ECLI:NL:RBOBR:2020:3163

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 juni 2020
Publicatiedatum
25 juni 2020
Zaaknummer
7633554
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in civiele zaak tussen Bruna B.V. en gedaagde

In deze civiele zaak, geregistreerd onder zaaknummer 7633554, heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 juni 2020 een herstelvonnis uitgesproken. De zaak betreft een vordering van Bruna B.V., gevestigd te Houten, die werd vertegenwoordigd door mr. F.J.H. Mulder. De gedaagde, die woonachtig is op een niet gespecificeerde locatie, werd vertegenwoordigd door mr. J.H. Kolenbrander. Op 4 juni 2020 had de kantonrechter een vonnis in de incidenten gewezen, waarin zij zich onbevoegd verklaarde en de zaak verwees naar de kamer voor handelszaken van de rechtbank voor verdere behandeling.

De kantonrechter merkte op dat in het vonnis van 4 juni 2020 een kennelijke fout was gemaakt, omdat er geen roldatum was opgenomen in het dictum. Dit werd als een eenvoudig herstel beschouwd op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In het herstelvonnis werd bepaald dat de zaak naar de rol van 24 juni 2020 moest worden verwezen voor verdere behandeling.

De beslissing van de kantonrechter was dat het vonnis van 4 juni 2020 moest worden verbeterd, zodat de verwijzing naar de kamer voor handelszaken correct werd weergegeven. Dit herstel werd op de minuut van het vonnis vermeld, met de datum van het herstelvonnis. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter op 18 juni 2020.

Uitspraak

herstelvonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: 7633554 \ CV EXPL 19-2076
Vonnis van 18 juni 2020
in de zaak van:
Bruna B.V.,
gevestigd te Houten,
eiseres,
gemachtigde: mr. F.J.H. Mulder,
tegen:
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. J.H. Kolenbrander,
is op 4 juni 2020 een vonnis in de incidenten, tevens tussenvonnis in de hoofdzaak gewezen.

1.De overwegingen

1.1.
In het vonnis van de kantonrechter van 4 juni 2020 heeft de kantonrechter zich absoluut onbevoegd verklaard en is de zaak verwezen naar de kamer voor handelszaken van deze rechtbank ter verdere behandeling van de vordering in de hoofdzaak.
1.2.
De kantonrechter heeft opgemerkt dat zij in haar vonnis van 4 juni jl. heeft verzuimd om in het dictum een roldatum op te nemen.
1.3.
De kantonrechter is van oordeel dat dit een kennelijke fout is, die zich op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor eenvoudig herstel leent. De kantonrechter zal het vonnis van 4 juni 2020 dan ook ambtshalve verbeteren, in die zin dat zij de zaak (in de hoofdzaak) verwijst naar de rol van 24 juni 2020.

2.De beslissing

De kantonrechter:
verstaat dat in gemeld vonnis van 4 juni 2020 onder
4. De beslissingonder het kopje “
in de hoofdzaak” de verwijzing verbeterd moet worden gelezen als:
“verwijst de zaak in de stand waarin deze zich op dit moment bevindt, naar de kamer voor handelszaken van deze rechtbank ter verdere behandeling en beoordeling, en verwijst de zaak naar de rol van de rol van 24 juni 2020,”;
bepaalt dat deze verbetering onder vermelding van de datum van heden wordt vermeld op de minuut van het vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2020.