Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 augustus 2014 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
de beoogde inhoudingsplichtigeen dat deze verklaring wordt gemeld aan de inspecteur van de Belastingdienst, wijst hier op. De genoemde bepaling heeft dan ook alleen betekenis in de relatie van eiser als belastingplichtige enerzijds en de inspecteur van de Belastingdienst anderzijds. Dit betekent dat de reikwijdte van deze bepaling zich niet uitstrekt tot de WW. Daarentegen valt niet in te zien waarom artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a, van de WW alleen betrekking heeft op het ontstaan van het recht op een WW-uitkering. De rechtbank zou het ook ongerijmd achten als de arbeidsrelatie van een wethouder niet leidt tot een recht op een WW-uitkering, maar wel zou moeten worden meegeteld voor de berekening van de duur van de WW-uitkering. Deze beroepsgrond faalt.