Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding in kort geding van 8 april 2019 met een productie;
- de brief van mr. Beekes namens de Staat van 8 april 2019 met (7) producties;
- de mondelinge behandeling die op 9 april 2019 heeft plaatsgevonden. [eiser] is verschenen met zijn advocaat. Namens de Staat is mr. Beekes verschenen, vergezeld door de heer [naam medewerker Aldi] . Beide partijen hebben hun standpunt nader toegelicht en daarbij gebruik gemaakt van een pleitnota.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
hij die in een woning of gebouw, waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd, wederrechtelijk binnendringt of wederrechtelijk aldaar vertoeft”, schuldig is aan kraken en wordt gestraft. Het artikel bevat dus een algehele strafbaarstelling van kraken.
in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in de artikelen 138, 138a en 139 Sr kan iedere opsporingsambtenaar de desbetreffende plaats betreden. Zij zijn bevoegd alle personen die daar wederrechtelijk vertoeven, alsmede alle voorwerpen die daar ter plaatse worden aangetroffen, te (doen) verwijderen.”.
8 EVRM gewaarborgde huisrecht. Of hiervan sprake is hangt af van de concrete omstandigheden van het geval, waaronder de aard en het belang van het ingeroepen recht, de ernst van de inbreuk, de mate waarin door de voorgenomen maatregel de legitieme belangen van derden worden beschermd, de (on)rechtmatigheid van de vestiging in de ‘woning’ en de mate waarin herstel mogelijk is.
BQ9880) zal het doorgaans zo zijn dat het belang van de eigenaar het zwaarst zal wegen, maar kan niet worden uitgesloten dat gelet op de zeer ernstige inbreuk op het huisrecht en de onomkeerbare gevolgen van een ontruiming, het belang van de kraker toch zwaarder weegt. De Hoge Raad overweegt dat aan de omstandigheid dat het verblijf van een kraker wederrechtelijk is, dus niet het gevolg kan worden verbonden dat een kraker geen verdedigbare klacht kan hebben over (dreigende) schending van zijn huisrecht. De onafhankelijke rechter zal in het licht van artikel 8 lid 2 EVRM moeten onderzoeken of de in abstracto door de wetgever gegeven voorrang aan het belang van de openbare orde, het beëindigen van strafbare feiten en de bescherming van de rechten van derden boven het huisrecht van de kraker, in het concrete geval de proportionaliteitstoets kan doorstaan. Een belangenafweging kan alleen plaatsvinden als de kraker feiten en omstandigheden aanvoert, en aannemelijk maakt, die in het concrete geval tot een andere dan de door de wetgever gemaakte afweging nopen. Als uitgangspunt zal hierbij hebben te gelden dat een eigenaar het recht heeft om over zijn pand te beschikken zoals hij wil, aldus de Hoge Raad.
voorafdoor een onafhankelijke rechter te laten toetsen. De Staat heeft op dit punt haar verantwoordelijkheid tegenover [eiser] veronachtzaamd. De Staat (dat wil zeggen de politie) had de deur van het pand moeten sluiten.
de Aldi hier niets meer in opslag heeft staan, omdat alles op de locatie Aalsterweg staat” en men het pand “
zeer sporadisch gebruikt voor een kleine hoeveelheid opslag”. Dat wat in het pand is achtergelaten (een oude koelkast, tafel en magnetron, waarop “weg” is aangeplakt, een doos met vuilnis en lege winkelrekken), zijn slechts van twijfelachtige waarde en rechtvaardigen dus ook geen “gebruik”, aldus [eiser] onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 16 november 1971 (NJ 1972/61).
voorafhad laten toetsen) mogelijk langer in het pand had kunnen verblijven, kan het de Staat niet op voorhand, voor onbepaalde tijd, worden verboden om [eiser] aan te houden indien hij zich toegang tot het pand verschaft. De voorzieningenrechter dient in beginsel de beleidsvrijheid van het OM te respecteren. Klemmende redenen om op voorhand anders te oordelen, ontbreken.