Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[vergunninghoudster],
Procesverloop
30 woningen -voor de duur van 10 jaar vanaf de verzenddatum van het besluit- aan de [adressen] .
Overwegingen
Op 1 november 2017 heeft vergunninghoudster bij verweerder een aanvraag ingediend voor het realiseren van 30 woningen voor een periode van 10 jaar. Het gaat, gelet op de aanvraag, om de realisatie van sociale woningen voor een brede doelgroep van éénpersoonshuishoudens. Er worden 25 enkele boxen gerealiseerd voor éénpersoons huishoudens. Daarnaast worden 5 dubbele units gerealiseerd die door tweepersoonshuishoudens kunnen worden bewoond. Per saldo is het maximaal aantal bewoners 35. Het perceel is eigendom van de gemeente Veldhoven. Tot circa 2008 was ter plaatse een school aanwezig die inmiddels is gesloopt. Sedertdien is sprake van een braakliggend terrein met grasland en wat hogere vegetatie. Het perceel heeft op dit moment een groene openbare functie en wordt gebruikt als speelplek met onderhouden grasmat.
Verder had verweerder de maximale periode van 10 jaar nader moeten onderbouwen.
Verweerder heeft met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), gelezen in verbinding met artikel 4, aanhef en elfde lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), een omgevingsvergunning verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan voor een periode van maximaal 10 jaar.
In par. 2.2 van de Ruimtelijke motivering van 12 december 2017, welk stuk onderdeel uitmaakt van het bestreden besluit, is aangegeven dat de tijdelijke woningen worden gerealiseerd in de vorm van spaceboxwoonunits die snel zijn te monteren en te demonteren en gemakkelijk zijn te vervoeren.
Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat het feitelijk mogelijk en aannemelijk is dat de woningen zonder onomkeerbare gevolgen kunnen worden verwijderd.
Wat de termijn van 10 jaar betreft is in de ruimtelijke onderbouwing bij het besluit overwogen dat vanwege het herstel van de woningmarkt en de daarmee verwachte hogere woningproductie het waarschijnlijk is dat er over 10 jaar geen behoefte meer is aan deze tijdelijke woningen, mede omdat naast de tijdelijke bouw in de tussentijd ook hard wordt gewerkt aan de bouw voor permanente huisvesting op andere locaties.
De voorzieningenrechter is van oordeel, mede gelet op de duur van woningbouwprojecten, dat hiermee de termijn van maximaal 10 jaar voldoende is gemotiveerd.
De beslissing om al dan niet een omgevingsvergunning te verlenen voor gebruik dat in strijd is met het bestemmingsplan, is een bevoegdheid van verweerder. Het discretionaire karakter van deze bevoegdheid brengt met zich dat het besluit in zoverre terughoudend moet worden getoetst.
De stroom van asielzoekers en statushouders is inmiddels opgedroogd en de gemeente heeft in 2018 voldoende locaties, waaronder de locaties [naam] en [naam] , om de statushouders op te vangen. Bovendien is het zo dat de sociale woningstichtingen, waaronder vergunninghoudster, vele woningen in Veldhoven verkopen die zij ook beschikbaar hadden kunnen stellen aan statushouders en heeft de gemeente gefaald door niet te zorgen voor voldoende huisvesting voor haar inwoners, waaronder urgente woningzoekenden.
30 tijdelijke sociale woningen worden gerealiseerd voor een brede doelgroep van éénpersoonshuishoudens, bestaande uit jongeren, alleenstaanden, urgenten (waaronder statushouders) en anderen die met spoed een woning zoeken. De uitbreiding van de woningvoorraad is dus niet exclusief bedoeld voor statushouders maar ook voor andere woningzoekenden. De achtergrond van dit bouwplan is het feit dat de regio in 2016 te maken kreeg met een grote opgave wat betreft de huisvesting van statushouders, wat erin heeft geresulteerd dat de gemeente Veldhoven haar taakstelling in 2016 met name heeft gehaald door statushouders, met voorrang, in bestaande woningvoorraden te plaatsen met verdringing van de andere doelgroepen als gevolg. Als de gemeentelijke woningbouwtaakstelling die is opgelegd door de provincie Noord-Brabant wordt afgezet tegen de vastgestelde woningbouwplannen blijken er, aldus de Ruimtelijke onderbouwing, nog niet voldoende sociale huurwoningen aanwezig (en in voorbereiding) te zijn.
Met het plan wordt beoogd om de wachttijd voor woningzoekenden bij een woningcorporatie te verkorten. Dit is in overeenstemming met de gemeentelijke woonvisie “Keuzes maken, Woonvisie 2016 en verder” waarin als doelstelling is aangegeven dat er genoeg sociale huurwoningen aanwezig dienen te zijn en te worden gerealiseerd. Verweerder heeft medewerking aan het bouwplan verleend om de druk op korte termijn voor woningenzoekenden met eenpersoonshuishoudens te verlichten. Het biedt de mogelijkheid om kleinschalige huishoudens buiten de reguliere wachtlijsten te huisvesten.
Dan resteert wel de vraag of de woonunits nu juist op deze locatie zouden moeten komen.
In de Ruimtelijke motivering is over de geschiktheid van deze locatie gesteld dat deze nabij het centrum van Zeelst met diverse voorzieningen is gelegen. Ook ligt de locatie op een acceptabele afstand tot winkels ten aanzien van de bereikbaarheid per auto, fiets en met het openbaar vervoer en zorgt deze voor spreiding van bepaalde doelgroepen over de wijken. Voorts is de locatie in eigendom van de gemeente en is er meer dan voldoende ruimte voor het aantal wooneenheden.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder dient te beslissen op de aanvraag, zoals bij hem is ingediend. Indien een bouwplan op zichzelf aanvaardbaar is, kan het bestaan van alternatieven slechts dan tot het onthouden van medewerking nopen, indien op voorhand duidelijk is dat door verwezenlijking van de alternatieven een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk minder bezwaren. Verzoekers hebben niet aannemelijk gemaakt dat die situatie zich hier voordoet.
30 meter. De afstand van de dichtstbijzijnde woonunit tot een woning bedraagt ruim
55 meter.
Gelet op de opzet van het plan -mede gezien de stedenbouwkundige schets in de ruimtelijke motivering- is sprake van een ruimtelijke en groene inpassing in de omgeving. De bestaande bomen en struiken in en rondom het terrein worden gehandhaafd.
Aldus bezien kan de afwijking van het bestemmingsplan worden geacht in overeenstemming te zijn met een goede ruimtelijke ordening.
Beslissing
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.