4.1.[eiser in de hoofdzaak] vordert - samengevat - om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Obvion te bevelen om de opname van de persoonsgegevens van [eiser in de hoofdzaak] in het SFH- en het Incidentenregister ongedaan te (laten) maken, althans te (laten) verwijderen, binnen 7 dagen na betekening van het vonnis, en deze gegevens, behoudens het geval dat er nieuwe feiten zijn die registratie rechtvaardigen, niet opnieuw in enig register op te nemen, althans Obvion te verbieden om persoonsgegevens van [eiser in de hoofdzaak] te verwerken of te laten verwerken waaruit volgt of zou kunnen volgen dat [eiser in de hoofdzaak] op enigerlei wijze betrokken is geweest bij enig doen of nalaten waardoor de integriteit van het financiële verkeer is geschaad of dreigde te worden geschaad, steeds op straffe van een dwangsom,
Obvion te bevelen om de tegen [eiser in de hoofdzaak] gedane aangifte bij de politie te rectificeren, op straffe van een dwangsom,
te verklaren voor recht dat Obvion tegenover [eiser in de hoofdzaak] onrechtmatig heeft gehandeld door [eiser in de hoofdzaak] in de gegeven omstandigheden te registreren in het SFH-register en dat Obvion aansprakelijk is voor de schade die [eiser in de hoofdzaak] als gevolg daarvan heeft geleden, met verwijzing van de zaak naar de schadestaatprocedure,
te verklaren voor recht dat Obvion een onrechtmatige daad heeft gepleegd door [eiser in de hoofdzaak] aan een verscherpt onderzoek te onderwerpen enkel vanwege zijn nationaliteit en/of afkomst, en dat Obvion aansprakelijk is voor de schade die [eiser in de hoofdzaak] als gevolg daarvan heeft geleden, met verwijzing van de zaak naar de schadestaatprocedure,
Obvion te veroordelen tot het vergoeden van de door [eiser in de hoofdzaak] gemaakte buitengerechtelijke kosten à € 925,-, en in de kosten van deze procedure, inclusief de nakosten.