Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 april 2015
- het proces-verbaal van descente en comparitie van 9 september 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
- 1- 6 en 8: prunus laurocerasus ofwel laurierkers
- 7: rhodondendron
- 13: juniperus pfitzeriana ofwel een coniferensoort
- 16 - 18: syringa vulgaris ofwel de gewone sering
- op welk moment stond er tussen de erven van partijen een (ondoorzichtige, artikel 5:43 BW) erfafscheiding en hoe hoog was deze?
- waar stond deze erfafscheiding langs de erfgrens (vanaf de carport van [eisers] tot aan de straatzijde of slechts op een deel van dit traject?) en vóór welke van de in het geschil zijnde bomen stond deze erfafscheiding (gezien vanuit het perceel van [eisers] )?
- reikten de bomen op het moment van oprichten van de erfafscheiding hoger dan de erfafscheiding? Zo nee, op welk moment reikten de bomen boven de erfafscheiding?
5.De beslissing
17 februari 2016voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 4.16, waarna beide partijen op de rol van
vierweken daarna een antwoordakte kunnen nemen,