Op 2 mei 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die opzettelijk behulpzaam is geweest bij de zelfdoding van zijn partner. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 maart 2020 tot en met 26 mei 2020 te Cuijk, middelen heeft verschaft voor de zelfdoding van zijn partner, die op 26 mei 2020 zelfdoding heeft gepleegd. De tenlastelegging omvatte het bestellen van goederen zoals heliumtanks en het in elkaar zetten van een installatie die door de partner is gebruikt voor haar zelfdoding. De rechtbank heeft de verweren van de verdediging, waaronder een beroep op overmacht en de strijdigheid met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), verworpen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in een noodtoestand verkeerde en dat er geen andere wegen waren die hij had kunnen bewandelen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar, waarbij de redelijke termijn met tien maanden was overschreden, maar dit niet leidde tot strafvermindering. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken in 's-Hertogenbosch.