In deze handhavingszaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Milieu-werkgroep Kempenland en Stichting Brabantse Milieufederatie als eisers, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel als verweerder. De zaak betreft de handhaving van een omgevingsvergunning voor een varkensfokkerij, waarbij eisers aanvoerden dat verweerder ten onrechte had afgezien van handhaving van een overtreding van de omgevingsvergunning met betrekking tot het aantal gehouden dieren. De rechtbank oordeelde dat het aan de derde-partij was om zich aan de geldende vergunningen te houden en dat vooruitlopen op een legaliseringstraject niet gerechtvaardigd was. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eisers.