In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 29 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de vergunningverlening voor een emissiearme rundveestal. De zaak betreft een aanvraag van vergunninghoudster voor het wijzigen van haar veehouderij, waarvoor eerder een vergunning op basis van de Hinderwet was verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige Rav factor voor het stalsysteem A.1.13, zoals vastgesteld door de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB), niet als de best beschikbare wetenschappelijke kennis kan worden beschouwd. Dit oordeel is gebaseerd op een eerdere uitspraak van de rechtbank van 8 april 2022, waarin fouten in de totstandkoming van de Rav factor zijn geconstateerd.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant vernietigd, omdat het onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank oordeelde dat de emissiefactoren in de Rav niet zonder meer als betrouwbaar kunnen worden aangenomen, en dat er significante gevolgen voor Natura 2000-gebieden niet konden worden uitgesloten. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zesentwintig weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak en de noodzaak om de nieuwste versie van de AERIUS Calculator te gebruiken.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eisers recht hebben op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, omdat hun beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.897,50, en het griffierecht op € 354,00. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.