Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 april 2023 in de zaak tussen
[eisers] , uit [woonplaats] , eisers,
het college van burgemeester en wethouders van Deurne (het college)
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
“
4. De rechtbank ziet zich in de eerste plaats voor de vraag gesteld of het college bevoegd was om op het verzoek om planschade te beslissen ten aanzien van schade geleden als gevolg van de VR 2014. Zij stelt namelijk vast dat op het moment dat het college [3] het verzoek van eiseres in 2020 afwees, het bestemmingsplan “Gemert-Bakel Buitengebied 2017” in werking was getreden. Dit bestemmingsplan is in overeenstemming met artikel 6.3, tweede lid, en artikel 7.3, tweede lid, van de VR 2014. Voor deze locatie heeft vanaf dat moment de rechtstreeks werkende bepaling van artikel 34 van de VR 2014 geen betekenis meer. Als artikel 6.1, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 6.6, vijfde lid, van de Wro strikt wordt gevolgd, zou dit betekenen dat op het moment van de aanvraag de gestelde schadeoorzaak nog wel is gelegen in een regel die op grond van artikel 4.1, derde lid, van de Wro is vastgesteld, maar op het moment van het nemen van het bestreden besluit niet meer. Dat zou ook betekenen dat de bevoegdheid om te beslissen op het verzoek om planschade lopende de procedure om daarop te beslissen, verschuift van het college naar B&W. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Wro kan niet worden opgemaakt dat de wetgever deze situatie heeft voorzien. De rechtbank onderzoekt dit zelf (ambtshalve) omdat het de bevoegdheid van het bestuursorgaan betreft. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het oorspronkelijke verzoek was ingediend bij B&W en door dat bestuursorgaan is doorgezonden.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt het college op om binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat het college aan eisers het griffierecht à € 181,00 vergoedt;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers, begroot op
mr.J.F.M. Emons, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 april 2023.
Informatie over hoger beroep
Wet ruimtelijke ordening
Er is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 μg/m3.