Uitspraak
Inleiding
De beoordeling
potentiëlegeheimhoudersstukken opgeleverd die apart gezet zijn en nog niet nader zijn onderzocht.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 6 maart 2018 een klaagschrift behandeld dat was ingediend door klagers, die bezwaar maakten tegen de inbeslagneming van documenten en digitale gegevens door de politie. Het klaagschrift was ingediend naar aanleiding van een beslaglegging op 15 november 2017, in het kader van een onderzoek naar een arbeidsongeval waarbij een werknemer om het leven kwam. Klagers stelden dat de doorzoekingen onrechtmatig waren, omdat er geen selectie was gemaakt van de in beslag genomen gegevens en omdat er geheimhoudersinformatie tussen de documenten zou zitten. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak geschorst voor onbepaalde tijd, in afwachting van de uitkomst van een procedure die door het Openbaar Ministerie is voorgesteld om de potentiële geheimhoudersstukken te selecteren. De rechtbank benadrukte dat het verschoningsrecht gerespecteerd moet worden en dat de rechter-commissaris moet beslissen over de geheimhoudersstukken. De officier van justitie had betoogd dat de doorzoekingen noodzakelijk waren in het kader van de waarheidsvinding, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende waarborgen moeten zijn voor de bescherming van geheimhoudersinformatie. De zaak is verwezen naar de rechter-commissaris voor verdere behandeling.