ECLI:NL:RBOBR:2013:7853

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 oktober 2013
Publicatiedatum
26 juni 2014
Zaaknummer
889385
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid Nederlandse rechter en toepasselijkheid Belgisch recht in geschil over parkeerboetes

In deze zaak vorderde het Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen (GAPA) betaling van € 75,89 van de gedaagde, die zijn auto zonder geldig parkeerbewijs had geparkeerd in Antwerpen. De gedaagde voerde aan dat hij slechts vijf minuten had geparkeerd en dat de parkeerautomaat defect was. Hij stelde dat hij bezwaar had gemaakt tegen de parkeerretributie, maar GAPA betwistte dit en stelde dat de termijn voor bezwaar inmiddels was verstreken. De kantonrechter oordeelde dat de Nederlandse rechter bevoegd was, omdat de gedaagde in Nederland woonde. De kantonrechter concludeerde dat de retributie als een besluit moest worden aangemerkt waartegen bezwaar kon worden gemaakt. De gedaagde had echter onvoldoende bewijs geleverd voor zijn verweer, waardoor het verweer niet werd gehonoreerd. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde gehouden was de retributie van € 28,50 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van GAPA werden afgewezen, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 24 oktober 2013.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Kanton Eindhoven
Zaaknummer : 889385
Rolnummer : 13-4117
Uitspraak : 24 oktober 2013
in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen, handelend onder de naam GAPA,
gevestigd en kantoorhoudende te Antwerpen (België),
eiseres,
gemachtigde: ACCS International B.V. te Eindhoven,
t e g e n
[gedaagde],
wonende te [woonplaats]
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna worden genoemd GAPA en [gedaagde].

1.Het verloop van het geding

Dit blijkt uit het volgende:
a. de dagvaarding;
b. de conclusie van antwoord;
c. de akte overlegging producties;
d. de aantekeningen van de griffier van de comparitie na antwoord van 5 juni 2013.

2.Het geschil

2.1.
GAPA vordert betaling van € 75,89, te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding.
2.2.
GAPA legt daaraan, zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag.
[gedaagde] heeft op 15 april 2011 in de gemeente Antwerpen (België) zijn personenauto zonder geldig parkeerbewijs geparkeerd. GAPA heeft op die dag een parkeerretributie opgesteld, die aan [gedaagde] ter beschikking is gesteld. De hoofdsom van de retributie bedraagt € 28,50. De wettelijke vertragingsrente tot en met 25 maart 2013 is € 2,62 en de buitengerechtelijke incassokosten bedragen € 44,77. Dit is in totaal € 75,89.
2.3.
[gedaagde] voert, samengevat, het volgende verweer.
Op 15 april 2011 heeft hij in de gemeente Antwerpen zijn personenauto geparkeerd voor de duur van vijf minuten. In die vijf minuten heeft hij geprobeerd om een parkeerbewijs te bemachtigen, maar omdat de enige parkeerautomaat in de buurt defect was heeft hij ervan afgezien om zijn auto daar te parkeren. Tegen de opgelegde parkeerretributie heeft hij op 18 april 2011 bezwaar gemaakt en daarop heeft hij nooit een reactie gehad. Ook de door GAPA verzonden aanmaningen heeft hij nooit ontvangen. Volgens de invorderingsprocedure van GAPA wordt de aanmaning aangetekend opgestuurd, maar dit is niet gebeurd. Ook heeft hij nooit iets van de gemachtigde van GAPA vernomen of ontvangen.

3.De beoordeling

3.1.
Tussen partijen staat vast dat GAPA op 15 april 2011 om 17:49 uur een parkeerretributie van € 23,00 heeft opgelegd aan [gedaagde] omdat zijn voertuig was geparkeerd op de Frankrijklei in Antwerpen zonder geldig parkeerbewijs (dagvaarding, productie 1). Verder staat vast dat de retributie is verhoogd met € 5,50 administratiekosten (dagvaarding, productie 2) en dat [gedaagde] het bedrag van in totaal € 28,50 niet heeft betaald.
3.2.
GAPA is gevestigd te België en [gedaagde] woont in Nederland. Dit betekent dat eerst moet worden vastgesteld of de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van de procedure. In het onderhavige geval gaat het om incasso van een retributie, zodat het een burgerlijke of handelszaak betreft zoals bedoeld in het EEX. Nu [gedaagde] in Nederland woont, acht de kantonrechter zich op grond van het EEX bevoegd het onderhavige geschil te beoordelen.
3.3.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord welk recht op het onderhavige geschil moet worden toegepast. GAPA heeft tijdens de comparitie na antwoord aangegeven dat Belgisch recht van toepassing is op de retributie. [gedaagde] heeft zich hierover niet uitgelaten. De kantonrechter begrijpt daaruit, en uit het feit dat partijen in hun stellingen aansluiting zoeken bij het Retributiereglement van de gemeenten Antwerpen, dat zij voor de toepasselijkheid van het Belgisch recht hebben gekozen.
3.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter dient de retributie van 15 april 2011 te worden aangemerkt als een besluit waartegen bezwaar ingediend kan worden (conclusie van antwoord, productie 2). [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij op 18 april 2011 bezwaar heeft gemaakt tegen de retributie. GAPA heeft dit gemotiveerd weersproken. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om zijn verweer nader te onderbouwen, maar dit heeft hij niet gedaan. Het enkele overleggen van een niet ondertekende brief aan GAPA van 18 april 2011 (conclusie van antwoord, bijlage 2) is onvoldoende voor een ander oordeel. Dit betekent dat aan het verweer van [gedaagde] voorbij moet worden gegaan. GAPA heeft onweersproken aangevoerd dat de termijn voor bezwaar inmiddels is verstreken, zodat aan de retributie van 15 april 2011 formele rechtskracht toekomt. De door [gedaagde] aangevoerde overige omstandigheden, dat hij de auto slechts had geparkeerd voor de duur van vijf minuten en dat de enige parkeerautomaat in de buurt defect was, kunnen hem in het kader van deze procedure, die er uitsluitend nog toe strekt om een executoriale titel te verkrijgen, niet baten.
3.5.
Dit betekent dat [gedaagde] gehouden is de retributie van € 28,50 te betalen. De wettelijke rente zal worden toegewezen zoals gevorderd, nu daartegen geen verweer is gevoerd.
3.6.
Het door GAPA gevorderde bedrag van € 44,77 wegens buitengerechtelijke incassokosten is op geen enkele wijze onderbouwd en wordt daarom afgewezen.
3.7.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft GAPA het verweer van [gedaagde], dat hij nooit een aangetekende aanmaning heeft gekregen dan wel een telefonische of schriftelijke aanmaningen van de gemachtigde van GAPA heeft ontvangen, onvoldoende gemotiveerd weersproken, zodat aan bewijs niet wordt toegekomen. Dit betekent dat het ervoor moet worden gehouden dat GAPA voorafgaand aan deze procedure haar vordering aan [gedaagde] niet, althans onvoldoende heeft gespecificeerd en hiertoe pas bij dagvaarding en akte overlegging producties is overgegaan, zodat GAPA mogelijk nodeloos proceskosten heeft veroorzaakt. De kantonrechter ziet hierin aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren in die zin dat ieder partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan GAPA te betalen de som van € 31,12 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 28,50 vanaf 26 maart 2013 tot aan de dag van voldoening;
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis, voor zover het de veroordelingen betreft, uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Smorenburg, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2013.