Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 februari 2014 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
€ 115,- en € 100,- bedragen. Wat betreft de schade die eiseres stelt te hebben geleden op
6 maart 2013, moet weliswaar worden vastgesteld dat het onderzoek aanvankelijk op die datum stond gepland en dat dit onderzoek door een misverstand met de rijvaardigheidsadviseur niet heeft plaatsgevonden, maar dat die gestelde schade – kort gezegd – niet een gevolg is van het vernietigde besluit. Het verzoek tot vergoeding van de schade zal dan ook voor het overige worden afgewezen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept de ongeldigverklaring van het rijbewijs van eiseres (het primaire besluit);
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van een schadevergoeding aan eiseres tot een bedrag van € 215,-;
- wijst het verzoek om schadevergoeding voor het overige af;
- veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten tot een bedrag van
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 160,- aan eiseres te vergoeden.
mr. A.E. van Langen - Wouda, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
27 februari 2014.