Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 december 2022 in de zaak tussen
[naam] B.V., uit [vestigingsplaats] , eiseres
[naam] , [naam] , [naam] en [naam] , [naam] en [naam] , [naam] , [naam] , [naam] en [naam]uit [woonplaats] (gemachtigde: mr. H. Nijman) (omwonenden).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- Het perceel [adres] heeft op grond van het geldende bestemmingsplan “Bernheze” de bestemming ‘agrarisch’ met de specifieke functie-aanduiding ‘intensieve veehouderij.
- Het aangrenzende perceel [adres] bestaat uit meerdere kadastrale percelen. De kadastrale percelen [nummer] , [nummer] en [nummer] (gedeeltelijk) hebben op grond van het geldende bestemmingsplan “Bernheze” de bestemming ‘agrarisch’ met de specifieke functie-aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – biogasinstallatie’. Tevens geldt ter plaatse de gebiedsaanduiding “Groenblauwe mantel”.
- De bouwvlakken van de percelen [adres] en [adres] grenzen aan elkaar.
- Voor de gehele loods heeft het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant (GS) eerder, op 27 oktober 2014, een omgevingsvergunning fase 2 verleend. De loods zou volledig worden gerealiseerd op het perceel aan de [adres] .
- De loods is gerealiseerd op een andere plek dan is aangegeven op de inrichtingstekening en dus in afwijking van de omgevingsvergunning fase 2 van 27 oktober 2014. De loods staat gedeeltelijk op perceel [adres] en gedeeltelijk op perceel [adres] . De loods staat ook gedeeltelijk buiten de specifieke functie-aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – biogasinstallatie’.
- Op 24 augustus 2021 heeft eiseres bij GS een aanvraag ingediend voor het bouwen van het deel van de loods op de [adres] . Deze aanvraag was volgens het college volledig op 22 maart 2022. B&W heeft geadviseerd de omgevingsvergunning niet te verlenen. Bij besluit van 29 april 2022 heeft GS desondanks hiervoor een omgevingsvergunning verleend. Uit de aanvraag blijkt dat het gedeelte van de loods op de [adres] blijft staan en dat daar apart een omgevingsvergunning voor wordt gevraagd aan het college (het bevoegde gezag met betrekking tot het perceel [adres] ). De aanvraag heeft alleen betrekking op bouwkundige wijzigingen in de reeds gerealiseerde loods en de daarmee samenhangende wijziging van de inrichting.
- Eiseres is een samenwerking aangegaan met een derde en dat is geworden Groengas. Groengas wil de co-vergistingsinstallatie gaan inzetten voor co-vergisting met als doel levering van groen gas aan het gasnet (in plaats van elektriciteit aan het stroomnet). Er worden sinds medio 2021 een aantal activiteiten ontplooit op het terrein om dit mogelijk te maken.
- Het college heeft op 12 maart 2022 van eiseres een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor de legalisatie van het bouwen van een opslagloods aan het adres [adres] . De aanvraag ziet op de activiteiten “handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening” en “bouwen”.
- In de aanvraag is bij “Aanvraaggegevens” aangegeven dat de brandmuur op de perceelsgrens staat. Bij “Bouwen” is aangegeven dat het bouwwerk zal worden gebruikt als loods voor de stalling van materiaal en materieel.
- Bijlage 8 bij de aanvraag is de ruimtelijke onderbouwing. Hierin wordt gesproken over een opslagloods waarin vrachtwagens met containers en tractors ten behoeve van een akkerbouwbedrijf kunnen worden geplaatst.
- Als bijlage bij deze uitspraak is bijgevoegd een tekening uit het advies van de StAB met de plattegrond van de volledige loods.
- Tegen de door GS verleende omgevingsvergunning van 29 april 2022 is door het college bij GS bezwaar gemaakt. Dat bezwaar is desgevraagd met instemming van GS als rechtstreeks beroep doorgezonden naar de rechtbank. Ook omwonenden hebben hiertegen bezwaar gemaakt en ook dat bezwaar is doorgezonden. De beroepen zijn geregistreerd onder zaaknummers SHE 22/1705 en SHE 22/1706. Er is vandaag uitspraak gedaan in deze beroepen.
- Groengas heeft op 9 mei 2022 een aanvraag ingediend voor de bouw van een andere loods tegen de bestaande loods en toestemming gevraagd voor het bouwen en milieuneutraal wijzigen van de inrichting (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en e van de Wabo). GS heeft deze aanvraag met het besluit van 12 augustus 2022 niet in behandeling genomen op grond van artikel 2.6, tweede lid van de Wabo (omdat het college een revisievergunning noodzakelijk acht). Groengas heeft hiertegen met instemming van het college rechtstreeks beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer SHE 22/2589.
- Omwonenden hebben op 7 april 2021 verzocht om handhaving. GS heeft dit verzoek op 2 juni 2021 afgewezen. In het besluit van 6 december 2021 op het bezwaar van omwonenden, heeft GS het verzoek nog steeds afgewezen. Omwonenden hebben hiertegen beroep ingesteld en zij hebben enige maanden later een verzoek om voorlopige voorziening ingediend en verzocht om volledige stillegging van het bedrijf van de derde-partij. Het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening zijn geregistreerd onder zaaknummers SHE 22/147 en SHE 21/1149. In de uitspraak van 11 juli 2022
- Omwonenden hebben een herhaald verzoek om handhaving ingediend op 18 mei 2022. Op 22 september 2022 heeft GS besloten om handhavend op te treden. Omwonenden hebben hiertegen met instemming van het college rechtstreeks beroep ingesteld omdat zij vonden dat niet tegen alle overtredingen werd opgetreden. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer 22/2643. Groengas en [naam] hebben met instemming van GS rechtstreeks beroep ingesteld tegen de opgelegde last onder dwangsom met betrekking tot de overtredingen betreffende beluchtingssilo 6, de gewijzigde uitvoering van de vergistingssilo’s 4 en 5, het gasveredelingsstation en het zonder omgevingsvergunning gebruiken van een mobiele stookinstallatie. Dat beroep is geregistreerd onder zaaknummer SHE 22/2474.
- Eén omwonende heeft op 15 augustus 2022 nog een apart handhavingsverzoek ingediend. GS heeft onder verwijzing naar de getroffen ordemaatregel het verzoek op 10 oktober 2022 afgewezen. Hiertegen heeft de omwonende met instemming van GS rechtstreeks beroep ingesteld. Dat beroep is geregistreerd onder zaaknummer SHE 22/2690.