In deze zaak vordert eiser, een lid van de Jagersvereniging Weebosch, de verstrekking van een buitengezelschapsverklaring, zodat hij zelfstandig kan jagen op de percelen van de vereniging. De vordering is ingesteld in kort geding, waarbij eiser stelt dat de vereniging geen redelijke grond heeft om zijn rechten te beperken. De vereniging heeft eerder besloten om geen buitengezelschapsverklaring te verstrekken, wat eiser in zijn belangen schaadt, aangezien hij zonder deze verklaring zijn jachtwapen moet inleveren en niet in staat is om faunabeheer uit te voeren op zijn gronden.
De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser een spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen, omdat hij zonder de buitengezelschapsverklaring niet kan jagen. De rechter stelt vast dat de vereniging haar besluit om de verklaring niet te verstrekken, heeft gebaseerd op interne statuten en eerdere gedragingen van eiser. Echter, de rechter is van mening dat de redenen die de vereniging aanvoert niet voldoende zijn om de buitengezelschapsverklaring te onthouden. Eiser heeft zijn excuses aangeboden voor een ongelukkig geformuleerd WhatsApp-bericht en heeft zijn contributie uiteindelijk betaald.
De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiser toe en veroordeelt de vereniging om uiterlijk op 29 maart 2019 een buitengezelschapsverklaring te verstrekken. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor elke dag dat de vereniging in gebreke blijft. De proceskosten worden aan de vereniging opgelegd, aangezien zij in het ongelijk is gesteld.