In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een WIA-uitkering door het UWV. Eiser had op 15 december 2020 een aanvraag ingediend, die door het UWV op 9 oktober 2019 werd afgewezen. Eiser maakte bezwaar, maar dit werd op 20 juli 2021 ongegrond verklaard. Eiser stelde dat zijn medische klachten, vooral op psychisch vlak, niet correct waren ingeschat door het UWV. De rechtbank benoemde een deskundige die op 12 oktober 2022 rapporteerde. Deze deskundige concludeerde dat de psychische beperkingen van eiser waren onderschat, wat leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond was. De rechtbank oordeelde dat het UWV een nieuw besluit moest nemen, waarbij het rapport van de deskundige in acht moest worden genomen. Eiser kreeg ook een vergoeding voor proceskosten en het griffierecht. De uitspraak werd openbaar gedaan op 17 maart 2023.