Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 april 2022 met acht producties
- de conclusie van antwoord van 4 mei 2022 met twaalf producties
- de mondelinge behandeling die plaats heeft gevonden op 6 mei 2022
- de pleitnota van [eiser]
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagden] te veroordelen om iedere camera die is aangebracht aan de buitenzijde van de woning aan de [adres] te [plaats] binnen 72 uur na betekening van dit vonnis te verwijderen en verwijderd te houden, of
- door middel van fysieke en daardoor voor [eiser] controleerbare maatregelen zodanig aan te passen dat zij [eiser] en/of diens perceel niet meer filmen;
- [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan, tot een maximum van € 30.000,- indien gedaagden in gebreke blijven aan de uit te spreken veroordeling(en) te voldoen;
- [gedaagden] te veroordelen in de kosten en in de nakosten van deze procedure.