ECLI:NL:RBOBR:2015:5334
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de Ziektewet-uitkering van eiseres na beoordeling van geschiktheid voor arbeid
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 14 september 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had een uitkering op grond van de Ziektewet, maar deze werd door verweerder beëindigd per 21 januari 2015. Eiseres was van mening dat zij ongeschikt was voor arbeid, terwijl verweerder stelde dat zij geschikt was voor bepaalde functies die eerder waren vastgesteld in het kader van de Eerstejaars Ziektewet-beoordeling. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waarbij de medische beoordeling van de verzekeringsartsen van belang was. Eiseres had psychische klachten en was onder behandeling van een psychologe, die aangaf dat zij nog niet in staat was om te werken. De rechtbank oordeelde echter dat de verzekeringsartsen hun conclusies voldoende onderbouwd hadden en dat er geen aanleiding was om aan de juistheid van hun beoordeling te twijfelen. De rechtbank concludeerde dat eiseres geschikt was voor de functie van administratief medewerker, ondanks haar beperkingen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beëindiging van de Ziektewet-uitkering.