ECLI:NL:RBOBR:2020:3493
Rechtbank Oost-Brabant
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake de afwijzing van een aanvraag voor vervoersvoorziening door het UWV op basis van prikkelgevoeligheid
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 10 juli 2020, wordt de afwijzing van een aanvraag voor een vervoersvoorziening door het UWV beoordeeld. Eiseres, die sinds 2009 recht heeft op een Wajong-uitkering, had een vergoeding voor taxikosten en vervoer door derden aangevraagd. Het UWV had deze aanvraag afgewezen, omdat prikkelgevoeligheid niet als grondslag in de Beleidsregel was opgenomen. De rechtbank constateert echter dat prikkelgevoeligheid een bijzondere omstandigheid kan zijn die aanleiding geeft om van de Beleidsregel af te wijken. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit niet voldoende gemotiveerd is en dat het UWV onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de medische situatie van eiseres en de impact van haar prikkelgevoeligheid op haar mobiliteit. De rechtbank geeft het UWV de gelegenheid om het gebrek in de motivering van het besluit te herstellen. Eiseres heeft medische informatie overgelegd die haar stelling ondersteunt dat reizen met openbaar vervoer voor haar te belastend is. De rechtbank stelt dat het UWV de gewijzigde omstandigheden en de medische gegevens van eiseres in zijn beoordeling moet betrekken. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.