ECLI:NL:RBOBR:2021:4801
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Erkenning van een huwelijk gesloten in Eritrea en de gevolgen voor echtscheiding in Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, waarbij de man de Eritrese nationaliteit heeft en de vrouw ten tijde van het huwelijk minderjarig was. De rechtbank heeft eerst onderzocht of er sprake is van een huwelijk tussen partijen, waarbij de man een 'Marriage Certificate' heeft overgelegd dat aantoont dat zij in Eritrea kerkelijk zijn gehuwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk in Eritrea rechtsgeldig is, ondanks dat de vrouw op het moment van huwelijkssluiting nog geen 18 jaar oud was. De rechtbank heeft daarbij aansluiting gezocht bij het Eritrese recht en de relevante artikelen uit het Eritrese Burgerlijk Wetboek.
Vervolgens heeft de rechtbank beoordeeld of het huwelijk in Nederland kan worden erkend. Artikel 10:31 BW bepaalt dat een buiten Nederland gesloten huwelijk dat rechtsgeldig is, ook in Nederland wordt erkend. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel de vrouw minderjarig was, het huwelijk alsnog erkend kan worden omdat beide partijen op het moment van de erkenning de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.
Ten slotte heeft de rechtbank het verzoek van de man tot echtscheiding toegewezen, aangezien de man zijn gewone verblijfplaats in Nederland had en het huwelijk duurzaam ontwricht was. De rechtbank heeft bepaald dat elke partij de eigen proceskosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter J.W. Brunt.