Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 mei 2017 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
Procesverloop
[persoon 3] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Overwegingen
Op 17 augustus 2012 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor het aanleggen van een vijver en een aarden wal met beplanting ten behoeve van een landschappelijke inpassing. Deze aanvraag voorziet in de aanleg van een algenvijver. Deze aanvraag betreft ‘het uitvoeren van werkzaamheden’ als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij de aanvragen van 1 juni 2012 en 17 augustus 2012 zijn geweigerd;
- draagt verweerder op binnen twee maanden na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de genoemde aanvragen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat bij het voorbereiden van dit nieuwe besluit afdeling 3.4 van de Awb buiten toepassing blijft;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 334,- aan eiseres te vergoeden;