mensen die mij benaderen dit in de WhatsApp zeggen. Ik heb [verdachte] een nieuw nummer van mij verstuurd via WhatsApp. Dit is niet mijn nieuwe nummer maar ik wilde testen of dit nummer dan via [verdachte] ook uit zou lekken. Een aantal dagen na het geven van dit nummer aan [verdachte] , kreeg ik wederom een WhatsApp-bericht van iemand die ik niet ken.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 8 april 2022, opgenomen op pagina 506 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 9] :
Op 29 maart 2022 kreeg ik via Facebook een bericht van [verdachte] . Ik ken [verdachte] vanuit [plaats] . Ik heb hier vroeger op de middelbare school gezeten. [verdachte] wilde mij waarschuwen. Hij had een linkje gekregen naar een bepaalde site, [naam] . Dit zou een site zijn met allemaal pornografische foto's en op deze site zouden ook foto's van mij te zien zijn. Ook mijn naam en profiel zouden hierbij te zien zijn. Ik heb vervolgens op deze site gekeken. Er waren inderdaad foto’s van mij te zien. Ik zag dat dit foto's waren die ik op mijn Instagram-account heb staan. Ik heb dit account op privé staan. Hierdoor kunnen alleen mensen die mij volgen mijn foto's zien. Ik heb hier echter geen naaktfoto's of iets dergelijks op staan. Mijn foto's waren echter wel te zien in combinatie met dames die naakt of half naakt te zien zijn. Op de site zijn meerdere meisjes te zien die bij mij in [plaats] op school hebben gezeten. Ik heb gezien dat er in ieder geval foto's op staan van [slachtoffer 10] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 7] . Later zagen wij ook nog dat er foto's op stonden van [slachtoffer 6] en [slachtoffer 8] . Ik heb een berichtje gekregen van iemand die schreef dat er nu foto's van mij zouden staan op een site of groep die 'kik' zou heetten. Mijn foto’s zijn gepost door [naam] .
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 juni 2022, opgenomen op pagina 585 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 10] :
Ik heb een relatie met [verdachte] gehad van september 2017 tot ongeveer april 2019 en van 20 juni 2020 tot 7 april 2022. Op 13 september 2021 ontving ik berichten via WhatsApp van onbekende nummers. Ik vroeg door en kwam erachter dat er iemand op de app KIK vroeg om dickpics naar mij te sturen. Daarnaast ontving ik ook via mijn snapchat naaktfoto's van andere vrouwen (ik heb nog nooit een naaktfoto gemaakt) met selfies van mij ernaast geplakt. Dit vond ik raar want mijn Instagram-account, waar die selfie van mij opstaat, is altijd privé geweest.
Op 24 april 2021 ben ik met [verdachte] in bad gegaan. [verdachte] maakte een filmpje dat ik een bruisbal in het bad gooide. Ik stond op dat moment in mijn ondergoed. Ook maakte hij een filmpje dat we samen in bad zaten. Op 13 september 2021 ontving ik via snapchat dus ook screenshots uit die filmpjes.
Op 23 november 2021 werd ik getagd in een post van een Instragram-account onder de naam ‘@ [naam] ’. [verdachte] werd ook getagd in dit bericht. Als je via Instagram op wachtwoord vergeten klikt en de naam van het account invult, kan je erachter komen wat de laatste twee cijfers zijn van het telefoonnummer wat aan het account is gekoppeld. De laatste twee cijfers waren 32. Het telefoonnummer van [verdachte] was toen: + [nummer] .
Op 7 februari 2022 ontving ik via Facebook een foto. Op die foto was te zien ik in het bed van [verdachte] lig. Ik lig op mijn buik en heb geen onderbroek aan, wel mijn slaapshirt met sterren. Ik herkende dat ik dit ben. Ook herkende ik het bed van [verdachte] (hij heeft maar 1 blauw bed omtrek) en ik herkende zijn hand.
Op 6 april 2022 werd er een nieuw Instagram-account gemaakt genaamd ‘@ [naam] ’. Hier stond weer een dickpic op. Ik keek weer van welk nummer dit afkomstig was. Het nummer eindigde op 94. Het nieuwe nummer van [verdachte] eindigt ook op die nummers. Het nummer van zijn tijdelijke telefoon was namelijk + [nummer] .
Ik besloot op 7 april 2021
(de rechtbank begrijpt: 2022)een punt achter onze relatie te zetten. Dan op 10, 17, 20, 24 en 30 april 2022 en op 3, 4 en 5 mei 2022 ging het helemaal los op het account van ‘ [naam] ’. Er werden opeens heel veel meiden getagd. Dit gaat om de volgende meiden:
- [slachtoffer 1] (met de tekst “ze houdt de eikel in haar mond en trekt heel snel tot het zaad in haar mond spuit”)
Opvallend is dat [verdachte] al deze meiden volgt op Instagram. Ik ontving ook berichten van [naam] en wordt bijvoorbeeld ‘hoertje’, ‘pijpslet’ of ‘sperma hoer’ genoemd. Ook stond er weer een foto in het verhaal met sperma op een foto van mij. Ook werd die foto die [verdachte] van mij maakte in zijn bed weer gedeeld.
Op 21 mei 2022 is er weer een nieuw account bij gekomen ‘@ [naam] ’. Ik ontving een foto van iemand die zijn piemel voor een uitgeprinte foto van mij houdt. Ook is weer die foto gedeeld die [verdachte] van mij maakte in bed. Hierbij is de tekst geplaatst: ‘wat een billetjes [slachtoffer 10] ', 'we wachten je wel op', 'we zijn benieuwd hoe ver ze open kunnen'. Ook werd ik kleine anaalslet genoemd.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 oktober 2022, opgenomen op pagina 683 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
De ingeleverde telefoon van verdachte [verdachte] is uitgelezen. Ik heb de inhoud van de telefoon bekeken. Ik zag onder andere het volgende:
User account bij kik messenger [naam]
(de rechtbank begrijpt op basis van de bijlage bij dit proces-verbaal: [naam] )[naam] . Er zijn tientallen groepschats waarbij [naam] owner is.
Chats Whatsapp met telefoonnummer [nummer]
In de chat gesprekken wordt gesproken over de app kik en [naam] .
De Webhistory is vanaf 24/02/2022 tot 30/03/2022 in te zien. [verdachte] bezoekt dagelijks:
- [naam]
- [naam] .nl
-Google zoekopdrachten naar [slachtoffer 3]
- [slachtoffer 8] en [slachtoffer 10] op de site [naam] .nl
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2022, opgenomen op pagina 796 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Tijdens de aanhouding van verdachte [verdachte] is zijn witte Huawei telefoon inbeslaggenomen. Deze telefoon is uitgelezen. Ik heb de inhoud van deze telefoon bekeken. Ik zag dat veel overeenkwam met de telefoon die al eerder is uitgelezen. Op de telefoon is gebruik gemaakt van verschillende user accounts op verschillende sites en sociale media. Bijlage:
-User accounts
15. Een schriftelijk bescheid, te weten een bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2022, opgenomen op pagina 797 van voornoemd dossier:
User accounts
11-10-2022 [nummer]
12-4-2022 [naam]
5-6-2022 [naam]
Bewijsoverweging - daderschap verdachte
De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen ten aanzien van alle negen aangeefsters waarvoor aan verdachte feitelijk omschreven gedragingen worden verweten. De rechtbank zal dit oordeel hierna per aangeefster nader motiveren.
[slachtoffer 1]
De rechtbank leidt uit de aangifte van [slachtoffer 2] af dat op 7 februari 2022 een foto van [slachtoffer 1] , een ex-vriendin van verdachte, is gepost in de groep genaamd ‘ [naam] ’ op de app Kik, met daarbij tevens het telefoonnummer van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 2] heeft hiervan screenshots met [slachtoffer 1] gedeeld, waaruit volgt dat men in die groep wordt opgeroepen berichten te sturen naar [slachtoffer 1] . Uit de naam van de groep en de berichten die [slachtoffer 1] daadwerkelijk heeft ontvangen, leidt de rechtbank af dat het hier gaat om een oproep tot het toesturen van foto’s of filmpjes waarop een penis wordt gehouden bij de foto’s van [slachtoffer 1] , dan wel van andere seksueel getinte berichten. [slachtoffer 1] had al sinds 31 juli 2021 last van dergelijke berichten, waarbij zij foto’s toegestuurd krijgt van haar eigen, afgeschermde Instagram- en Facebook-account. In één geval krijgt zij een filmpje toegestuurd met daarop te zien dat een geprinte foto van haar op een bed ligt, met daarbij een man die zijn hand om zijn penis heeft.
[slachtoffer 2] heeft gezien dat de gegevens van [slachtoffer 1] zijn geplaatst door het account [naam] . Uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte leidt de rechtbank af dat op die telefoon gebruik is gemaakt van de app Kik met het account [naam] en dat dit account de eigenaar is geweest van tientallen groepschats op Kik. Uit dat onderzoek blijkt verder dat verdachte het in chatgesprekken heeft over de app Kik. De rechtbank is op basis van deze omstandigheden van oordeel dat het verdachte moet zijn geweest die de gegevens van [slachtoffer 1] op Kik heeft geplaatst. De rechtbank ziet geen enkele reden om aan te nemen dat een ander gebruik zou hebben gemaakt van het account [naam] of de telefoon van verdachte.
[slachtoffer 3]
De rechtbank leidt uit de aangifte van [slachtoffer 3] , een oud-klasgenoot van verdachte, van 14 maart 2022 af dat foto’s van haar met haar naam zijn geplaatst op de website www. [naam] . [slachtoffer 6] heeft haar hiervan op de hoogte gebracht en ook
[slachtoffer 9] heeft hierover verklaard. Het gaat om veel foto’s, waaronder een foto die zij op haar LinkedIn-account gebruikt. Deze gegevens zijn geplaatst door de gebruiker met gebruikersnaam ‘ [naam] ’. Uit het onderzoek naar de telefoons van verdachte leidt de rechtbank af dat die gebruikersnaam is gebruikt op een van die telefoons en dat verdachte met een van die telefoons ook regelmatig op Google heeft gezocht naar “ [slachtoffer 3] ”, alsmede regelmatig de website [naam] heeft bezocht.
[slachtoffer 3] heeft verder verklaard dat verdachte vanaf februari 2022 contact probeerde te zoeken met haar en dat verdachte op 2 maart 2022 haar LinkedIn-account heeft bekeken. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat het verdachte moet zijn geweest die de gegevens en naam van [slachtoffer 3] op de website [naam] heeft geplaatst.
[slachtoffer 9]
De rechtbank leidt uit de aangifte van [slachtoffer 9] , met wie verdachte op de middelbare school heeft gezeten, af dat haar naam en foto’s van haar afgeschermde Instagram-account zijn geplaatst op de websites [naam] en Kik. Haar foto’s zijn geplaatst als collage met foto’s van naakte dames. De foto’s zijn geplaatst door de gebruiker met gebruikersnaam ‘ [naam] ’. Mede gelet op wat hiervoor ten aanzien van
[slachtoffer 3] is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat ook deze gegevens door verdachte zijn geplaatst.
[slachtoffer 10]
De rechtbank leidt uit de aangifte van [slachtoffer 2] af dat op 7 februari 2022 meerdere (naakt)foto’s van [slachtoffer 10] , destijds de vriendin van verdachte, zijn gepost in de groep genaamd ‘ [naam] ’ op de app Kik. Het gaat mede om foto’s van haar afgeschermde Instagram-account. Hier wordt gevraagd dickpics naar [slachtoffer 10] te sturen. Op een deel van die foto’s is ook een penis te zien. Daarnaast volgt uit de aangiftes van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 9] dat ook (naakt)foto’s van [slachtoffer 10] zijn geplaatst op [naam] . In ieder geval een deel van deze foto’s was afkomstig van het account [naam] . Mede gelet op wat hiervoor ten aanzien van [slachtoffer 1] is overwogen over het account [naam] , is de rechtbank van oordeel dat deze foto’s door verdachte zijn geplaatst.
Van [slachtoffer 10] zijn ook veelvuldig (naakt)foto’s en foto’s met een penis erbij op Instagram geplaatst, onder meer door de accounts [naam] en [naam] . Daarbij worden ook screenshots gedeeld van een filmpje van [slachtoffer 10] in bad, dat door verdachte is gemaakt toen zij een relatie hadden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte ook van deze accounts de gebruiker is geweest. Daarbij overweegt de rechtbank met betrekking tot [naam] dat dit account ook [slachtoffer 1] heeft getagd met beledigende teksten, dat dit account zeer actief beledigende berichten over [slachtoffer 10] is gaan plaatsen in de periode direct nadat [slachtoffer 10] het uitmaakte met verdachte en dat de laatste twee cijfers van het telefoonnummer behorend bij het account [naam] overeenkomen met de laatste twee cijfers van (destijds) het tijdelijke telefoonnummer van verdachte.
[slachtoffer 4]
De rechtbank leidt uit de aangifte van [slachtoffer 4] af dat haar telefoonnummer en foto’s van haar, waaronder foto’s van haar met daarbij een penis, zijn geplaatst op de website [naam] . Zij wordt hierop in april 2022 gewezen door berichten van het voor haar onbekende telefoonnummer [nummer] . De rechtbank is van oordeel dat het verdachte moet zijn geweest die deze gegevens van [slachtoffer 4] op [naam] heeft geplaatst, mede gelet op de vele, specifieke overeenkomsten in haar situatie en wat de andere aangeefsters is overkomen. Daarbij heeft de rechtbank gelet op het feit dat [slachtoffer 4] en verdachte elkaar kennen van de middelbare school en dat ook (naakt)foto’s van [slachtoffer 10] en [slachtoffer 7] op [naam] zijn geplaatst. De rechtbank neemt verder in aanmerking de omstandigheid dat verdachte - kort voordat [naam] wordt gewezen op de geplaatste foto’s - is geblokkeerd door [slachtoffer 4] , nadat hij ogenschijnlijk uit het niets contact met haar had gelegd onder het voorwendsel van een broekzakgesprek en steeds vervelender wordt in dat contact. Deze omstandigheid vertoont met name veel overeenkomsten met wat bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] is gebeurd, maar ook in andere gevallen is het verdachte zelf die, al dan niet via een omweg, aangeefsters erop heeft gewezen dat hun gegevens online staan. Uit het onderzoek naar de telefoons van verdachte blijkt dat verdachte regelmatig de website [naam] bezocht en was de website onderwerp in chatgesprekken. Tot slot blijkt uit het onderzoek naar de telefoons van verdachte en de aangifte van [slachtoffer 10] dat verdachte in de onderhavige periode de gebruiker is geweest van het telefoonnummer [nummer] . Bij dit telefoonnummer ziet [slachtoffer 4] op 5 mei 2022 ook een profielfoto van verdachte staan.
[slachtoffer 6]
De rechtbank leidt uit de aangifte van [slachtoffer 6] af dat een vriendin van haar op 9 februari 2022 berichten kreeg van het Instagram-account ‘ [naam] ’. In die berichten werden foto’s afkomstig van het afgeschermde Instagram-account van [slachtoffer 6] gedeeld, met daarbij een seksueel getinte en gewelddadige tekst. Hierna krijgt [slachtoffer 6] op verschillende sociale media berichten van onbekenden, waaronder berichten met een dickpic of berichten met collages van foto’s van haarzelf en naaktfoto’s van derden. Uit de aangifte van [slachtoffer 9] volgt dat foto’s van [slachtoffer 6] ook zijn geplaatst op [naam] .
De rechtbank is van oordeel dat de foto’s van [slachtoffer 6] die (gedeeltelijk) met seksueel getinte teksten worden gedeeld, afkomstig zijn van verdachte. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat [slachtoffer 6] op dezelfde manier als andere aangeefsters werd benaderd door vreemden, met dickpics en collages, en dat daarbij eveneens afgeschermde foto’s van haar zijn gebruikt. De rechtbank is bovendien van oordeel dat verdachte degene is die achter het Instagram-account [naam] zit. Hiertoe overweegt de rechtbank dat dit account ook (vriendinnen van) aangeefsters [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 10] heeft benaderd over foto’s die van deze aangeefsters rondgingen, dan wel op Instagram foto’s van deze aangeefster heeft geplaatst met daarbij ofwel beledigende en seksueel getinte teksten ofwel van een man met een penis in zijn hand, terwijl betrokkenheid van verdachte bij dergelijke beledigingen van deze aangeefsters hiervóór is vastgesteld. Dat de laatste twee cijfers (32) van het telefoonnummer behorend bij het account [naam] overeenkomen met de laatste twee cijfers van (destijds) het telefoonnummer van verdachte, biedt verdere steun aan dit oordeel.
[slachtoffer 7]
De rechtbank leidt uit de aangiftes van [slachtoffer 7] en [slachtoffer 9] af dat foto’s van [slachtoffer 7] op [naam] en [naam] zijn geplaatst met daarbij haar telefoonnummer en de tekst “ [slachtoffer 7] dikke slet”. Zij wordt hierop in maart 2022 gewezen door berichten van het voor haar onbekende telefoonnummer [nummer] . De rechtbank is van oordeel dat het verdachte moet zijn geweest die deze gegevens van [slachtoffer 7] heeft geplaatst, mede gelet op de vele, specifieke overeenkomsten tussen haar situatie en wat de andere aangeefsters is overkomen. Daarbij heeft de rechtbank gelet op het feit dat [slachtoffer 7] en verdachte oud-collega’s zijn, dat ook (naakt)foto’s van veel andere aangeefsters door verdachte op [naam] en [naam] zijn geplaatst en dat verdachte achter het telefoonnummer [nummer] zit, terwijl ook in andere gevallen het verdachte zelf is geweest die, al dan niet via een omweg, aangeefsters erop heeft gewezen dat hun gegevens online staan.
[slachtoffer 8]
De rechtbank leidt uit de aangifte van [slachtoffer 8] af dat foto’s van haar Instagram, in combinatie met naaktfoto’s van derden, op Kik zijn gezet met daarbij haar telefoonnummer. [slachtoffer 9] heeft verklaard dat zij ook te zien was op [naam] . De rechtbank is van oordeel dat het verdachte moet zijn geweest die deze gegevens van [slachtoffer 8] heeft geplaatst, gelet op de vele, specifieke overeenkomsten tussen haar situatie en wat de andere aangeefsters is overkomen. Daarbij heeft de rechtbank gelet op het feit dat verdachte en [slachtoffer 8] oud-collega’s zijn en dat het gaat om plaatsing van haar telefoonnummer en foto’s op [naam] en Kik, als gevolg waarvan zij vervolgens veel berichten van onbekende nummers heeft gekregen. Steun voor dit oordeel ziet de rechtbank verder in het feit dat [slachtoffer 8] een nieuw telefoonnummer slechts aan verdachte heeft gegeven en dat zij binnen een paar dagen ook op dit telefoonnummer berichten van onbekende nummers heeft ontvangen.
[slachtoffer 2]
De rechtbank leidt uit de aangifte van [slachtoffer 2] af dat omstreeks 4 februari 2022 haar telefoonnummer en een of meer foto’s van haar op Kik zijn geplaatst. Een paar dagen eerder, op 31 januari 2022, had verdachte geprobeerd [slachtoffer 2] te bellen. De rechtbank is van oordeel dat het verdachte moet zijn geweest die deze gegevens van [slachtoffer 2] heeft geplaatst, gelet op de vele, specifieke overeenkomsten tussen haar situatie en wat de andere aangeefsters is overkomen. Daarbij heeft de rechtbank gelet op het feit dat verdachte en [slachtoffer 2]
oud-collega’s zijn, dat het gaat om plaatsing van haar telefoonnummer en foto’s in de groep genaamd ‘ [naam] ’ op Kik, waarin mannen zijn uitgenodigd een foto te nemen van hun geslachtsdeel samen met de foto van [slachtoffer 2] , en dat verdachte kort voor plaatsing van de foto’s heeft geprobeerd contact op te nemen met [slachtoffer 2] .
Bewijsoverweging - belediging
De rechtbank overweegt dat van een aantal aangeefsters de naam, foto’s en/of het telefoonnummer zijn geplaatst, zonder dat daarbij een (beledigende) tekst is geplaatst. Het gaat daarbij met name om aangeefsters [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] . Het online plaatsen van deze gegevens kwalificeert op zichzelf niet als een beledigende uiting. Niettemin acht de rechtbank in dit geval ook deze uitingen beledigend. Redengevend daarvoor is de context waarin deze gegevens zijn geplaatst, te weten in combinatie met een penis en/of naaktfoto’s van andere vrouwen, in groepen als ‘ [naam] ’ en op websites als [naam] .
parketnummer 18.021629.23
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 18 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik wist dat er kinderpornografische afbeeldingen op mijn telefoon stonden. Ik heb deze afbeeldingen niet verwijderd.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 augustus 2021, opgenomen op pagina 15 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021221659 d.d. 1 december 2022, inhoudend het relaas van verbalisanten [naam] en [naam] :
Op 16 augustus 2021 vroeg ik [verdachte] naar zijn telefoon. Hij pakte en overhandigde ons zijn telefoon. Hij vertelde daarop ongevraagd dat hij snapte dat het voor kinderporno was en dat het inderdaad klopte dat hij dat op zijn telefoon had. Hij vertelde daarbij dat het om zowel kinderpornoplaatjes als kinderpornofilmpjes ging. Hij vertelde hierover ongevraagd dat hij in een chatgroepje zat op Kik en dat hij dit vanuit het groepje toegestuurd had gekregen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 april 2022, opgenomen op pagina 24 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Ik heb onderzoek gedaan in de data van de inbeslaggenomen gegevensdrager van verdachte [verdachte] .
Chat
Ik zag verwijzingen in Kik Messenger. Ik zag dat er chatgesprekken zijn in Kik Messenger. Ik zag dat gebruiker [naam] zich aansluit bij meerdere groepen op Kik Messenger. Ik zag achter [naam] het woord "owner" staan. lk zie dat gebruiker [naam] (owner) in ongeveer 10 Kik chatgesprekken foto's deelt van minderjarige meisjes in de leeftijd van 12 tot 16 jaar waarbij hij aangeeft dat dit zijn nichtjes of dochters zijn en vraagt dan aan de andere gebruiker wat hij/zij van de meisjes vindt en wat hij met ze wil doen op seksueel gebied.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 15 november 2022, opgenomen op pagina 28 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
In het opsporingsonderzoek tegen [verdachte] werd op 16 augustus 2021 een mobiele telefoon in beslag genomen. Het volgende voorwerp is hierbij in beslag genomen:
Soort voorwerp Bijzonderheden
Mobiele telefoon Iphone, zwart
Ik heb de inhoud van alle in het onderzoek betrokken digitale gegevensdragers en voorwerpen visueel gecontroleerd op de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal. Alle aangetroffen bestanden met kinderpornografisch materiaal, werden op de onder de verdachte in beslaggenomen Iphone aangetroffen.
Penetratie
Ik trof een afbeelding aan van een minderjarig meisje die een penis in de mond heeft. Het meisje lijkt tussen de 5 en 10 jaar oud te zijn. De afbeelding is onder nummer 1 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof een afbeelding aan waarin twee afbeeldingen te zien zijn. Op de bovenste afbeelding is te zien dat een minderjarig meisje met haar tong de rechter teelbal van een volwassen man aanraakt. Een ander minderjarig meisje heeft de stijve penis van deze zelfde man in haar mond. Op de onderste afbeelding is een jong meisje te zien. Het meisje lijkt tussen de 5 en 12 jaar oud en is geheel naakt. Het meisje heeft de stijve
penis van een volwassen man in haar mond. De afbeelding is onder nummer 2 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof een afbeelding aan van twee jonge meisjes die naakt in bad zitten. De meisjes hebben de leeftijd van tussen de 4 en 8 jaar oud. In het bad staat een man met een stijve penis. Een van deze twee meisjes heeft de penis in haar mond. De afbeelding is onder nummer 3 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof ook een video aan waarin een minderjarig meisje te zien is die op bed ligt. Dit meisje valt in de leeftijd van tussen de 8 en 10 jaar oud. Te zien is dat dit meisje door een vrouw met een dildo in haar vagina wordt
gepenetreerd. Het meisje lijkt erg tegen te werken en probeert los te komen. Het meisje wordt ook anaal en vaginaal gevingerd. Een screenshot is onder nummer 4 in de toonmap en bijlage III opgenomen.
Ontuchtige handelingen
Ik trof een video aan waarin een meisje te zien is die naakt voor de camera staat. Het meisje is tussen de 10 en 15 jaar oud. Het meisje maakt met haar rechterhand snelle bewegingen over haar vagina en met haar linkerhand wrijft ze over haar linker borst. Een screenshot is onder nummer 5 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof een afbeelding aan van een meisje in bad die een stijve penis in haar beide handen houdt. Het meisje is tussen de 3 en 5 jaar oud en zit in een volgelopen bad. De afbeelding is onder nummer 6 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof een afbeelding aan van een naakt meisje in de leeftijd tussen de 5 en 10 jaar oud. Het meisje kijkt in de camera en houd met haar linkerhand een stijve penis vast. Het meisje houd deze penis tegen haar lippen aan. De afbeelding is onder nummer 7 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof een afbeelding aan van een meisje die naakt op een man zit. Het meisje heeft de leeftijd van tussen de 5 en 8 jaar oud. De man ligt op een bed en heeft alleen zijn onderlichaam ontbloot. Het meisje zit bovenop de man en houdt met haar linkerhand de stijve penis van de man vast. Het meisje houdt de stijve penis van de man in de buurt van haar billen en vagina. De afbeelding is onder nummer 8 in de toonmap en bijlage III opgenomen.
Poseren
Ik trof een afbeelding aan van een meisje die naakt op de grond zit. Het meisje heeft de leeftijd van tussen de 4 en 8 jaar oud. De afbeelding is er een uit een serie en op deze is te zien dat het meisje huilend in de camera kijkt. De foto is dusdanig genomen dat de vagina van het meisje goed in beeld komt. De afbeelding is onder nummer 9 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof een afbeelding aan van een meisje die naakt op bed ligt. Het meisje is heeft de leeftijd van tussen de 5 en 10 jaar oud. Het meisje heeft zwarte netpanty's aan en haar handen zijn boven haar hoofd bij elkaar gebonden met touw. Ook de onderbenen van het meisje zijn aan haar bovenbenen vastgebonden met touw. Hierdoor zijn de benen van het meisje uit elkaar geduwd en is haar vagina goed zichtbaar. Het meisje kijkt lachend in de camera. De afbeelding is onder nummer 10 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof een afbeelding aan van een meisje die in lingerie op haar rug ligt. Het meisje is ergens tussen de 7 en 12 jaar oud. De beginnende borstvorming en de tepels van het meisje zijn zichtbaar. De afbeelding is onder nummer 11 in de toonmap en bijlage III opgenomen.
Overige seksuele handelingen
Ik trof een afbeelding aan van een minderjarig meisje waarbij een stijve penis tegen haar kin wordt gehouden. De leeftijd van het meisje is tussen de 8 en 15 jaar oud. Het meisje heeft een witkleurige substantie op haar wang welke gelijkend is op sperma. De afbeelding is onder nummer 12 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof een afbeelding aan van een minderjarig meisje waarbij een stijve penis tegen haar tong wordt gehouden. De leeftijd van het meisje is tussen de 3 en 5 jaar oud. De afbeelding is onder nummer 13 in de toonmap en bijlage III opgenomen. Ik trof een video aan van een meisje die naakt en op haar rug op een bed ligt. Bovenop het meisje zit een man die zichzelf aftrekt voor het gezicht en mond van het meisje. De leeftijd van het meisje is ergens tussen de 5 en 8 jaar oud. Het meisje neemt af en toe de penis ook in haar mond. De man komt uiteindelijk klaar en er is dan te zien dat de man in de mond van het meisje ejaculeert. Een screenshot is onder nummer 14 in de toonmap en bijlage III opgenomen.
Op grond van het bovenstaande constateer ik dat zich op de digitale gegevensdragers en voorwerpen die bij verdachte in beslag zijn genomen kinderpornografische bestanden bevonden. 90 van de kinderpornografische afbeeldingen waren, vanwege de locatie van de bestanden op de gegevensdrager, de manier waarop de bestanden daar gekomen zijn en de rol van verdachte daarbij, voor de gebruiker benaderbaar. De 90 afbeeldingen heb ik verwerkt in de collectiescan (bijlage II). Uit de afbeeldingen (foto's en video's) heb ik een representatieve doorsnede van 14 afbeeldingen geselecteerd. Deze afbeeldingen zijn in de collectiescan (bijlage II) vermeld met een afbeeldingnummer 1 t/m 14. In het Overzicht Geselecteerde afbeeldingen (bijlage III) zijn die afbeeldingen nogmaals opgenomen, onder vermelding van onder andere de bestandsnaam en het bestandspad.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juli 2023, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] en [naam] :
In iOS wordt een afbeelding normaal gesproken opgeslagen in de "DCIM" (Digital Camera Images) map op het moment dat je een foto maakt met de ingebouwde camera van je iOS apparaat. Dit gebeurt als volgt:
Fotomoment: Wanneer je de camera van je iOS-apparaat opent en een foto maakt, wordt deze direct vastgelegd en opgeslagen in een tijdelijke buffer of cache.
Verplaatsing naar DCIM: Zodra de foto is vastgelegd, wordt deze automatisch verplaatst naar de "DCIM" map op het interne opslaggeheugen van je apparaat.
Toegang via de Foto's-app: Na verplaatsing naar de "DCIM" map wordt de foto automatisch weergegeven in de "Foto's"-app van je iOS-apparaat, waar je alle recent gemaakte foto's kunt bekijken en organiseren.
Screenshots en afbeeldingen die door de gebruiker worden opgeslagen vanuit andere apps (bijvoorbeeld Whatsapp, internetbrowser ed) worden ook opgeslagen in de DCIM map. Deze afbeeldingen zijn te benaderen vanuit "Foto's"-app op het iOS-apparaat.
Afbeeldingen die bewerkt worden door de gebruiker worden opgeslagen in de submap Mutations. Met bewerken wordt onder anderen bedoeld, bijsnijden, draaien enzovoort. De originele afbeelding blijft bewaard in de map DCIM.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Uit de inhoud van de opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op de telefoon van verdachte 274 bestanden zijn aangetroffen die als kinderpornografisch kunnen worden gekwalificeerd. Voornoemde bestanden zijn verspreid aangetroffen in een drietal
submappen, te weten Photodata, Metadata en DCIM. Uit Bijlage III van dit proces-verbaal (Overzicht van geselecteerde afbeeldingen) blijkt uit de weergegeven bestandspaden dat zowel sprake is van DCIM als Mutations\DCIM paden. De mappen Metadata en Mutations zijn submappen van Photodata. Afbeeldingen die bewerkt worden door de gebruiker worden opgeslagen in de submap Mutations De originele afbeelding blijft bewaard in de map DCIM. [2] De rechtbank is van oordeel dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld in hoeverre er 274 kinderpornografische bestanden zijn aangetroffen omdat mogelijk sprake is van dubbeltelling. De rechtbank stelt vast dat op de telefoon van verdachte in ieder geval 90 kinderpornografische bestanden zijn aangetroffen die voor verdachte benaderbaar waren. Deze afbeeldingen zijn verwerkt in de bij het proces-verbaal als bijlage gevoegde collectiescan. Deze collectiescan bevat voor elk van de afbeeldingen afzonderlijk een weergave van de op die afbeeldingen aangetroffen strafbare elementen.
De rechtbank overweegt voorts dat bij de vaststelling of sprake is van opzet op het bezit van kinderpornografische afbeeldingen het volgende criterium dient te worden gehanteerd. Degene op wiens gegevensdrager kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen is strafbaar wegens het opzettelijk in bezit hebben daarvan indien hij zich - in meer of mindere mate - bewust is van deze aanwezigheid van de bestanden, hierover beschikkingsmacht heeft, en de bedoeling heeft deze afbeeldingen te bewaren. Gelet op de locatie van de 90 kinderpornografische bestanden op de telefoon van verdachte, de wijze waarop die bestanden daar zijn gekomen en de rol van verdachte daarbij, waren deze bestanden voor verdachte benaderbaar. Uit de inhoud van de opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat er onder meer kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen in een submap waarin afbeeldingen worden opgeslagen die door de gebruiker van de telefoon zijn bewerkt. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte ook bewust en actief handelingen heeft verricht ten aanzien van de op de telefoon van verdachte aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen en bekend was met de aanwezigheid van deze afbeeldingen op zijn telefoon. Dat verdachte bewust is geweest van de kinderpornografische afbeeldingen op zijn telefoon en daarover kennelijk ook wilde (blijven) beschikken blijkt voorts ook uit de eigen verklaring van verdachte inhoudende dat hij wist dat er kinderpornografische afbeeldingen op zijn telefoon stonden, maar dit voor hem geen aanleiding vormde de afbeeldingen op enig moment te verwijderen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank derhalve van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode 90 kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven en in bezit heeft gehad.
Partiële vrijspraak
Gelet op de relatief geringe hoeveelheid van het op de telefoon van verdachte aangetroffen kinderpornografisch materiaal kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verwerven en in bezit hebben van voornoemd kinderpornografisch materiaal, zodat verdachte hiervan partieel zal worden vrijgesproken.
parketnummer 18.209023.23
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 18 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 5 maart 2023 was ik in het zwembad [naam] te [plaats] . Ik had een roze zwembroek aan.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 maart 2023,
opgenomen op pagina 14 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer
2023058088 (onderzoek Odessa) d.d. 9 augustus 2023, inhoudend als verklaring van
[naam] :
Op 5 maart 2023 ging ik samen met mijn vrouw en kinderen zwemmen in het zwembad in [plaats] , [naam] . Op enig moment kwam [naam] huilend bij ons. Ze zei dat ze buikpijn had. Ze zei dat een man in de stroomversnelling aan haar had gezeten. Ik heb haar gevraagd wie het was. Ze knikte naar een man die vrij dicht bij ons zat. Ik ben toen met mijn dochter naar de badpost gegaan en heb mijn verhaal gedaan. Ik heb toen gezegd dat die man onze dochter had betast. Hij droeg een fel roze zwembroek. We zijn naar huis gegaan en gingen eten. [naam] had geen trek en was echt van de kaart. Ze was heel rustig en zei helemaal niets. Ze had er echt buikpijn van en een misselijk gevoel. Ik vroeg aan haar (
de rechtbank begrijpt: [naam] [slachtoffer 13]) of het ook per ongeluk gebeurd kon zijn. Ze zei: “Nee, als hij dat niet gemerkt heeft, dat kan niet.”
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 juli
2023, opgenomen op pagina 42 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer 13] :
A: Op 5 maart 2023 was ik in zwembad [naam] te [plaats] . In de stroomversnelling pakte een man mij vast bij mijn kruis. De man draaide zich zo ineens om. En toen ging hij voor me staan en pakte mij bij mijn kruis.
(…)
V: Maar raakte hij jou dan heel zachtjes aan, of?
A: Nee, hard.
V: Hard, oké. En wat is ‘hard'?
A: Gewoon, pijnlijk.
(...)
A: Ik schrok.
V: En wat deed hij toen zijn hand daar bij jouw kruis zat?
A: Toen ging hij knijpen.
(…)
V: En je zegt: “Hij doet zijn hand hier.”
0: Verbalisant [naam] houdt haar rechterhand voor haar bovenlichaam met de vingers omhoog gebogen terwijl ze bovenstaande zegt.
V: Wat zit daar dan, wat je aanwees? Hoe noem jij dat?
A: Gewoon, mijn plasser.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 maart
2023, opgenomen op pagina 12 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Aan ons is verzocht het verbod voor [naam] te [plaats] aan [verdachte] uit te reiken. Ik zei tegen [verdachte] dat wij een brief voor hem hadden vanuit het zwembad. Ik hoorde [verdachte] zeggen: “Ik weet waar het over gaat. Ik kwam per ongeluk met mijn hand tegen haar aan.”
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader
Aan de rechtbank ligt in de eerste plaats de vraag voor of verdachte de genoemde handelingen heeft gepleegd. In de tweede plaats dient te worden vastgesteld of deze handelingen als ontuchtige handelingen in de zin van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht te kwalificeren zijn, waarbij van belang is dat er sprake moet zijn van een handeling van seksuele aard die in strijd is met de thans geldende sociaal-ethische norm.
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de rechtbank voorop dat zedenzaken als de onderhavige zich doorgaans laten kenmerken door het gegeven dat slechts twee personen aanwezig waren bij de ten laste gelegde seksuele handeling, te weten de vermeende dader en het vermeende slachtoffer. Bij een ontkennende verdachte brengt dit in veel gevallen mee dat slechts de verklaring van het vermeende slachtoffer als wettig bewijsmiddel kan dienen. Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechtbank niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Voor een bewezenverklaring dient er dan ook sprake te zijn van steunbewijs, afkomstig van een andere bron dan aangeefster. In zedenzaken kan een geringe mate van steunbewijs in combinatie met de betrouwbare verklaring(en) van het slachtoffer voldoende wettig bewijs opleveren. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat de ontucht als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het voldoende is dat de verklaring van aangeefster op bepaalde punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. Daar staat tegenover dat tussen de verklaring en het overige bewijsmateriaal een niet te ver verwijderd verband mag bestaan.
Verklaring van het slachtoffer
Met de verdediging constateert de rechtbank dat [slachtoffer 13] aanvankelijk heeft verklaard te zijn betast aan haar billen en pas op een later moment heeft verklaard door verdachte in haar kruis te zijn gegrepen. Anders dan de verdediging verbindt de rechtbank daaraan echter niet de conclusie dat er vraagtekens dienen te worden gezet bij de verklaring die [slachtoffer 13] tijdens het kindvriendelijke studioverhoor heeft afgelegd. De rechtbank merkt in dat verband op dat zij tijdens het kindvriendelijke studioverhoor authentiek en op gedetailleerde wijze heeft verklaard over het grijpen door verdachte in haar kruis en de omstandigheden waaronder deze handeling heeft plaatsgevonden. Ook heeft
[slachtoffer 13] verklaard waarom zij in eerste instantie niet heeft verklaard bij haar kruis te zijn gegrepen, namelijk omdat die [slachtoffer 13] dacht dat haar vader in dat geval boos op haar zou worden. Dat de verklaring van [slachtoffer 13] in die zin niet op alle onderdelen consistent is acht de rechtbank, gelet op haar jonge leeftijd bovendien voorstelbaar. Voorts merkt de rechtbank in dat verband op dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat
[slachtoffer 13] niet naar waarheid zou verklaren. De rechtbank acht de verklaring van
[slachtoffer 13] derhalve betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
Steunbewijs
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank voorts van oordeel dat de verklaring van
[slachtoffer 13] bovendien in belangrijke mate wordt ondersteund door de verklaring die verdachte ten overstaan van verbalisant [naam] heeft afgelegd. Uit het door verbalisant [naam] op ambtseed opgemaakte proces-verbaal blijkt immers dat verdachte heeft verklaard dat hij met zijn hand tegen [slachtoffer 13] is aangekomen. De rechtbank neemt tevens in aanmerking de door aangever [naam] bij [slachtoffer 13] waargenomen emotionele gemoedstoestand kort voordat zij aan die [naam] vertelde dat een man haar had betast. Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee voldaan aan de bewijsminimumregel van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in het kruis van aangeefster heeft gegrepen. Dit handelen kan worden gekwalificeerd als een ontuchtige handeling in de zin van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht. Immers, het aanraken van het kruis, ook wel de schaamstreek, van een voor verdachte onbekend meisje is een handeling van seksuele aard die in strijd is met de thans geldende sociaal-ethische norm. Uit het hiervoor onder 4 opgenomen proces-verbaal kan worden afgeleid dat verdachte de betasting van [slachtoffer 13] (aanvankelijk) heeft erkend maar de opzet heeft betwist. De rechtbank is van oordeel dat de gedetailleerde verklaring van [slachtoffer 13] over het gedrag van verdachte en haar eigen gemoedstoestand de verklaring van verdachte ongeloofwaardig maken. Door het onverhoedse karakter van de handeling is de rechtbank van oordeel dat verdachte de aangeefster tevens heeft gedwongen die ontuchtige handeling te dulden, zodat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 18 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb de Samsung telefoon die onder mij in beslag is genomen in gebruik gehad en de telefoon was mijn eigendom. Niemand anders heeft die telefoon in gebruik gehad en ik heb de toegangscode van die telefoon niet bewust met een ander gedeeld. Ik heb wel eens op de app Telegram gezeten en op die app aan chatgroepen deelgenomen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 maart 2023, opgenomen op pagina 22 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023058088 (onderzoek Odessa) d.d. 9 augustus 2023, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] en [naam] :
Op 9 maart 2023 vertelden wij [verdachte] dat wij zijn gegevensdragers in beslag wilden nemen en onderzoeken. [verdachte] overhandigde ons een Samsung Galaxy A8 (goednummer 1583030).
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2023, opgenomen op pagina 30 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Op 13 maart 2023 werd het in dit proces-verbaal genoemde goed ontvangen van het
onderzoeksteam. Ik zag dat het goed de volgende eigenschappen had:
Merk: Samsung
Type: SM-A530F/DS
Goednummer: 1583030
Tijdens het veiligstellen zag ik meerdere beelden die vermoedelijk voldoen aan de criteria van artikel 240b van het Wetboek dan strafrecht. Ik zag dat bijna al deze vermoedelijk strafbare kinderpornografische afbeeldingen in het bestandspad " Telegram". Telegram werkt net als SMS of iedere andere 'messenger' zoals onder andere WhatsApp. Je kunt foto's, video’s en documenten versturen naar iedereen in je contactenlijst die ook Telegram hebben.
Ik zag in de data dat Telegram op 30/10/2022 werd ‘aangekocht’ en geïnstalleerd.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (TBKK) en porno tussen mens en dier d.d. 3 juli 2023, inclusief bijlagen, inhoudend als relaas van verbalisant M. Boekholt:
De navolgende goederen zijn in beslag genomen:
Beslagcode Soort goed Bijzonderheid
1583030 Mobiele telefoon Samsung Galaxy A8
Alle in het onderzoek betrokken goederen heb ik visueel gecontroleerd op de kennelijke aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal. Vervolgens heb ik vastgesteld dat op de gegevensdrager met beslagcode 1583030 in totaal 117 afbeeldingen voorkwamen die volgens de bovengenoemde criteria kinderpornografisch zijn. Het betreft hier 53 foto's en 64 films/video's. De goederen met de onderstaande beslagcodes zijn onderzocht en daarop is strafbaar materiaal aangetroffen.
Uit de afbeeldingen (foto's en films/video's) verwerkt in bijgevoegde collectiescan
(bijlage II), zijnde een inhoudelijke beoordeling van het aangetroffen kinderpornografisch materiaal, heb ik een representatieve doorsnede van 15 kinderpornografische afbeeldingen samengesteld. De bestandsnamen van deze afbeeldingen heb ik in bijlage II vermeld onder de desbetreffende seksuele handeling.
Penetratie
Er zijn video afbeeldingen aangetroffen waarbij er sprake is van penetratie.
Bestandsnaam [naam]
Kindje in de geschatte leeftijd van 2 tot 4 jaar oud wordt gepenetreerd door een volwassen erecte penis.
Bestandsnaam [naam]
Vaginale penetratie van een volwassen penis bij een meisje in de geschatte leeftijd van
2 tot 4 jaar oud.
Bestandsnaam [naam]
Anale penetratie van een volwassen penis bij een meisje in de geschatte leeftijd van tussen 7 en 10 jaar oud. Aan het eind van de film lijkt er een sperma achtige substantie uit het gat te lopen.
Bestandsnaam [naam]
Orale penetratie door een volwassen penis in de mond van een meisje in de geschatte leeftijd van ongeveer 3 tot 5 jaar oud.

Ontuchtige handelingen

In de fotomap werden video afbeeldingen vertoond van seksuele handelingen tussen minderjarige meisjes onderling, minderjarige meisjes bij zichzelf, een minderjarige jongen met een minderjarig meisje, volwassenen met minderjarigen.
Bestandsnamen
[naam]
.mp4
Meisjes in de leeftijd van ongeveer 8 tot 15 jaar oud die poseren en bewegen voor de camera en handelingen bij zich zelf plegen of bij elkaar zoals met hand en vinger bij de geslachtdelen en borsten en voorwerpen in de vagina steken.
Bestandsnaam [naam] .mp4
Mogelijk volwassen vrouw die likt aan een erect piemeltje van een jongen in de geschatte leeftijd van ongeveer 6 tot 8 jaar oud.
Bestandsnaam [naam] .mp4
Volwassen blote vrouw speelt met jongetje van ongeveer 2 a 3 jaar oud. Het spel lijkt voor de vrouw met als doel het een seksuele lading te geven.
Poseren
Er is sprake van poserend fotomateriaal waarbij de meisjes tussen ongeveer 12 tot 17 jaar oud niet bij de kleding passende kleding dragen of geheel ontkleed zijn en daarbij onnatuurlijke houdingen aannemen.
Bestandsnamen:
- [naam]
- [naam]
Bestandsnaam - [naam]
Meisje van ongeveer 9 tot 10 jaar oud die op een soort bed ligt met de benen gespreid waarbij de vagina duidelijk in beeld is.
Benaderbaarheid kinderpornografisch afbeeldingen
De kinderpornografische foto- en videoafbeeldingen werden aangetroffen in het bestandssysteem met in het bestandspad Telegram. Uit onderzoek aan de historische (internet)data bleek dat de gebruiker Telegram gebruikte of had gebruikt.
Bewijsoverweging
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Uit de inhoud van de opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op de telefoon van verdachte 53 afbeeldingen en 64 video’s zijn aangetroffen die als kinderpornografisch kunnen worden gekwalificeerd. Uit het bestandspad van deze bestanden stelt de rechtbank voorts vast dat de bestanden afkomstig zijn van de applicatie Telegram, in die zin dat zij door gebruikmaking van deze applicatie op de telefoon van verdachte zijn komen te staan. Uit de data van de telefoon van verdachte blijkt dat de applicatie Telegram op 30 oktober 2022 op de telefoon van verdachte is geïnstalleerd. Verdachte heeft ook bekend dat hij op zijn telefoon gebruik heeft gemaakt van de applicatie Telegram en op die applicatie heeft deelgenomen aan chatgroepen.
De rechtbank overweegt in het kader van de vaststelling of sprake is van opzet op het bezit van voornoemd kinderpornografisch materiaal voorts dat reeds op 16 augustus 2021 onder verdachte een telefoon in beslag is genomen waarop kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen. Verdachte was derhalve bekend met het bezit van kinderpornografisch materiaal op een andere telefoon van hem. Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachte zich bewust is geweest van de aanwezigheid van de bestanden op zijn Samsung-telefoon en hierover beschikkingsmacht heeft gehad. De rechtbank gaat daarom voorbij aan het verweer van de raadsvrouw inhoudende dat verdachte geen opzet heeft gehad op het bezit van voornoemd kinderpornografisch materiaal.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank derhalve van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode 53 kinderpornografische afbeeldingen en 64 kinderpornografische video’s heeft verworven en in bezit heeft gehad.
Partiële vrijspraak
Gelet op de relatief geringe hoeveelheid van het op de telefoon van verdachte aangetroffen kinderpornografisch materiaal kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verwerven en in bezit hebben van voornoemd kinderpornografisch materiaal, zodat verdachte hiervan partieel zal worden vrijgesproken.
De rechtbank is voorts van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte ook vóór de datum waarop de applicatie Telegram is aangeschaft, te weten 30 oktober 2022, voornoemd kinderpornografisch materiaal heeft verworven en in bezit heeft gehad, zodat verdachte in zoverre eveneens partieel zal worden vrijgesproken.
parketnummer 18.050824.24
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank verwijst hiertoe naar wat hiervóór over artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht is vooropgesteld en overweegt verder het volgende. Verdachte wordt verweten dat hij van [slachtoffer 10] de naam en een foto met daarbij een seksueel getinte tekst heeft geplaatst op Instagram. Mede gelet op de context waarin deze gedraging zou zijn verricht, kan niet kan worden geoordeeld dat hiermee aan derden daadwerkelijk het idee is gegeven dat zij te maken hebben gehad met [slachtoffer 10] . Dat brengt mee dat het op artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht toegesneden en aan verdachte ten laste gelegde oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van
[slachtoffer 10] te verhelen of misbruiken door opzettelijke en wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens van aangeefster niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 18 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik maakte in oktober 2023 gebruik van het Instagram-account ‘@ [naam] ’.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 november 2023, opgenomen op pagina 14 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023295596 d.d. 6 februari 2024, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer 10] :
Op 27 oktober 2023 kreeg ik een berichtje van mijn vader. Mijn vader zei dat privéfoto’s van mij rondgingen. Ik zag hierna direct de seksueel getinte foto waarin mijn werkgever en ik getagd waren. Ik zag dat dit bericht al 13 uur online stond. Ik zag dat het een foto van mij slapend in een bed was. Ik had een pyjama aan en zag dat een hand de deken van mij aftrekt. Ik zag dat dit een halfnaakte foto van mij betrof waarop mijn billen te zien zijn. Ik herken mijzelf in deze foto aan de pyjama die van mij is en het dekbed dat [verdachte] destijds had, want hij had er maar één. Ook zie ik de handen van [verdachte] in de foto. Op 28 oktober 2023 zag ik dat ik een bericht had ontvangen van [naam] . Ik ken [naam] , omdat hij vroeger de beste vriend van [verdachte] was. Hij zei dat hij gister op het eigen account van [verdachte] zag dat foto's van mij telkens in zijn verhaal werden gedeeld op Instagram en weer verwijderd. [naam] heeft mij screenshots van de berichten van [verdachte] gestuurd. Ik zag op de screenshots dat deze foto's waren gedeeld op het volgende Instagram-account: ‘ [naam] ’.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 1 december 2023, opgenomen op pagina 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Op 27 oktober 2023 keek ik op mijn Instagram en zag ik een story van het account [naam] voorbij komen. Ik zag twee foto’s. De ene foto was een normale pose van [slachtoffer 10] . De tweede foto in diezelfde story was een foto van een half naakte blanke vrouw. Ik zag dat ze op een wit laken lag en haar blote billen te zien waren. Ik zag nog een deel van de onderrug waarbij de vrouw een shirt droeg. Ik zag tevens dat een deken van haar werd afgetrokken. Deze deken ging iets omhoog. Ik zag hier een duidelijke mannenhand met twee knokkels in beeld. Ik zag dat [slachtoffer 10] in deze foto was getagd door [verdachte] .
Bewijsoverweging
De rechtbank is op basis van de inhoud van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen van oordeel dat de gebruiker van het account ‘ [naam] ’ op 27 oktober 2023 een foto op Instagram heeft geplaatst en dat deze foto, zoals omschreven door getuige [naam] , een naaktfoto van aangeefster betreft. De foto zoals omschreven door getuige [naam] komt namelijk overeen met de naaktfoto zoals omschreven door aangeefster, waarop zij zichzelf heeft herkend. De rechtbank is bovendien van oordeel dat het verdachte moet zijn geweest die deze foto heeft geplaatst, omdat ‘ [naam] ’ destijds zijn Instagram-account was. De rechtbank ziet in het dossier geen enkele aanwijzing die erop zou kunnen wijzen dat een ander gebruik zou hebben gemaakt van dat account. De rechtbank acht het onder 1 subsidiair ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2025;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 november
2023, opgenomen op pagina 72 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023295596 d.d. 6 februari 2024, inhoudend de verklaring van
[naam] .
parketnummer 18.309779.24
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2025;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 mei 2024,
opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024239350 d.d. 2 september 2024, inhoudend de verklaring van [naam] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder parketnummer 16.269572.22 subsidiair ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.021629.23 ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.209023.23 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.050824.24 onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18.309779.24 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
parketnummer 16.269572.22
hij in de periode van 31 juli 2021 tot en met 18 oktober 2022, op diverse data en tijdstippen, te [plaats] , meermalen in het openbaar bij geschrift of afbeelding, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en
[slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] heeft beledigd, immers heeft, hij, verdachte:
- op de datingapp "KIK" en/of op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 1] geplaatst met daarbij onder meer de tekst "Ze houd de eikel in haar mond en trekt heel snel tot het zaad in haar mond spuit" en
- op de datingapp "KIK" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die
[slachtoffer 2] geplaatst en
- op de sekssite www. [naam] en/of op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 3] geplaatst, met daarbij onder meer de tekst "Cum on this whore" en/of een afbeelding van een penis en
- op de (chat)site “ [naam] ” de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 4] geplaatst en
- op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 6] en/of (een) daarbij naaktfoto(’s) geplaatst, met daarbij onder meer de tekst “ [slachtoffer 6] . 19 old from the city [plaats] . Feel free to fuck me make me drunk and rape my ass and let me lay in the dark forrest filled with your cum en
- op de sekssite www. [naam] de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 7] geplaatst, met daarbij onder meer de tekst “ [slachtoffer 7] dikke slet” en
- op de datingapp "KIK" en/of op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 8] geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) geplaatst en
- op de sekssite www. [naam] de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 9] geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) geplaatst en
- op de datingapp "KIK" en/of op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) (onder meer van de blote billen) van die [slachtoffer 10]
geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) geplaatst en/of met daarbij onder meer de tekst “kleine anaalslet”
parketnummer 18.021629.23
hij in de periode van 7 september 2020 tot en met 16 augustus 2021 te [plaats] een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon merk Apple, bevattende 90 afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingnummers 01, 02, 03 en 04 in de toonmap)
en het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong/mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong/mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingnummers 05, 06, 07 en 08 in de toonmap)
en het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto('s)/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingnummers 09, 10 en 11 in de toonmap)
en het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is waarbij de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingnummers 12, 13 en 14 in de toonmap).
parketnummer 18.209023.23
1.
hij op 5 maart 2023 te [plaats] , door een feitelijkheid iemand, te weten [slachtoffer 13] , heeft gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling, te weten het grijpen in het kruis van die [slachtoffer 13] , waarbij die feitelijkheid heeft bestaan uit het onverhoeds grijpen in het kruis van die [slachtoffer 13] .
2.
hij in de periode van 30 oktober 2022 tot en met 9 maart 2023 te [plaats] een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon Samsung, bevattende 53 afbeeldingen en 64 video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen: [naam] ; [naam] _ [naam] ; [naam] )
en het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong/mond betasten en/of aanraken van (het) geslachtsde(e)l(en), de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong/mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen: [naam] ; [naam]
.mp4; [naam] .mp4;
[naam] .mp4)
en het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto('s)/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsnamen: - [naam] ;
- [naam] ;
- [naam] )
en het masturberen boven/bij en ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is waarbij de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsnaam: [naam] ).
parketnummer 18.050824.24
1.
hij op 27 oktober 2023 te [plaats] , van een persoon, [slachtoffer 10] , een afbeelding van seksuele aard, te weten een foto waarop de blote billen van voornoemde [slachtoffer 10] te zien zijn, openbaar
heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn;
2.
hij op 28 oktober 2023 te [plaats] , opzettelijk de eer en de goede naam van [naam] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door foto's van voornoemde [naam] op Instagram te plaatsen met daarbij de teksten: “ [slachtoffer 14] , zeer agressief en gewelddadig. Zelf actief in de politiek en alsnog als een gek op een 25 jarige inrammen” en “' [slachtoffer 14] deze man heeft mij vanmiddag mishandeld. Ik heb een gebroken neus en een gebroken borstkas. Met mij gaat het nu ok, maar voor anderen wil ik graag zeggen pas op voor deze man. Hij is woonachtig in Kolderveen” en daarbij voornoemde [naam] en diens bedrijf te taggen.
parketnummer 18.309779.24
hij op 18 mei 2024 te [plaats] , opzettelijk de eer en de goede naam van [naam] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door een bericht op Instagram te posten met de tekst "Stel je voor.. je wordt het ziekenhuis in geslagen door een directeur van [naam] die werkzaam is in de jeugdhulp. En nu daardoor op non actief wordt gesteld en nog meerdere slachtoffers kan maken... pas op voor [slachtoffer 14] " en met daarbij een foto van voornoemde [naam] .
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 16.269572.22
1.
subsidiair:eenvoudige belediging, meermalen gepleegd.
parketnummer 18.021629.23
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben.
parketnummer 18.209023.23
1.
primair: feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
2. een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
parketnummer 18.050824.24
1.
subsidiair: het van een persoon een afbeelding van seksuele aard openbaar maken,
terwijl hij weet dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn;
2. smaad.
parketnummer 18.309779.24
smaad.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 16.269572.22 primair ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.021629.23 ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.209023.23 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.050824.24 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18.309779.24 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De officier van justitie heeft gevorderd aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden te verbinden zoals door de reclassering in het rapport van 29 november 2024 geadviseerd. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht zal worden opgelegd, inhoudende contactverboden met de in de tenlasteleggingen genoemde personen. De officier van justitie heeft tot slot gevorderd dat de op te leggen voorwaarden, het hierop uit te oefenen toezicht en de contactverboden op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht dadelijk uitvoerbaar zullen worden verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat bij de strafoplegging rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn. In het bijzonder heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de gewenste hulpverlening niet kan worden opgestart indien aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur zal worden opgelegd. Tot slot heeft de raadsvrouw bepleit dat aan verdachte geen maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht zal worden opgelegd nu verdachte heeft verklaard zich te zullen houden aan eventueel aan hem op te leggen contactverboden als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport van 29 november 2024, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich in de periode van 31 juli 2021 tot en met 18 oktober 2022 schuldig gemaakt aan het beledigen van negen jongvolwassen vrouwen door de namen, telefoonnummers en foto’s van die vrouwen op verschillende sociale media en digitale (seksgerelateerde) platforms te plaatsen en daarbij seksueel getinte en beledigende teksten en/of naaktfoto’s van andere willekeurige vrouwen te plaatsen. Ook heeft verdachte op 27 oktober 2023 op zijn Instagram-account een foto openbaar gemaakt waarop de blote billen van één van voornoemde slachtoffers, met wie verdachte tot 7 april 2022 nog een relatie had, te zien waren. Als gevolg van het handelen door verdachte kregen de slachtoffers ongevraagd vele obscene berichten en oneerbare voorstellen van onbekende mannen. Doordat de foto’s en gegevens van de slachtoffers naar verwachting nog lang op het internet zijn terug te vinden zullen de nadelige gevolgen voor de slachtoffers bovendien niet direct eindigen. Deze nadelige gevolgen blijken onder meer uit de inhoud van de aangiftes, de onderbouwing van de vorderingen van de benadeelde partijen en de verschillende schriftelijke slachtofferverklaringen. Verdachte heeft de slachtoffers met zijn handelen niet alleen op zeer grove wijze beledigd, maar heeft hen ook schaamte doen ervaren door de wetenschap dat onbekenden kennis hebben kunnen nemen van seksueel getinte afbeeldingen en teksten die aan hun gekoppeld zijn.
Ook heeft verdachte zich op 28 oktober 2023 en 18 mei 2024 schuldig gemaakt aan smaad door op zijn Instagram-account foto’s te plaatsen van de vader van eerdergenoemde
ex-vriendin van verdachte, en daar teksten aan toe te voegen waarmee verdachte het slachtoffer beschuldigt van mishandeling en tevens verwijst naar de maatschappelijke carrière en werkzaamheden van het slachtoffer in de politiek en hulpverlening. Door aldus te handelen heeft verdachte publiekelijk en doelbewust de eer en goede naam van het slachtoffer aangetast.
Daarnaast heeft verdachte op 5 maart 2023 een meisje - destijds slechts elf jaren oud - gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling door in een zwembad onverhoeds in het kruis van het slachtoffer te grijpen. Door aldus te handelen heeft verdachte op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van het nog jonge slachtoffer geschonden. Het is een feit van algemene bekendheid dat zulk handelen vaak langdurige en ernstige schade kan toebrengen aan de geestelijke gezondheid van het slachtoffer en diens normale en gezonde seksuele ontwikkeling. Dat het handelen van verdachte veel indruk heeft gemaakt op het slachtoffer blijkt ook uit haar schriftelijke slachtofferverklaring. Het slachtoffer kampt tot op de dag van vandaag met gevoelens van angst en verdriet als gevolg van het handelen van verdachte.
Tot slot heeft verdachte zich in de periode van 7 september 2020 tot en met 16 augustus 2021 en de periode van 30 oktober 2022 tot en met 9 maart 2023 schuldig gemaakt aan het verwerven en bezitten van kinderpornografisch materiaal. Op de onder verdachte in beslag genomen telefoons zijn in totaal 207 bestanden aangetroffen die als kinderpornografisch zijn geclassificeerd en voor verdachte toegankelijk waren. Een groot aantal van deze bestanden betrof zeer schokkend kinderpornografisch beeldmateriaal. Kinderen die worden misbruikt voor de productie van pornografische afbeeldingen en video’s kunnen grote geestelijke en lichamelijke schade oplopen die hun verdere ontwikkeling ernstig kan schaden. Ook kunnen zij nog geruime tijd geconfronteerd worden met de gevolgen van de productie van de pornografische beelden waarvoor zij zijn misbruikt. In de praktijk is het namelijk vrijwel onmogelijk om een foto of video die eenmaal op internet te vinden is, blijvend te verwijderen. Met zijn handelen heeft verdachte een bijdrage geleverd aan de instandhouding van een markt waarop kinderpornografisch materiaal wordt aangeboden en waarvan voor de productie (zeer jonge) kinderen worden misbruikt.
De rechtbank rekent verdachte dit alles zeer aan, te meer nu verdachte voor het overgrote deel van de bewezen verklaarde strafbare feiten is blijven ontkennen, op geen enkele wijze spijt heeft betuigd of verantwoordelijkheid heeft genomen en geen rekenschap heeft afgelegd over hetgeen hij de slachtoffers heeft aangedaan.
Persoon van verdachte
Over verdachte is een rapport opgemaakt door de Reclassering Nederland. Hierin schrijft de reclassering dat de risicofactoren voor herhaling moeilijk zijn te bepalen, gelet op de proceshouding van verdachte. Wel heeft de reclassering zorgen over het psychisch welzijn van verdachte, zijn seksuele neigingen en zijn alcoholgebruik. Gelet op de ontkennende houding van verdachte heeft de reclassering ook moeilijk een professioneel oordeel kunnen vormen over de kans op recidive. Wel merkt de reclassering op dat bij veroordeling kan worden gesproken van een patroon van seksueel grensoverschrijdend gedrag dat zich van ‘hands-off’ naar ‘hands-on’ lijkt te hebben ontwikkeld. Het recidiverisico op een seksueel delict wordt ingeschat als hoog. Ondanks de ontkennende houding van verdachte benadrukt de reclassering dat zij zorgen hebben over de onderliggende oorzaken van het delictgedrag die voor de reclassering niet inzichtelijk zijn geworden. De ernst van de feiten, de zorgen over de seksueel deviante neigingen van verdachte en de (matig-)hoge kans op seksuele recidive maakt dat de reclassering een behandeling in een forensische setting aangewezen acht. De reclassering adviseert daarnaast een diagnostisch onderzoek te laten plaatsvinden als onderdeel van een ambulante behandeling.
Gelet op het voorgaande adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden dat verdachte zich meldt bij de reclassering, zal meewerken aan een ambulante behandeling en - indien geïndiceerd – aan een kortdurende klinische opname, zal meewerken aan middelencontrole, contact met minderjarigen en kinderpornografisch materiaal zal vermijden en geen contact zal hebben of zoeken met de slachtoffers. De verdachte heeft zich ter terechtzitting van 18 februari 2025 bereid verklaard mee te werken aan de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering in het rapport van 29 november 2024 geformuleerd.
Tijdsverloop
Gelet op het tijdsverloop dient de rechtbank bij de strafoplegging rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn waarbinnen een strafvervolging op grond van artikel 6 EVRM tot een berechting moet komen. Verdachte is in de strafzaak onder parketnummer 16.269572.22 op 18 oktober 2022 aangehouden en voor het eerst als verdachte verhoord door de politie. In de strafzaak onder parketnummer 18.021629.23 is verdachte op 21 december 2022 aangehouden en voor het eerst als verdachte verhoord. Wat de berechting van de zaak in eerste aanleg betreft, heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen. Vanaf het moment dat verdachte is gehoord en er gelet op de inhoud van het verhoor van uit mocht gaan dat hij strafrechtelijk zou worden vervolgd, tot aan deze uitspraak van de rechtbank zijn meer dan twee jaren verstreken. Naar vaste rechtspraak moet overschrijding van de redelijke termijn in beginsel tot strafvermindering leiden. De rechtbank zal daarom bij het bepalen van de strafmaat rekening houden met dit tijdsverloop.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging geen rekening gehouden met het in parketnummer 18.209023.23 ad informandum gevoegde feit, nu dit feit niet door verdachte is erkend.
Strafoplegging
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden is. Gelet op het tijdsverloop ziet de rechtbank aanleiding een strafvermindering toe te passen en brengt op het onvoorwaardelijk deel van de aan verdachte op te leggen gevangenisstraf één maand in mindering. Aan het voorwaardelijk deel van de aan verdachte op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden verbinden zoals door de reclassering geadviseerd in het rapport van 29 november 2024, met uitzondering van de geadviseerde contactverboden, nu deze als vrijheidsbeperkende maatregel aan verdachte zullen worden opgelegd.
Vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte ook een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. Deze maatregel houdt in dat verdachte gedurende drie jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen met de navolgende personen:
  • [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 1998 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] 2001 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] 1999 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 10] , geboren op [geboortedatum] 2001 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 11] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 12] [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 14] , geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] .
De rechtbank zal bepalen dat voor iedere keer dat verdachte voornoemde maatregel overtreedt, één week vervangende hechtenis zal worden toegepast, met een maximum van zes maanden.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank zal tot slot bepalen dat de bijzondere voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar zijn. De aard van de bewezenverklaarde feiten in combinatie met het feit dat verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen, geven de rechtbank daartoe aanleiding. Op grond hiervan moet er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarnaast zal de rechtbank bepalen dat de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens voornoemde personen.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
parketnummer 16.269572.221.
[slachtoffer 9], tot een bedrag van € 5.000,00 ter vergoeding van immateriële schade,
vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2.
[slachtoffer 1], tot een bedrag van € 1.500,00 ter vergoeding van immateriële schade,
vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
3.
[slachtoffer 2], tot een bedrag van € 71,94 ter vergoeding van materiële schade en € 1.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
parketnummers 16.269572.22 en 18.050824.24
4.
[slachtoffer 10], tot een bedrag van € 2.000,00 ter vergoeding van materiële schade en
€ 7.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente
vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
parketnummer 18.209023.23
5.
[slachtoffer 13], wettelijk vertegenwoordig door [slachtoffer 13] , tot een bedrag van
€ 105,74 ter vergoeding van materiële schade en € 1.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
parketnummer 16.269572.22
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde immateriële schade voldoende is onderbouwd en voor toewijzing vatbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering tot vergoeding van immateriële schade niet ontvankelijk dient te worden verklaard nu niet voldoende concreet is onderbouwd waaruit blijkt dat er psychische schade is ontstaan. Indien en voor zover de rechtbank meent dat de aard en ernst van de normschending met zich brengt dat er sprake is van er sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze heeft de raadsvrouw zich voor wat betreft de hoogte van het toe te wijzen bedrag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft daarbij opgemerkt dat de hoogte van de (gedeeltelijk) toe te wijzen vordering(en) wel met elkaar in verhouding moeten staan en het toe te wijzen bedrag derhalve dient te worden gematigd.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij als gevolg van het onder parketnummer 16.269572.22 bewezen verklaarde strafbare feit immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het subsidiair bewezen verklaarde. De rechtbank overweegt hiertoe dat sprake is van een normschending door verdachte die naar haar aard ernstig is te noemen en die zeer ernstige gevolgen heeft gehad voor de (geestelijke) gezondheid van de benadeelde partij en haar levensvreugde, op grond waarvan de rechtbank aanneemt dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond hiervan heeft de benadeelde partij aanspraak op immateriële schadevergoeding.
Rekening houdend met de aard en de ernst van het delict, de tot nu toe bekende gevolgen ervan voor de benadeelde partij en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen, acht de rechtbank toekenning van een bedrag van € 750,00 billijk. De rechtbank zal de vordering daarom toewijzen tot dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 en de benadeelde partij voor het overige in de vordering niet ontvankelijk verklaren.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank voorts de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte daarnaast veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde immateriële schade voldoende is onderbouwd en voor toewijzing vatbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering tot vergoeding van immateriële schade niet ontvankelijk dient te worden verklaard nu niet voldoende concreet is onderbouwd waaruit blijkt dat er psychische schade is ontstaan. Indien en voor zover de rechtbank meent dat de aard en ernst van de normschending met zich brengt dat er sprake is van er sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze heeft de raadsvrouw zich voor wat betreft de hoogte van het toe te wijzen bedrag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft daarbij opgemerkt dat de hoogte van de (gedeeltelijk) toe te wijzen vorderingen met elkaar in verhouding moeten staan.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij als gevolg van het onder parketnummer 16.269572.22 bewezen verklaarde strafbare feit immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het subsidiair bewezen verklaarde. De rechtbank overweegt hiertoe dat sprake is van een normschending door verdachte die naar haar aard ernstig is te noemen en die zeer ernstige gevolgen heeft gehad voor de (geestelijke) gezondheid van de benadeelde partij en haar levensvreugde, op grond waarvan de rechtbank aanneemt dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond hiervan heeft de benadeelde partij aanspraak op immateriële schadevergoeding.
Rekening houdend met de aard en de ernst van het delict, de tot nu toe bekende gevolgen ervan voor de benadeelde partij en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen, acht de rechtbank toekenning van een bedrag van € 1.000,00 billijk. De rechtbank zal de vordering daarom toewijzen tot dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 en de benadeelde partij voor het overige in de vordering niet ontvankelijk verklaren.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank voorts de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte daarnaast veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde schade voldoende is onderbouwd en voor toewijzing vatbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de gevorderde materiële schade gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade - voor zover gevorderd omdat de benadeelde partij haar eer of goede naam is geschaad - heeft de raadsvrouw zich primair eveneens gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft daarbij opgemerkt dat de hoogte van de (gedeeltelijk) toe te wijzen vordering(en) met elkaar in verhouding moeten staan. Voor zover immateriële schade is gevorderd omdat de benadeelde partij op andere wijze in de persoon zou zijn aangetast heeft de raadsvrouw zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de vordering in zoverre moet worden afgewezen. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat onvoldoende concreet is onderbouwd dat er psychische schade is ontstaan. Indien en voor zover de rechtbank meent dat de aard en ernst van de normschending met zich brengt dat er sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze heeft de raadsvrouw voor wat betreft de hoogte van het toe te wijzen bedrag aangevoerd dat deze in verhouding moet staan met de toe te wijzen bedragen van de overige benadeelde partijen.
Oordeel van de rechtbank
Materiële schade
Ten aanzien van de gevorderde materiële schade, bestaande uit gemaakte reiskosten, overweegt de rechtbank als volgt. De reiskosten voor het doen van aangifte zijn niet aan te merken als schade die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit, zoals bedoeld in artikel 51f, eerste lid, Sv en zijn ook niet toewijsbaar als proceskosten op grond van de toe te passen civiele proceskostenregeling. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van deze reiskosten daarom afwijzen.
Immateriële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij als gevolg van het onder parketnummer 16.269572.22 bewezen verklaarde strafbare feit immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het subsidiair bewezen verklaarde. De rechtbank overweegt hiertoe dat sprake is van een normschending door verdachte die naar haar aard ernstig is te noemen en die zeer ernstige gevolgen heeft gehad voor de (geestelijke) gezondheid van de benadeelde partij en haar levensvreugde, op grond waarvan de rechtbank aanneemt dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond hiervan heeft de benadeelde partij aanspraak op immateriële schadevergoeding.
Rekening houdend met de aard en de ernst van het delict, de tot nu toe bekende gevolgen ervan voor de benadeelde partij en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen, acht de rechtbank toekenning van een bedrag van € 750,00 billijk. De rechtbank zal de vordering daarom toewijzen tot dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 en de benadeelde partij voor het overige in de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank voorts de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte daarnaast veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
parketnummers 16.269572.22 en 18.050824.24
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10]
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde immateriële schade ad € 7.000,00 voldoende is onderbouwd en voor toewijzing vatbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ten aanzien van de gevorderde materiële schade, bestaande uit toekomstige schade, is de officier van justitie van oordeel dat onvoldoende vaststaat dat deze kosten daadwerkelijk gemaakt zullen worden. De officier van justitie heeft zich daarom op het standpunt gesteld dat dit deel van de vordering niet ontvankelijk dient te worden verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de gevorderde materiële schade, bestaande uit toekomstige schade, op het standpunt gesteld dat onvoldoende vaststaat dat deze kosten daadwerkelijk gemaakt zullen worden en de vordering in zoverre daarom niet ontvankelijk dient te worden verklaard. De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de gevorderde immateriële schade primair op het standpunt gesteld dat de vordering tot vergoeding van immateriële schade dient te worden afgewezen nu niet voldoende concreet is onderbouwd waaruit blijkt dat er psychische schade is ontstaan. Indien en voor zover de rechtbank meent dat de aard en ernst van de normschending met zich brengt dat er sprake is van er sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze heeft de raadsvrouw zich voor wat betreft de hoogte van het toe te wijzen bedrag op het standpunt gesteld dat deze dient te worden gematigd.
Oordeel van de rechtbank
Materiële schade
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat de gevorderde toekomstige schade, bestaande uit kosten voor een eventuele behandeling bij een psycholoog, schade betreft waarvan onvoldoende vaststaat dat deze kosten daadwerkelijk gemaakt zullen worden. De rechtbank zal dit deel van de vordering daarom niet ontvankelijk verklaren. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Immateriële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij als gevolg van de onder parketnummer 16.269572.22 en de onder parketnummer 18.050824.24 onder 1 bewezen verklaarde strafbare feiten immateriële schade heeft geleden en dat deze schade daarvan een rechtstreeks gevolg is. De rechtbank overweegt hiertoe dat sprake is van een normschending door verdachte die naar haar aard ernstig is te noemen en die zeer ernstige gevolgen heeft gehad voor de (geestelijke) gezondheid van de benadeelde partij en haar levensvreugde, op grond waarvan de rechtbank aanneemt dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond hiervan heeft de benadeelde partij aanspraak op immateriële schadevergoeding.
Rekening houdend met de aard en de ernst van het delict, de tot nu toe bekende gevolgen ervan voor de benadeelde partij en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen, acht de rechtbank toekenning van een bedrag van € 2.000,00 billijk. De rechtbank zal de vordering daarom toewijzen tot dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 en de benadeelde partij voor het overige in de vordering niet ontvankelijk verklaren.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank voorts de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte daarnaast veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
parketnummer 18.209023.23
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13]
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde schade voldoende is onderbouwd en voor toewijzing vatbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
Gelet op de bepleite vrijspraak heeft de raadsvrouw zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard. Subsidiair heeft de raadsvrouw zich ten aanzien van de gevorderde materiële en immateriële schade gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Materiële schade
Ten aanzien van de gevorderde materiële schade, bestaande uit gemaakte reiskosten door de ouders van de benadeelde, overweegt de rechtbank als volgt. De reiskosten voor bezoeken aan het politiebureau en het doen van aangifte zijn niet aan te merken als schade die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit, zoals bedoeld in artikel 51f, eerste lid, Sv en zijn ook niet toewijsbaar als proceskosten op grond van de toe te passen civiele proceskostenregeling. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van deze reiskosten daarom afwijzen.
Immateriële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij als gevolg van het onder parketnummer 18.209023.23 onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het primair bewezen verklaarde. De rechtbank overweegt hiertoe dat sprake is van een normschending door verdachte die naar haar aard ernstig is te noemen en die zeer ernstige gevolgen heeft gehad voor de (geestelijke) gezondheid van de benadeelde partij en haar levensvreugde, op grond waarvan de rechtbank aanneemt dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond hiervan heeft de benadeelde partij aanspraak op immateriële schadevergoeding.
Rekening houdend met de aard en de ernst van het delict, de tot nu toe bekende gevolgen ervan voor de benadeelde partij en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen, acht de rechtbank toekenning van een bedrag van € 1.000,00 billijk. De rechtbank zal de vordering daarom toewijzen tot dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 maart 2023 en de benadeelde partij voor het overige in de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank voorts de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte daarnaast veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 57, 139h, 240b, 246, 261 en 266 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 16.269572.22 primair en onder parketnummer 18.050824.24 onder 1 primair ten laste is gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder parketnummer 16.269572.22 subsidiair ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.021629.23 ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.209023.23 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde, het onder parketnummer 18.050824.24 onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18.309779.24 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 35 (vijfendertig) maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 18 (achttien) maanden,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht. Hier kunnen ook huisbezoeken onderdeel van uitmaken. De veroordeelde volgt de aanwijzingen op die hem door of namens de reclassering gegeven worden voor zover niet reeds in andere voorwaarden benoemd en zet zich actief in voor de gestelde doelen tijdens het toezicht;
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van De Waag, de AFPN, VNN of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Indien een verslavingsbehandeling en/of een behandeling op het gebied van zeden wordt geïndiceerd werkt veroordeelde hier ook aan mee. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Indien daartoe aanleiding is, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal, nadat dit door de rechter is bevolen, de veroordeelde zich laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal 7 weken. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling;
dat de veroordeelde meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol om het gebruik te monitoren en beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
dat de veroordeelde openheid en inzicht geeft in zijn sociale netwerk en sociale mediagebruik;
dat de veroordeelde niet uit zichzelf en op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. De veroordeelde vermijdt deze contacten zoveel als mogelijk. Indien contacten met minderjarigen onvermijdelijk zijn, zorgt veroordeelde dat hierbij volwassenen aanwezig zijn;
dat de veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met
minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te kunnen voorkomen en werkt mee aan de controles hierop, zoals hieronder beschreven.
Verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere vooraarden:
- dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- dat de veroordeelde medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Geeft opdracht aan de reclassering als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Het toezicht op de onder 6 vermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers. De verdachte werkt daaraan mee tijdens een huisbezoek. Deze controles mogen gedurende de proeftijd van drie jaren maximaal drie keer worden uitgevoerd en mogen - voor zover het gedrag bedoeld onder het tweede en derde gedachtestreepje van de onder 6 gestelde voorwaarde betreft - slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn.
Legt opde maatregel dat de veroordeelde voor de duur van drie jaren op geen enkele wijze -direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met de navolgende personen:
  • [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 1998 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] 2001 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] 1999 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 10] , geboren op [geboortedatum] 2001 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 11] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ;
  • [slachtoffer 12] [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [plaats] ;
  • [slachtoffer 14] , geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] .
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van de vervangende hechtenis bedraagt 1 (één) week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. De totale duur van de ten uitvoer gelegde vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste zes maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.

Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

Ten aanzien van parketnummer 16.269572.22, het subsidiair bewezen verklaarde
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 1] te betalen:
- het bedrag van
€ 1.000,00(zegge: duizend euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige
niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.000,00 (zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 2] te betalen:
- het bedrag van
€ 750,00(zegge: zevenhonderdenvijftig euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de
tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] af tot een bedrag van € 71,94.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van € 750,00 (zegge: zevenhonderdenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 15 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt om aan die [slachtoffer 9] te betalen:
- het bedrag van
€ 750,00(zegge: zevenhonderdenvijftig euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] voor het overige
niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 9] aan de Staat te betalen een bedrag van € 750,00 (zegge: zevenhonderdenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 15 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van parketnummer 16.269572.22, het subsidiair bewezen verklaarde, en parketnummer 18.050824.24, het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan die [slachtoffer 10] te betalen:
- het bedrag van
€ 2.000,00(zegge: tweeduizend euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10] voor het overige
niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 10] aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van parketnummer 18.209023.23, het onder 1 primair bewezen verklaarde
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan die [slachtoffer 13] te betalen:
- het bedrag van
€ 1.000,00(zegge: duizend euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 maart 2023 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13] voor het overige af.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 13] aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.000,00 (zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 maart 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Sieders, voorzitter, mr. G. Eelsing en
mr. M.T.M. Hennevelt, rechters, bijgestaan door mr. M. Mans, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 maart 2025.
Mr. F. Sieders is buiten staat om dit vonnis te ondertekenen.

Bijlage

Aan verdachte is onder parketnummer 16.269572.22 ten laste gelegd dat:

hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2021 tot en met 18 oktober 2022, op diverse data en/of tijdstippen, te [plaats] en/of te Utrecht, althans (elders) in Nederland, (meermalen) opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van (een) ander(en) te weten van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] heeft gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan en welk gebruik erin bestond dat hij verdachte:
- op de (dating)app "KIK" en/of op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 1] heeft geplaatst met daarbij onder meer de tekst(en) "zuig maar" (zie proces-verbaal, blz. 114) en/of "Ze houd de eikel in haar mond en trekt heel snel tot het zaad in haar mond spuit" (zie proces-verbaal, blz. 117) en/of
- op de (dating)app "KIK" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 2] heeft geplaatst en/of
- op de (seks)site www. [naam] en/of op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 3] heeft geplaatst, met daarbij onder meer de tekst(en) "Cum on this whore" (zie proces-verbaal, blz. 271) en/of "Geil sletje is het" (zie proces-verbaal, blz. 288) en/of een afbeelding van een penis (zie proces-verbaal, blz. 263) en/of
- op de (chat)site “ [naam] ” en/of de (seks)site www. [naam] de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 4] heeft geplaatst, met daarbij onder meer de tekst(en) “Dutch Slut [slachtoffer 4] ” (zie proces-verbaal, blz. 355) en/of
- op een account van "Instagram" en/of Facebook de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 5] heeft geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) heeft geplaatst en/of
- op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 6] en/of (een) daarbij naaktfoto(’s) heeft geplaatst, met daarbij onder meer de tekst(en) “I heard you like to be a slut so I am going to spread these pictures of you just like a slut would would be” (zie proces-verbaal, blz. 426) en/of “ [slachtoffer 6] . 19 old from the city [plaats] . Feel free to fuck me make me drunk and rape my ass and let me lay in the dark forrest filled with your cum (zie proces-verbaal, blz. 430) en/of
- op de (seks)site www. [naam] de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 7] heeft geplaatst, met daarbij onder meer de tekst(en) “ [slachtoffer 7] dikke slet” (zie proces-verbaal, blz. 457) en/of
- op de (dating)app "KIK" en/of op een account van "Instagram" en/of Facebook de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 8] heeft geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) heeft geplaatst en/of
- op de (seks)site www. [naam] en/of op een account van "Instagram" en/of Facebook de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 9] heeft geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) heeft geplaatst en/of
- op de (dating)app "KIK" en/of op een account van "Instagram" en/of Facebook de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) (onder meer van de blote billen) van die [slachtoffer 10] heeft geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) heeft geplaatst en/of met daarbij onder meer de tekst(en) “en dit gezicht mag je gratis volspuiten” (zie proces-verbaal, blz. 639) en/of “kleine anaalslet” (zie proces-verbaal, blz. 658) en/of “broekje los jas omhoog en buk maar meid” (zie proces-verbaal, blz. 658) en/of
- op een account van "Instagram" een foto van die [slachtoffer 11] heeft geplaatst, met daarbij de tekst “benen wijd” (zie proces-verbaal, blz. 667) en/of
- op een account van "Instagram" een foto van die [slachtoffer 12] heeft geplaatst, met daarbij een afbeelding van een penis (zie proces-verbaal, blz. 677), (telkens) met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] te verhelen en/of te misbruiken, waardoor (telkens) enig nadeel kon ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2021 tot en met 18 oktober 2022, op diverse data en/of tijdstippen, te [plaats] en/of te Utrecht, althans (elders) in Nederland, (meermalen) in het openbaar bij geschrift of afbeelding, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] heeft beledigd, immers heeft, hij, verdachte:
- op de (dating)app "KIK" en/of op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 1] geplaatst met daarbij onder meer de tekst(en) "zuig maar" (zie proces-verbaal, blz. 114) en/of "Ze houd de eikel in haar mond en trekt heel snel tot het zaad in haar mond spuit" (zie proces-verbaal, blz. 117) en/of
- op de (dating)app "KIK" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 2] geplaatst en/of
- op de (seks)site www. [naam] en/of op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 3] geplaatst, met daarbij onder meer de tekst(en) "Cum on this whore" (zie proces-verbaal, blz. 271) en/of "Geil sletje is het" (zie proces-verbaal, blz. 288) en/of een afbeelding van een penis (zie proces-verbaal, blz. 263) en/of
- op de (chat)site “ [naam] ” en/of de (seks)site www. [naam] de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 4] geplaatst, met daarbij onder meer de tekst(en) “Dutch Slut [slachtoffer 4] ” (zie proces-verbaal, blz. 355) en/of
- op een account van "Instagram" de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 6] en/of (een) daarbij naaktfoto(’s) geplaatst, met daarbij onder meer de tekst(en) “I heard you like to be a slut so I am going to spread these pictures of you just like a slut would would be” (zie proces-verbaal, blz. 426) en/of “ [slachtoffer 6] . 19 old from the city [plaats] . Feel free to fuck me make me drunk and rape my ass and let me lay in the dark forrest filled with your cum (zie proces-verbaal, blz. 430) en/of
- op de (seks)site www. [naam] de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 7] geplaatst, met daarbij onder meer de tekst(en) “ [slachtoffer 7] dikke slet” (zie proces-verbaal, blz. 457) en/of
- op de (dating)app "KIK" en/of op een account van "Instagram" en/of Facebook de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 8] geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) geplaatst en/of
- op de (seks)site www. [naam] en/of op een account van "Instagram" en/of Facebook de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 9] geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) geplaatst en/of
- op de (dating)app "KIK" en/of op een account van "Instagram" en/of Facebook de naam en/of het telefoonnummer en/of (een) foto('s) (onder meer van de blote billen) van die [slachtoffer 10] geplaatst en/of daarbij (een) naaktfoto(‘s) geplaatst en/of met daarbij onder meer de tekst(en) “en dit gezicht mag je gratis volspuiten” (zie proces-verbaal, blz. 639) en/of “kleine anaalslet” (zie proces-verbaal, blz. 658) en/of “broekje los jas omhoog en buk maar meid” (zie proces-verbaal, blz. 658).

Aan verdachte is onder parketnummer 18.021629.23 ten laste gelegd dat:

Hij in of omstreeks de periode van 7 september 2020 tot en met 16 augustus 2021 te [plaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon merk Apple (beslagcode 1411198), bevattende 274 afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeeldingnummers 01, 02, 03 en 04 in de toonmap en bijlage 3, dossier pagina 39)
en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong/mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong/mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingnummers 05, 06, 07 en 08 in de toonmap en bijlage 3, dossier pagina 39)
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto('s)/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingnummers 09, 10 en 11 in de toonmap en bijlage 3, dossier pagina 40)
en/of het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is waarbij de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingnummers 12, 13 en 14 in de toonmap en bijlage 3, dossier pagina 40)
en hij/zij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

Aan verdachte is onder parketnummer 18.209023.23 ten laste gelegd dat:

1.
hij in of omstreeks 5 maart 2023 te [plaats] , althans in Nederland, door geweld en/of andere feitelijkheden iemand, te weten [slachtoffer 13] , heeft gedwongen tot het dulden van één of meer ontuchtige handelingen, te weten het aanraken van en/of knijpen in de bil van die [slachtoffer 13] en/of het aanraken van en/of het grijpen in het kruis van die [slachtoffer 13] , waarbij het geweld en/of andere feitelijkheden heeft/hebben bestaan uit
- het onverhoeds tegenhouden van die [slachtoffer 13] bij haar buik, en/of
- het (vervolgens) onverhoeds vastpakken en/of grijpen in het kruis en/of de bil van die [slachtoffer 13] , en/of
- het geven van een intimiderende en/of bedreigende blik aan die [slachtoffer 13] , en/of
- het misbruik maken van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en het uit verdachtes leeftijd voortvloeiende fysieke en geestelijke overwicht;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks 5 maart 2023 te [plaats] , althans in Nederland, met [slachtoffer 13] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, één of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het aanraken van en/of knijpen in de bil van [slachtoffer 13] , en/of
- het aanraken van en/of grijpen in het kruis van [slachtoffer 13] ;
2.
Hij in of omstreeks 16 augustus 2021 tot en met 9 maart 2023 te [plaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens een gegevensdrager, te weten (een) mobiele telefoon(s) Apple iPhone (1583025) en/of Samsung (1583030), bevattende ongeveer 53 afbeeldingen en/of ongeveer 64 video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen: [naam] ; [naam] _ [naam] ; [naam] )
en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong/mond betasten en/of aanraken van (het) geslachtsde(e)l(en), de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of de tong/mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen: [naam] ; [naam]
.mp4; [naam] .mp4;
[naam] .mp4)
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto('s)/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsnamen: - [naam] ;
- [naam] ;
- [naam] )
en/of het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is waarbij de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsnaam: [naam] )
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

Aan verdachte is onder parketnummer 18.050824.24 ten laste gelegd dat:

1.
hij op of omstreeks 27 oktober 2023, te [plaats] , althans (elders) in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten [slachtoffer 10] , heeft gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan en welk gebruik erin bestond dat hij verdachte op een account van Instagram de naam en/of (een) foto('s) van die [slachtoffer 10] heeft geplaatst met daarbij onder meer de tekst(en) " [slachtoffer 10] sletje uit [plaats] " met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van voornoemde [slachtoffer 10] te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 oktober 2023 te [plaats] , althans in Nederland, van een persoon, [slachtoffer 10] , een afbeelding van seksuele aard, te weten een foto waarop de blote billen van voornoemde [slachtoffer 10] te zien zijn, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn;
2.
hij op of omstreeks 28 oktober 2023 te [plaats] en/of te [plaats] , (althans) in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door (een) foto('s) van voornoemde [naam] op Instagram te plaatsen met daarbij de tekst(en: “ [slachtoffer 14] , zeer agressief en gewelddadig. Zelf actief in de politiek en alsnog als een gek op een 25 jarige inrammen” en/of “' [slachtoffer 14] deze man heeft mij vanmiddag mishandeld. Ik heb een gebroken neus en een gebroken borstkas. Met mij gaat het nu ok, maar voor anderen wil ik graag zeggen pas op voor deze man. Hij is woonachtig in Kolderveen” en/of (daarbij) voornoemde [naam] en/of diens bedrijf te taggen.

Aan verdachte is onder parketnummer 18.309779.24 ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 18 mei 2024 te Hoogeveen en/of te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [naam] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door een bericht op Instagram te posten met de tekst "Stel je voor.. je wordt het ziekenhuis in geslagen door een directeur van [naam] die werkzaam is in de jeugdhulp. En nu daardoor op non actief wordt gesteld en nog meerdere slachtoffers kan maken... pas op voor [slachtoffer 14] " en/of met daarbij een foto van voornoemde [naam] .

Voetnoten

1.Vgl. HR 11 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:531, r.o. 2.4.1.
2.Proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, inclusief bijlagen, van verbalisant [naam] , pag. 28-43; aanvullend proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [naam] en [naam] , pag. 1-2.