Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
, [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] en [naam]uit [woonplaats] , eisers
[naam] B.V.te [vestigingsplaats] , vergunninghoudster,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 21 oktober 2021 uitspraak gedaan over een omgevingsvergunning die was verleend voor het verbouwen van een horecagelegenheid tot vijf appartementen. De eisers, bewoners in de nabijheid van de projectlocatie, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning, omdat deze in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vergunning voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 en dat de verweerder bevoegd was om af te wijken van het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de eisers, die vrezen voor overlast en aantasting van hun woon- en leefklimaat, afgewogen tegen de belangen van de vergunninghouder. De voorzieningenrechter concludeert dat de vergunning kan worden verleend, omdat de bouwactiviteiten niet in strijd zijn met de planregels voor bouwen en de overlast van de appartementen niet groter zal zijn dan die van de voormalige horecagelegenheid. De voorzieningenrechter heeft het beroep van eisers tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, maar het beroep tegen het herstelbesluit ongegrond verklaard. De eisers krijgen hun griffierecht vergoed, maar de kosten voor de voorlopige voorziening worden niet vergoed.