Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[klaagster] ,
Procesverloop
Beoordeling
: 9, 19, 20, 21, 22 en 25sprake is van verklaringen van dien aard, dat het recht van (vertegenwoordigers van) klaagster om tijdens een eventuele strafprocedure te zwijgen in de zittingszaal van haar betekenis zou zijn ontdaan als klaagster deze stukken uitlevert. De natuurlijke personen die deze documenten hebben opgesteld zijn bovendien in een zo sterke mate met de rechtspersoon verweven, zo maakt de economische raadkamer uit deze stukken op, dat klaagster zich ten aanzien van hun verklaringen, zoals die in deze stukken zijn vervat, op het recht op nemo tenetur kan beroepen. Om die reden hoeft klaagster deze documenten niet te overhandigen. Het beklag tegen beslag ten aanzien van deze documenten is dan ook gegrond.