Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 december 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel(het college),
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [derde partij] , uit [plaats] .
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
volwaardigagrarisch bedrijf niet gesteld. Eiseres verwijst daarnaast naar een toezegging van het college uit 2010 om mee te werken aan de bouw van de hooimijt onder voorwaarden (waaronder de sloop van overtollige bebouwing zoals een rondboogstal en andere bebouwing).
volwaardigagrarisch bedrijf te zijn want die eis wordt niet gesteld in het bestemmingsplan en kan eiseres niet worden tegengeworpen. Het bestreden besluit is daarom onjuist. Dat bij de KvK op dit adres geen agrarisch bedrijf staat ingeschreven, leidt niet tot een ander oordeel. Het door eiseres aangevoerde subsidiaire beroep op het vertrouwensbeginsel behoeft daarom geen bespreking.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.A.G.M. Willems, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 december 2022.
Informatie over hoger beroep
Bijlage
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
a. het bouwen van een bouwwerk,
(…);
(…).
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en:
(…)
(…)
1.13 Agrarisch bedrijf
(…)
1.14 Agrarisch (grond)gebruik
(…)
1.137 Overig agrarisch bedrijf
(…)
(…)
1.169 Volwaardig agrarisch bedrijf
(…).
4.1 Bestemmingsomschrijving.
x. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', tevens voor behoud en bescherming van het daar aanwezige rijks- of gemeentelijk monument zoals opgenomen in de monumentenlijst, zoals opgenomen in bijlage 6;
l. de minimale afstand tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens is 3 m, met uitzondering van erf- of perceelsafscheidingen welke op de perceelsgrens mogen worden gerealiseerd;
(…).
* de landschappelijke inpassing heeft een minimale omvang van 20% van de omvang van het bestemmingsvlak;
* de landschappelijke inpassing voldoet aan de richtlijnen zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan;
* de landschappelijke inpassing mag zowel binnen als buiten het bestemmingsvlak worden gerealiseerd.