In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 19 april 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Sportfondsen Exploitatie 6 B.V. en de gemeente Helmond. De procedure is gestart door Sportfondsen, die zich had ingeschreven voor de Europese openbare aanbesteding voor de diensten van beheer en exploitatie van het zwembad in Helmond. Sportfondsen heeft op 10 februari 2022 ingeschreven, maar de gemeente heeft op 4 maart 2022 de inschrijving ongeldig verklaard, omdat deze niet besteksconform zou zijn. Sportfondsen betwist deze ongeldigverklaring en vordert in kort geding dat de gemeente de aanbesteding staakt en haar inschrijving geldig verklaart.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gemeente in strijd heeft gehandeld met de beginselen van het aanbestedingsrecht, met name het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel. De gemeente had in een e-mail aan Sportfondsen al een oordeel gegeven over de inschrijfsom, voordat de beoordelingscommissie de inschrijving had kunnen bekijken. Dit is in strijd met de beoordelingssystematiek zoals vastgelegd in de Aanbestedingsleidraad, waarin staat dat de prijs pas na de kwaliteitscriteria beoordeeld mag worden. De voorzieningenrechter heeft daarom de vordering van Sportfondsen toegewezen en de gemeente opgedragen de aanbesteding te staken.
Daarnaast is de gemeente veroordeeld in de proceskosten van Sportfondsen, die zijn begroot op € 1.795,33. De voorzieningenrechter heeft geen dwangsommen opgelegd, omdat ervan wordt uitgegaan dat de gemeente het vonnis zal naleven. Het vonnis is openbaar uitgesproken en biedt een belangrijke uitspraak over de naleving van aanbestedingsregels en de bescherming van inschrijvers in aanbestedingsprocedures.