ECLI:NL:RBOBR:2014:6900
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffing parkeerbelasting en overmacht bij vergunninghouders
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiseres is opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente 's-Hertogenbosch. Eiseres heeft op 22 maart 2014 een naheffingsaanslag van € 60,50 ontvangen, bestaande uit € 2,50 parkeerbelasting en € 58,00 aan naheffingskosten. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar is op 27 maart 2014 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 6 november 2014 heeft eiseres aangevoerd dat zij na een half uur zoeken geen parkeerplaats voor vergunninghouders kon vinden en dat er meer vergunningen zijn afgegeven dan er parkeerplaatsen beschikbaar zijn. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres geen beroep op overmacht kan doen. De rechtbank stelt vast dat eiseres haar auto heeft geparkeerd zonder parkeerbelasting te voldoen, en dat de omstandigheden niet uitzonderlijk genoeg zijn om de verplichting tot betaling van parkeerbelasting te ontlopen.
De rechtbank heeft overwogen dat een vergunning voor een parkeerplaats een redelijke kans op een parkeerplaats biedt, maar geen garantie. Eiseres had de keuze om haar auto in een parkeergarage te parkeren, maar heeft dit om financiële redenen niet gedaan. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. Y.S. Klerk en is openbaar uitgesproken op 18 november 2014.