Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 juni 2021 in de zaak tussen
[naam 1] V.O.F., te [vestigingsplaats] , gemeente Bergeijk, eiseres,
[naam 2] V.O.F., te [vestigingsplaats] , gemachtigde: [naam 3] .
Procesverloop
Overwegingen
- Eiseres exploiteerde op het adres [adres 1] te [vestigingsplaats] een garagebedrijf (inruil en verkoop van tweedehands en nieuwe auto’s) en een tankstation/garagebedrijf met shopruimte. [naam 4] woont op het adres [adres 2] te [vestigingsplaats] . In het verleden huurde eiseres het tankstation/garagebedrijf met shopruimte van derde-partij. Na de beëindiging van de huurovereenkomst tussen eiseres en derde-partij in 2017 exploiteert derde-partij sinds enkele jaren het tankstation. Het perceel [nummer 1] (2.556 m²) is eigendom van [naam 3] , het perceel [nummer 2] (2.556 m²) is eigendom van [naam 4] .
- In 1999 heeft verweerder een milieuvergunning verleend voor het tankstation en het garagebedrijf. Het perceel van [naam 4] met woning maakte deel uit van de inrichting. Beide percelen hebben in het bestemmingsplan “Riethoven/Walik 2012” de bestemming ‘Bedrijf-Garagebedrijf’. Op de percelen mogen één garagebedrijf en één verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG worden gevestigd alsmede bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’.
- De derde-partij heeft plannen ontwikkeld om het garagebedrijf en tankstation te wijzigen. Onderdeel van die plannen was de verplaatsing van het tankstation. Op 22 oktober 2015 is een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een nieuw tankstation op het perceel van [naam 3] . Ook [naam 4] had plannen met zijn perceel en heeft vergunningen aangevraagd voor nieuwbouw ten behoeve van een garagebedrijf (zonder tankstation) op zijn perceel. Partijen raakten in conflict met elkaar en dat had een groot aantal bestuursrechtelijke procedures tot gevolg. Op 29 november 2016, tijdens een zitting bij de bestuursrechter van deze rechtbank, hebben partijen een schikking getroffen en afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in een proces-verbaal.
- Derde-partij heeft daarna geen gebruik gemaakt van de vergunning van 22 oktober 2015. Er heeft slechts één wijziging plaatsgevonden, namelijk de plaatsing van een betaalpaal bij het bestaande tankstation, eind 2017.
- De derde-partij heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu (revisie) ingediend. In deze aanvraag maakt het perceel van [naam 4] (inclusief de woning) géén deel meer uit van de inrichting, behoudens een strook grond die functioneert als in- en uitrit van het tankstation. Verweerder heeft een positief ontwerpbesluit ter inzage gelegd. Eiseres heeft zienswijzen ingediend. Daarna heeft verweerder het bestreden besluit genomen.
In voorschrift 6.1.8 van het bestreden besluit is onder meer bepaald dat het niet is toegestaan zonder direct toezicht LPG af te leveren.
In voorschrift 6.3.8 van het bestreden besluit is bepaald dat tijdens het niet aanwezig zijn van een toezichthouder de LPG-installatie buiten werking moet zijn gesteld en dat vanaf de weg duidelijk zichtbaar moet worden aangegeven dat het tanken van LPG niet mogelijk is.
In de begrippenlijst bij het bestreden besluit is gedefinieerd wat onder ‘direct toezicht’ moet worden verstaan, namelijk dat een toezichthoudende persoon binnen de inrichting aanwezig moet zijn en dat deze persoon zicht moet kunnen hebben op het afleveren van LPG. Verder moet de toezichthoudende persoon het aflevertoestel fysiek vrijgeven voor de aflevering van LPG, al hoeft dit niet per tankbeurt te gebeuren. Bij het verlaten van de werkplek moet het LPG aflevertoestel worden geblokkeerd.
In de ontwerpvergunning was een voorschrift 1.1.2 opgenomen waarin was bepaald dat tijdens de openingstijden van het tankstation een toezichthoudend persoon aanwezig moet zijn. Dit voorschrift is in het bestreden besluit geschrapt naar aanleiding van een zienswijze van de derde-partij.
In artikel 2.17 vierde lid van het Abm zijn voor tankstations dezelfde grenswaarden gesteld als in de milieuvergunning van 1999 met in artikel 2.17m, vierde lid onder b, een uitzondering voor laden en lossen.