Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 januari 2021 in de zaken tussen
het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, verweerder
Motorsport Vereniging Valkenswaard (MVV), gemachtigde: mr. W. Krijger.
Procesverloop
Overwegingen
- Op het terrein aan de [adres] , bij en gedeeltelijk op de voormalige vuilstort, liggen een autorallycircuit en een motorcrosscircuit. Op 31 augustus 1993 heeft verweerder aan Motorsport Vereniging Valkenswaard een Hinderwetvergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting tot het beoefenen van de motorsport op het motorsportcircuit op deze locatie. Deze vergunning ziet op de zandbaan met bijbehorende voorzieningen. Bij de vergunning voor het motorcrosscircuit hoort een tekening waarop is weergegeven hoe het terrein is ingericht. Op dezelfde datum heeft verweerder aan de Nederlandse Rallycross Vereniging een Hinderwetvergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting tot het beoefenen van de autorallysport op het Eurocircuit. Beide vergunningen zijn gelijkgesteld met een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Aan de Hinderwetvergunning voor het motorcrosscircuit zijn geluidsvoorschriften verbonden. Er zijn grenswaarden gesteld aan het geluid van de omroep- en muziekinstallatie en aan het geluid van de activiteiten en installaties binnen de inrichting indien er geen sprake is van een motorcross of training. Er zijn géén doelvoorschriften gesteld aan de maximaal toelaatbare geluidsbelasting in verband met het gebruik van het circuit door crossmotoren bij wedstrijden of trainingen. Er zijn slechts voorschriften opgenomen voor het type crossmotor bij wedstrijden en de openingstijden van het circuit. Ter plaatse van de twee circuits geldt het bestemmingsplan “Buitengebied 1977”, dat op 26 juni 1986 onherroepelijk is geworden. Op de gronden rusten de bestemmingen “Crossterrein” (artikel 34 van de planregels), “Voorlopig zandwinning/vuilstort; definitief crossterrein” (artikel 35) en “Voorlopig zandwinning/vuilstort; definitief bos” (artikel 36).
- In het verleden zijn meerdere verzoeken om handhaving ingediend, onder andere door eisers. Deze verzoeken hebben geleid tot uitspraken van deze rechtbank en van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling). In de uitspraak van
- Deze rechtbank heeft een omgevingsvergunning voor het gebruik in strijd met het bestemmingsplan van onder meer het motorcrosscircuit voor de Dakar Pre Proloog vernietigd in een uitspraak van 23 maart 2019 (ECLI:NL:RBOBR:2019:1667). In deze uitspraak overwoog de rechtbank dat de Dakar Pre Proloog wordt gehouden in strijd met artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo en kon de rechtbank niet op voorhand uitsluiten dat tijdens de Dakar Pre Proloog de geluidsvoorschriften J1, J3, J4, J5 en J7 van beide Hinderwetvergunningen zouden worden overschreden.
- De eisers uit Dommelen hebben percelen ten noorden van de Victoriedijk.
- Vergunninghoudster heeft op 13 september 2019 een aanvraag ingediend voor een milieuneutrale wijziging van de Hinderwetvergunning voor het motorcrosscircuit. Bij besluit van 4 november 2019 (het primaire besluit) heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard (B&W) een omgevingsvergunning verleend voor een milieuneutrale verandering van een inrichting, te weten de motorcrossbaan op het perceel kadastraal bekend gemeente Valkenswaard, [perceel] , plaatselijk bekend [adres] . Bij besluit van
- Verweerder heeft op 18 oktober 2019 aan vergunninghoudster een last onder dwangsom opgelegd vanwege het niet beschikken van een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb) voor het gebruik van en de activiteiten op het motorcrosscircuit aan de Victoriedijk. Hiertegen hebben eisers en vergunninghoudster bezwaar gemaakt. Verweerder heeft dat bezwaar ongegrond verklaard. Hiertegen hebben eisers en vergunninghoudster beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummers SHE 19/2719 en SHE 19/2957.
- Vergunninghoudster heeft op 28 januari 2020 een aanvraag voor een Wnb-vergunning ingediend. De aanvraag heeft betrekking op het organiseren van crossactiviteiten, waaronder de Dakar Pre Proloog op het motorcrosscircuit naast het Eurocircuit aan de [adres] zoals dat is gewijzigd na verlening van de Hinderwetvergunning uit 1993 en is vergund in de omgevingsvergunning voor de milieuneutrale wijziging van 4 november 2019.
13 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1891).
Als er geen latere algemene regels zijn die verplichten tot gebruik van motoren met een lagere emissie dan de motoren in de referentiesituatie (iets wat verweerder zelf stelt), dan moet in de vergunde situatie worden uitgegaan van de dezelfde emissie voor motoren als de motoren in de referentiesituatie. Immers, als er wel nadere regels zouden zijn gesteld aan motoren die leiden tot een lagere stikstofemissie, zou dit ook betekenen dat niet zonder meer kan worden uitgegaan van de stikstofemissie van motoren op de referentiedatum gelet op de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1891). In het bestreden besluit zijn geen emissie-eisen aan motoren gesteld. In de aanvraag staat evenmin dat uitsluitend het gebruik van motoren met een lagere emissie van 0,15 g NOx/km wordt aangevraagd. Het gebruik van motoren met een hoge emissie van 0,30 g NOx/ km is niet verboden in het bestreden besluit. Onder deze omstandigheden kan niet op voorhand worden uitgesloten dat in de vergunde situatie motoren met een emissie van 0,30 g NOx/km worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de motoren in de referentiesituatie. Volgens de rechtbank had verweerder er daarom van moeten uitgaan dat de emissies van motoren in de vergunde situatie gelijk moeten zijn aan de emissies van motoren in de referentiesituatie. Dat betekent dat het aangevraagde geïntensiveerde gebruik van het motorcrosscircuit zonder meer leidt tot een hogere stikstofemissie. Verweerder heeft dit onvoldoende onderkend. Onder deze omstandigheden is ook geen aanleiding voor interne saldering ingevolge artikel 2.1, onder c, van de Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant van 9 april 2020 (de Beleidsregel) noch is sprake van interne saldering op de wijze die wordt voorgestaan in de uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:71).
(300 meter) van het motorcrossterrein ligt, heeft verweerder kunnen uitsluiten dat de geluidsbelasting vanwege het circuit kan leiden tot een verstoring van deze soorten. Het gebied dat is aangewezen ingevolge de Vogelrichtlijn 79/409/EEG ligt op grotere afstand (drie kilometer) van het motorcrosscircuit. Hier worden drie vogelsoorten aangewezen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder kunnen uitsluiten dat de geluidsbelasting vanwege het circuit kan leiden tot een verstoring van deze soorten. Deze beroepsgrond slaagt niet. In het midden kan blijven of de Wnb strekt tot bescherming van de belangen van eisers 2.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 354,00 aan eisers 1 te vergoeden;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,00 aan eisers 2 te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers 1 tot een bedrag van € 1.068,00.