ECLI:NL:RBOBR:2016:496
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- J.M.H. Rijken - Lie
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een bedrijfspand op grond van artikel 13b van de Opiumwet na aantreffen van een hennepkwekerij
Op 10 februari 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de sluiting van een bedrijfspand in Veghel op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De politie had in het pand een mobiele hennepkwekerij aangetroffen, wat leidde tot een besluit van de burgemeester om het pand voor twaalf maanden te sluiten. Verzoeker, de eigenaar van het pand, maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid tot sluiting kon besluiten, aangezien er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden. De persoonlijke verwijtbaarheid van de eigenaar speelde geen rol in de beoordeling. De voorzieningenrechter benadrukte dat de eigenaar verantwoordelijk is voor de gang van zaken in het pand en dat de getroffen maatregelen niet voldoende waren om een illegale situatie te voorkomen. De financiële gevolgen en imagobeschadiging die verzoeker stelde, werden niet als disproportioneel beschouwd.
De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het belang van handhaving van het gemeentelijk beleid en het tegengaan van hennepteelt zwaarder woog dan de belangen van verzoeker. De uitspraak bevestigde dat de burgemeester bevoegd was om bestuursdwang toe te passen op basis van de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs, zelfs zonder dat er daadwerkelijk sprake was van handel.