In deze zaak betreft het een deelgeschil over letselschade na een aanrijding tussen een fietser en een auto, die plaatsvond op 20 februari 2016. De fietser, aangeduid als [verweerder], werd aangereden door een auto bestuurd door de heer [A], die verzekerd was bij de verzoekende partij, de Onderlinge Verzekeringsmaatschappij ZLM U.A. ZLM erkende aansprakelijkheid, maar stelde dat de schadevergoeding beperkt moest blijven tot 50% vanwege de eigen schuld van [verweerder]. De rechtbank moest beoordelen in hoeverre de verkeersfouten van [verweerder] bijgedragen hebben aan het ongeval. De rechtbank concludeerde dat [verweerder] tegen de voorgeschreven rijrichting in fietste en geen voorrang verleende aan [A]. Hierdoor werd vastgesteld dat [verweerder] in aanzienlijke mate verantwoordelijk was voor het ontstaan van het ongeval. De rechtbank oordeelde dat ZLM niet meer dan 50% van de schade hoefde te vergoeden, en wees de tegenverzoeken van [verweerder] af, waaronder verzoeken om vergoeding van medische kosten en buitengerechtelijke advocaatkosten. De rechtbank matigde de kosten van het deelgeschil en bepaalde dat ZLM een bedrag van € 2.463,- moest betalen voor de kosten van dit deelgeschil.