ECLI:NL:RBOBR:2023:3581

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
C-01-378241 - HA ZA 22-34
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over implementatie en werking van ERP-software tussen IT-leverancier en opdrachtgever met verwijten van zorgplichtschending en dwaling

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, staat de implementatie van een ERP-software systeem centraal, dat door GAC Group of Companies B.V. is geleverd aan Verano B.V. en Alcre (Best) B.V. Verano c.s. verwijt GAC dat de implementatie niet volgens afspraak is verlopen, wat heeft geleid tot aanzienlijke extra kosten en een niet-functionerend systeem. De rechtbank heeft vastgesteld dat GAC niet heeft geschonden aan haar zorgplicht, omdat zij de verwachtingen van Verano c.s. heeft gemanaged en de overeengekomen functionaliteiten heeft geleverd. Verano c.s. heeft onvoldoende bewijs geleverd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden of dat er sprake was van dwaling. De rechtbank heeft de vorderingen van Verano c.s. grotendeels afgewezen, met uitzondering van een schadevergoeding van € 3.509,00 voor kosten die verband houden met SQL Perform. De proceskosten zijn toegewezen aan GAC, aangezien Verano c.s. grotendeels in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/378241 / HA ZA 22-34
Vonnis van 12 juli 2023
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VERANO B.V.,
gevestigd te Best,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALCRE (BEST) B.V.,
gevestigd te Best,
eiseressen,
advocaat mr. E.J. Peerboom-Gerrits te ’s-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GAC GROUP OF COMPANIES B.V.,
gevestigd te Oirschot,
gedaagde,
advocaat mr. L.E.J. Jonker te 's-Hertogenbosch.
Partijen zullen hierna Verano, Alcre en GAC genoemd worden.
Verano en Alcre zullen gezamenlijk worden aangeduid als Verano c.s. (vrouwelijk enkelvoud).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 11 mei 2022;
  • de akte van Verano c.s. van 9 februari 2023 waarbij zij op verzoek van de rechtbank een
kopie van de producties bij de dagvaarding (1 tot en met 39) heeft overgelegd;
- de akte van Verano c.s. van 14 februari 2023 waarbij zij de producties 40 tot en met 46
heeft overgelegd;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling (ook als ‘zitting’ aangeduid) van
14 februari 2023, met aangehecht de spreekaantekeningen van mr. Peerboom-Gerrits en
mr. Jonker;
- de brief van mr. E.J. Peerboom-Gerrits van 10 maart 2023 met opmerkingen over het
proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Kern van het geschil

2.1.
Dit geschil draait om een automatiseringsproject tussen GAC als IT-dienstverlener en Verano c.s. als opdrachtgever. Daarbij heeft GAC op grond van een overeenkomst een ERP-softwaresysteem bij Verano c.s. geïmplementeerd. In de kern verwijt Verano c.s. GAC dat dit dusdanig slecht is verlopen dat zij veel meer tijd heeft moeten investeren dan voorzien en veel meer kosten (meer- en maatwerk) heeft gemaakt dan begroot. Ook zou het systeem niet volledig functioneren. GAC zou niet voldaan hebben aan hetgeen Verano c.s. op grond van de overeenkomst mocht verwachten en Verano c.s. stelt hierdoor schade te hebben geleden
2.2.
GAC betoogt dat zij een goed functionerend systeem heeft opgeleverd dat al geruime tijd operationeel is. Zij erkent dat de oplevering van het systeem wat langer heeft geduurd en meer heeft gekost dan indicatief was geraamd in de offerte maar volgens GAC liggen daaraan duidelijke redenen ten grondslag ten aanzien waarvan haar geen verwijt valt te maken.

3.3. De feiten

3.1
Verano c.s. houdt zich bezig met de fabricage, assemblage, montage en/of installatie van, alsmede handel in buiten- en binnenzonwering producten, rolluiken, garagedeuren, terrasoverkappingen, zonne-energieproducten en onderdelen daarvan. Zij is een dochtermaatschappij van Alcre.
3.2.
GAC houdt zich bezig met het drijven van handel in computerprogrammatuur en het ontwikkelen van de daarbij behorende maatwerksoftware, advies en opleidingen.
3.3.
Verano c.s. maakte lange tijd gebruik van ISP-software. Zij wilde graag een nieuw ERP-softwaresysteem aanschaffen dat beter en efficiënter zou werken. In 2016 is zij daarom een uitgebreid selectietraject voor nieuwe bedrijfssoftware opgestart. Als potentiële dienstverlener/leverancier heeft GAC zich bij haar gemeld.
3.4.
In juni 2016 heeft GAC een RFI (Request For Information) van Verano c.s. ontvangen. Dit document is overgelegd als productie 1 bij de conclusie van antwoord (CvA). Hierin zijn door Verano c.s. vereisten uiteengezet waaraan de software zou moeten voldoen. GAC heeft deze RFI ingevuld en in juni 2016 aan Verano c.s. toegestuurd.
3.5.
Vervolgens is er een shortlist samengesteld van vijf partijen. Deze partijen hebben een “pitch” op de locatie van Verano c.s. gegeven. Daaruit heeft Verano c.s. twee partijen geselecteerd, waaronder GAC.3.6. Verano c.s. is specifiek geïnteresseerd geraakt in de Production+ oplossing van GAC. Production+ is een specifieke branche oplossing, gebaseerd op Microsoft Dynamics NAV. Production + is vervaardigd als oplossing voor producerende bedrijven van verschillende typologieën en biedt standaard koppelingen met producten van derden.
3.6.
Op 8 februari 2017 heeft Verano c.s. aan GAC (en de andere overgebleven partij) gevraagd om een Proof of Concept (hierna: de Verano POC, productie 4 CvA). Een Proof of Concept is in de definitie van Verano c.s. een methode om door middel van een werkend product te demonstreren of een bepaalde IT-oplossing geschikt is voor een bepaald doel.
3.7.
Daarna heeft Verano c.s. referentiebezoeken gebracht aan klanten van GAC. Op
24 februari 2017 heeft Verano c.s. het bedrijf [bedrijfsnaam 1] bezocht. Later dat jaar is een referentiebezoek gebracht aan [bedrijfsnaam 2] .
3.8.
Na de Verano POC en de referentiebezoeken heeft Verano c.s. GAC en de andere partij verzocht om een offerte op te stellen. GAC heeft een orderbevestiging uitgebracht die op 27 maart 2017 door Verano c.s. is ondertekend. Hierdoor is een implementatieovereenkomst tot stand gekomen voor de implementatie van Microsoft Dynamics NAV 2017 Production + en de Sana e-commerce omgeving. Van de implementatieovereenkomst maken deel uit de `GAC Algemene Voorwaarden', de 'Microsoft Licentieovereenkomst' en de 'GAC Helpdesk overeenkomst'. Deze overeenkomst is in zijn geheel overgelegd als productie 5 bij de conclusie van antwoord (hierna: de overeenkomst).
3.9.
In de overeenkomst stelt GAC voor de implementatie van de software-oplossing een pragmatische aanpak voor, gebaseerd op een 'proof-of-concept' (POC).
3.10.
In de overeenkomst is het volgende bepaald:
“1 Inleiding
Verano heeft in 2016 een selectietraject gestart om tot de best mogelijke oplossing te komen voor hun organisatie.
Naast een
modern ERP systeem als basis, zijn belangrijke componenten benoemd, zoals een
productconfigurator, ecommerce en ondersteuning voor productie.
Er hebben diverse gesprekken en demonstraties plaatsgevonden.
Deze orderbevestiging geeft u volledig inzicht in de benodigde investering voor zowel software als diensten.
Deze orderbevestiging is gebaseerd op de informatie zoals deze nu beschikbaar is. De eerste stap na
akkoord op deze orderbevestiging zijn de besprekingen per proces, om verdere diepgang te creëren en het afgegeven budget verder te detailleren”.
[…]

2.Uitgangspunten orderbevestiging

Onderstaand zijn alle uitgangspunten benoemd die van toepassing zijn op de implementatie van Microsoft Dynamics NAV 2017 Production+ voor uw organisatie.
2.1
Scope
• Deze orderbevestiging is gebaseerd op de gevoerde gesprekken. Stap 1 van het project is met
elkaar verdere diepgang te creëren, zodat de afgegeven bandbreedte kan worden verkleind.
• De volgende database zal worden opgezet:
o 1 Nederlandse Dynamics NAV2017, waarin ook de Belgische vestiging wordt opgenomen
• De te converteren gegevens staan benoemd in het rapport. In principe wordt er met een 'schone lei' gestart en wordt er geen historie geconverteerd.
Deze orderbevestiging is gebaseerd op het uitgangspunt dat de applicatie standaard ingezet gaat
worden.
• Processen zullen tussen Nederland en België op identieke wijze worden ingericht. Enige
uitzondering hierop ligt op financieel, waar lokale regelgeving voor afwijkingen kan zorgen.
[…]
3.2
Scope Orderbevestiging
Als basis voor de scope van deze orderbevestiging geldt de informatie zoals deze door u is aangedragen. In de scope is het volgende opgenomen:
• Implementatie Microsoft Dynamics NAV 2017 Production+ voor de volgende processen:
- Financiële administratie
Inkoop- en verkoopadministratie
Productconfigurator
eCommerce / webshop
CRM/relatiebeheer
Artikel- en voorraadbeheer
- Productieadministratie
- Workflow management
Projecten & Planning
• Dienstverlening als onderdeel van de implementatie:
Consultancy/begeleiding van inrichting Microsoft Dynamics NAV Production+;
Begeleiding en ondersteuning bij de ingebruikname;
- Opleiding kerngebruikers;
Begeleiding bij de conversie van stamdata;
Project Management.
3.3
E-commerce met Sana
De Sana e-commerce omgeving maakt onderdeel uit van deze aanbieding.
[…].
5.4
Klantspecifieke aanpassingen
De betrokken partijen hebben expliciet met elkaar afgesproken binnen de standaard mogelijkheden van Production+ te blijven. Er zijn derhalve geen software aanpassingen begroot.
[onderstrepingen door de rechtbank]
3.11.
Omstreeks juni 2017 hebben partijen een gezamenlijk projectplan opgesteld (productie 6 CvA). Daarin staat vermeld dat de scope van de implementatie bestaat uit het automatiseren van een aantal nader genoemde functionele deelgebieden en dat deze verder zal worden uitgewerkt in het Functioneel Eisen Document.
3.12.
Vervolgens is gestart met de Proof Of Concept (POC) volgens de methodiek van GAC. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen de POC 1 fase en de POC 2 fase (hierna gezamenlijk: de POC fase).
3.13.
Op 11 juli 2017 is een groot interview document opgesteld door GAC.
3.14.
Op 24 augustus 2017 heeft Verano c.s. formele goedkeuring gegeven voor het afronden van de POC 1 fase.
3.15.
In de POC 2 fase zijn de kerngebruikers van Verano c.s. vervolgens zelf aan de slag gegaan met testscenario's en hebben zij de basisinrichting van het software systeem verder aangevuld. De POC 2 fase is afgesloten met een presentatie door de kerngebruikers. De POC 2 is door Verano c.s. goedgekeurd op 29 november 2017.
3.16.
Medio 2018 heeft er overleg plaatsgevonden tussen partijen over het oplopende aantal meer- en maatwerkopdrachten. GAC stelt dat zij op 28 juni 2018 heeft bevestigd dat een bedrag van € 91.912,20 aan toekomstig onderhoud op maatwerk niet in rekening zou worden gebracht. Volgens Verano c.s. is deze toezegging nooit geformaliseerd.
3.17.
Op 4 juni 2018 is Lenco (een onderneming uit het concern van Verano) live gegaan en op 17 november 2018 is Verano live gegaan. Daaraan voorafgaand heeft Verano c.s. een systeemacceptatiedocument van 7 november 2018 voor akkoord ondertekend. De heren [A] en [B] hebben dit namens Verano c.s. ondertekend, waarbij [B] de kanttekening heeft gemaakt dat hij heeft getekend omdat dit moest, maar GAC 230 k meerwerk vooraf had kunnen inschatten en hij alle juridische consequenties van de handtekening verwerpt.
3.18.
Op 8 november 2018 heeft de heer [A] , directeur van Verano c.s., op de klantendag van GAC gesproken over de kwaliteit van de dienstverlening door GAC.
3.19.
Op 1 april 2019 is Verano België live gegaan.
3.20.
Op 24 juni 2019 heeft Verano c.s. aangegeven niet tevreden te zijn over de werking van de software. Zij heeft een lijst van topics aangeleverd. Op 5 juli 2019 heeft GAC een plan van aanpak opgesteld.
3.21.
Op 1 oktober 2019 mailt Verano c.s. aan GAC dat het systeem niet voldoet conform belofte en verwachting en vraagt zij GAC om een voorstel.
3.22.
Bij brief van 29 juli 2020 (productie 7 bij de dagvaarding) heeft Verano c.s. aan GAC een sommatiebrief gestuurd waarin zij heeft verzocht om de softwareprogrammatuur conform de overeenkomst deugdelijk op te leveren. Daarbij verwijst zij naar NAV, Production+, Naveksa en Sana. Ook merkt zij op dat Notification management en automatische intercompany afhandeling nog niet werkend zijn geleverd. Daarnaast heeft Verano c.s. aan GAC gevraagd om een bedrag van € 650.526,00 aan haar te vergoeden ten aanzien van niet geleverde diensten, onterecht meerwerk en onnodig geleverde software-
programmatuur.
3.23.
Bij brief van 10 september 2020 heeft GAC hierop gereageerd. GAC heeft aangegeven dat zij de betreffende softwareproducten werkend heeft opgeleverd. Zij heeft ook de bereidheid uitgesproken om eventuele issues in de software op te lossen en heeft gevraagd om deze bij haar te melden.
3.24.
Bij brief van 2 oktober 2020 heeft de advocaat van Verano c.s. hierop gereageerd en een issuelijst ingezonden met daarop 19 issues (productie 22 CvA). Bij brief van 12 november 2020 heeft de advocaat van GAC daarop gereageerd (productie 25 CvA). Zij concludeert (aan de hand van een puntsgewijze reactie) dat ten aanzien van 17 van de 19 punten Verano c.s. aan zet is, dat ten aanzien van 1 punt GAC aan zet is en dat 1 punt niet langer speelt.
Partijen hebben vervolgens geprobeerd om in onderling overleg tot een regeling te komen maar dat is niet gelukt.

4.Het geschil

4.1.1.
Verano c.s. vordert samengevat -,
1.
primair:
GAC te veroordelen tot betaling van € 710.415,00 ten titel van schade, dan wel een door de rechtbank te bepalen bedrag, vermeerderd met rente;
2.
subsidiair:
GAC te veroordelen tot betaling van het door haar geleden nadeel van € 710.415,00, te vermeerderen met advocaatkosten, dan wel een door de rechtbank te bepalen bedrag, vermeerderd met rente;
3. voor recht te verklaren dat de tussen partijen gesloten hoofdovereenkomst zal worden aangevuld met de in randnummer 174 van de dagvaarding uitgewerkte exit-clausule en dat deze exit-clausule tussen partijen heeft te gelden, dan wel een door de rechtbank te bepalen bepaling;
4. Verano c.s. te veroordelen in de proceskosten.
4.1.2.
Verano c.s. baseert haar vordering primair op schending van de zorgplicht die op GAC als IT dienstverlener rust. Zij stelt dat GAC diende te handelen met een mate van zorgvuldigheid en deskundigheid die van een redelijk handelend en redelijk bekwaam automatiseringsdeskundige geëist mag worden. GAC heeft Verano c.s. zowel in de precontractuele fase als tijdens de uitvoering van het project niet voldoende geïnformeerd en gewaarschuwd. Daarmee heeft GAC niet alleen wanprestatie jegens Verano c.s. gepleegd maar heeft zij tevens onrechtmatig jegens Verano c.s. gehandeld. Verano c.s. houdt GAC daarom aansprakelijk voor de door haar geleden schade.
Subsidiair stelt Verano c.s. zich op het standpunt dat zij heeft gedwaald ten aanzien
van de door GAC geadviseerde softwareoplossing en het achteraf gebleken benodigde
maatwerk en de daarmee gemoeide kosten. Zij stelt dat zij hierdoor nadeel heeft geleden door de enorme kosten die zij heeft moeten maken voor het maatwerk. Verano c.s. wenst de overeenkomst niet te vernietigen omdat zij de software kan gebruiken, maar verzoekt opheffing van dit nadeel.
4.1.3.
Verano c.s. onderbouwt haar vordering verder als volgt.
Verano c.s. ging er (na advies van GAC) vanuit dat zij een standaardsoftware-systeem zou aanschaffen waarbij zo min mogelijk maatwerk nodig zou zijn. Dit staat in de offerte meerdere keren duidelijk vermeld. De software-implementatie verliep uiterst moeizaam en de kosten liepen snel op. Dit was onder andere te wijten aan slecht projectmanagement. Uit de door GAC opgestelde projectplanning van 27 maart 2017 (productie 6) blijkt dat het project op 1 januari 2018 opgeleverd had moeten worden. Drieënhalf jaar later was de softwareoplossing echter nog altijd niet geheel operabel. Naast de termijnoverschrijding is er ook sprake van een forse budgetoverschrijding. In de overeenkomst staat op de pagina’s 18 tot en met 20 een begroting van de implementatie-diensten opgenomen. Daarin staat vermeld: “Begroting Min: € 150.000,-, Begroting most likely: € 199.318,-, Begroting Max: € 269.366,-”. In juli 2020, toen de eerste sommatiebrief door Verano c.s. is verzonden, waren de kosten voor de implementatie van het project, zonder de kosten voor licenties en aangekochte hardware, al opgelopen tot een bedrag van € 1.008.633,00. Daarmee werd het door GAC als "most likely" aangeduide budget met € 809.316,00 (= 403%) overschreden.
4.1.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Verano c.s. verklaard dat de zorgplichtschending door GAC met name op de navolgende punten betrekking heeft:
a. a) GAC heeft zich niet voldoende in de bedrijfsprocessen van Verano c.s. verdiept en heeft dus niet voldoende informatie bij Verano c.s. ingewonnen. Het had voor GAC onder andere duidelijk moeten zijn:
• dat Verano c.s. zonneweringen op maat maakt en dus geen assemblagebedrijf is en dat dit betekent dat bestellingen op maat in het systeem moeten kunnen worden ingevoerd, hetgeen van belang is voor de te kiezen software.
• dat Verano c.s. eigen transport heeft en het voor haar mogelijk moest zijn om leveringen
gedaan met eigen transport in het systeem in te boeken.
• dat Verano c.s. een groot aantal maatwerkproducten inkoopt bij derden (zoals glas en doek).
Via de NAV-software konden alleen lengtematen worden ingevoerd en niet lengte keer
breedte. Dat heeft tot gevolg dat er dubbele hoeveelheden aan artikelen in het systeem
moeten worden aangemaakt om uiteindelijk het juiste product te kunnen bestellen. Dit
zorgde voor het vastlopen van het systeem en heeft ook zeker niet de door Verano c.s.
beoogde efficiëntieslag tot gevolg gehad.
• dat voor Verano c.s. de automatische intercompany afhandeling van groot belang was. Tot op heden werkt nog steeds één persoon op fulltime-basis voor Verano c.s. voor de
intercompany afhandeling.
• dat één van de grootste klanten van Verano c.s. werkt met een G-rekening.
b) GAC had zich moeten realiseren dat haar standaardsoftware wellicht niet geschikt was voor Verano c.s. en had haar moeten waarschuwen dat veel meer- en maatwerk nodig zou zijn. Het valt niet in te zien hoe de excessieve hoeveelheid meer- en maatwerk te rijmen valt met uitingen van GAC in de offerte. Hierin staat meermaals dat de werkwijze van GAC leidt tot minimaal of geen maatwerk, betere controle op de budgettering en een sneller implementatieproces.
c) GAC had als uitvoerder van het project de voortgang proactief moeten bewaken met het oog op de belangen van Verano c.s. GAC had Verano c.s. op een overzichtelijk en adequate wijze moeten informeren over de voortgang, en daarbij ook het belang van Verano c.s. in het oog moeten houden met betrekking tot het bereiken van toegezegde mijlpalen. Dit heeft GAC nagelaten.
d) GAC heeft de kosten niet beheerst, hetgeen heeft geleid tot de forse budget-overschrijding.
4.2.1.
GAC betwist de stellingen van Verano c.s. en voert het volgende verweer.
4.2.2.
Er is sprake van een inspanningsverbintenis en niet van een resultaatsverbintenis, waarbij de doorlooptijden uit de overeenkomst slechts indicatieve termijnen zijn.
Er is sprake van een correct functionerend IT-systeem. Daarbij is het uitgangspunt steeds duidelijk geweest. Verano c.s. zou zich gaan committeren aan de standaardprogrammatuur waar zij in het selectietraject kennis mee gemaakt had. De afspraak was dat Verano c.s. haar eigen organisatie en haar processen zou aanpassen aan de standaard en niet dat zij zou verlangen dat de standaard-programmatuur zou worden aangepast/aangevuld om zoveel mogelijk in lijn te worden gebracht met de wijze waarop processen in de oude maatwerkprogrammatuur waren vormgegeven. Het is GAC gaandeweg het project gebleken (na de POC-2 fase) dat Verano c.s. haar organisatie en processen helemaal niet in lijn heeft willen brengen, althans niet heeft gebracht, met de uitgangspunten van de standaard-programmatuur. Verano c.s. heeft haar verwachtingen binnen de organisatie niet goed gemanaged en had een lage zelfredzaamheid. Zij wilde de standaardsoftware aanpassen aan de bij haar op dat moment intern al lang bestaande processen en werkwijzen. Verano c.s. bleek een groot aantal wensen te hebben tot aanvulling/aanpassing van de standaard-functionaliteit en heeft diverse opdrachten verstrekt aan GAC om aanvullend maatwerk te maken omdat zij geen genoegen wenste te nemen met de functionaliteit zoals in de standaard aanwezig. Dat terwijl ook de standaard-programmatuur op normale wijze het voltrekken van de processen mogelijk maakte. Zij heeft (ook) werkzaamheden aan GAC uitbesteed die zij zelf zou uitvoeren. GAC heeft steeds - voorafgaand aan het verstrekken van meer- of maatwerkopdrachten -Verano c.s. nauwgezet geïnformeerd over de kostenconsequenties daarvan. Verano c.s. heeft vervolgens telkens expliciet opdracht gegeven voor dit meer- en maatwerk.
4.2.3.
Verano c.s. heeft geen ingebrekestelling verstuurd en de sommatiebrief voldoet niet aan de eisen van een ingebrekestelling. Wanneer er een grondslag zou bestaan voor het toewijzen van enige schadevergoeding, beroept GAC zich op artikel 10.1 van haar algemene voorwaarden, waarin haar aansprakelijkheid is beperkt tot enkel directe schade en tot maximaal het bedrag van de voor de overeenkomst bedongen prijs dan wel een bedrag van maximaal € 500.000. Deze bedongen prijs is € 199.318,00, zijnde de begroting van de "most likely" geachte kosten.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Partijen bij de overeenkomst

5.1.
Het gaat in deze zaak om een overeenkomst waarbij aan GAC als IT-leverancier/dienstverlener, opdracht is verstrekt om NAV Solutions+ en een e-commerce omgeving met de naam Sana bij Verano te implementeren (hierna ook wel aangeduid als: de software oplossing). De offerte is uitgebracht aan Alcre en is op 7 maart 2017 door de heer [A] ondertekend namens Alcre. Verano c.s. heeft gesteld dat zij (dus niet alleen Alcre maar ook Verano) deze overeenkomst op 27 maart 2017 met GAC heeft gesloten. GAC heeft dit niet of niet gemotiveerd betwist. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat zowel Verano als Alcre contractspartijen zijn bij de overeenkomst met GAC.
Zorgplicht GAC als IT-leverancier/dienstverlener; juridisch kader
5.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat GAC op grond van artikel 7:401 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bij haar werkzaamheden als IT-dienstverlener de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen. Dat betekent dat zij moet handelen zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan. De vraag is welke verplichtingen hier concreet uit voortvloeien.
5.3.
Op een IT-dienstverlener kunnen bepaalde informatie-, waarschuwings- en adviesplichten rusten. Welke van deze verplichtingen op de IT-dienstverlener rusten en wat de zwaarte daarvan is, zal onder andere afhangen van de aard van de werkzaamheden die hij op zich heeft genomen en de mate van deskundigheid die hij bezit althans geacht wordt te bezitten. Over het algemeen wordt aangenomen dat deze informatie-, waarschuwings- en adviesplichten zwaarder zijn naarmate de IT-dienstverlener (meer) adviseert. De zorgplicht voor een IT-dienstverlener is niet vastomlijnd en casuïstisch van aard, toegesneden op de omstandigheden van het geval.
5.4.
Wat betreft de verplichtingen waaraan de dienstverlener moet voldoen, blijkt uit de IT-jurisprudentie dat doorgaans de contracttekst als uitgangspunt wordt genomen. Bij leemtes of onbillijke situaties speelt het “goed opdrachtgeverschap” een rol.
De vraag hoe de contracttekst moet worden uitgelegd, moet worden beantwoord aan de hand van de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en van wat zij in dat verband redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de Haviltex-maatstaf). Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang, in hun onderlinge samenhang bezien. Kort gezegd, is volgens die maatstaf bepalend wat partijen over en weer redelijkerwijs hebben mogen begrijpen en verwachten (artt. 3:33 en 3:35 BW). Hierbij zijn van beslissende betekenis alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid, die de rechtsverhouding beheersen, meebrengen (artt. 6:2 en 6:248 BW). Het feitelijk handelen van partijen na het sluiten van de overeenkomst is ook van belang voor de uitleg (ECLI:NL:HR:2004:AP2651).
Toerekenbare tekortkoming en/of onrechtmatig handelen door GAC?
5.5.
Verano c.s. heeft verschillende verwijten geformuleerd ter onderbouwing van haar stellingen dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden en daardoor niet alleen wanprestatie jegens haar heeft gepleegd maar ook onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. Zij beroept zich erop dat GAC haar zowel tijdens de precontractuele fase als tijdens de uitvoering van het project niet voldoende heeft geïnformeerd en gewaarschuwd.
5.6.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Verano c.s. verklaard dat voor het aannemen van een onrechtmatige daad aanvullende gronden aanwezig zijn. Zo zou GAC niet goed geïnventariseerd hebben wat voor bedrijf Verano c.s. is, zou zij het project niet goed begeleid hebben en het budget niet goed bewaakt hebben, hetgeen volgens Verano c.s. onrechtmatig is.
Zij stelt dat zij schade heeft geleden en heeft haar schade als volgt gespecificeerd:
a. € 90.472,00 meerwerk voor de ingebruikname (abnormaal veel releases);
b. € 475.212,00 meerwerk en maatwerk ten aanzien van (software)oplossingen en/of functionaliteiten die reeds onderdeel uitmaakten van de hoofdovereenkomst;
c. € 10.792,00 kosten PlannerOne;
d. € 31.411,00 kosten die samenhangen met de vervanging van Naveksa;
e. € 74.050,00 kosten projectleiding;
f. € 28.478,92 onderhoud van het maatwerk over de periode 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2022;
Totaal € 710.415,92
5.7.
In deze zaak gaat het onder meer om de vraag of de door GAC geïmplementeerde software beschikte over de tussen partijen overeengekomen functionaliteiten, dan wel de functionaliteiten die Verano c.s. redelijkerwijs mocht verwachten. Verano c.s. stelt dat GAC zich had moeten realiseren dat de software oplossing wellicht niet geschikt was voor Verano c.s. en dat zij haar had moeten waarschuwen dat veel meer- en maatwerk nodig zou zijn. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Verano c.s. verklaard dat zij in beginsel mocht verwachten dat GAC – in ieder geval grotendeels – de eisen en wensen van Verano c.s. zou realiseren zoals GAC had ingeschat en beloofd. Volgens Verano c.s. mocht zij er vanuit gaan dat GAC in haar vooranalyse concreet in kaart zou hebben gebracht wat Verano c.s. qua functionaliteiten verwachtte en mocht zij er ook vanuit gaan dat de calculatie in de offerte binnen redelijke marges juist zou zijn. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank aan Verano c.s. gevraagd wat zij precies bedoelt met ‘beloofde’ functionaliteiten. In antwoord daarop heeft Verano c.s. verklaard dat deze voor een groot deel schriftelijk vast liggen, bijvoorbeeld in de offerte.
5.8.
Bij de uitleg van de overeenkomst en de verwachtingen die Verano c.s. van de software oplossing mocht hebben, speelt het voortraject (het selectie- of verkooptraject) en de informatie die partijen tijdens dit traject hebben uitgewisseld, een belangrijke rol. Relevant is welke functionaliteiten GAC voor de totstandkoming van de overeenkomst heeft toegezegd dan wel welke verwachtingen zij daarover bij Verano c.s. heeft gewekt. Daarbij mocht Verano c.s. vertrouwen op de deskundigheid en uitlatingen van GAC als professionele IT-dienstverlener en rustte op GAC een informatieplicht- en waarschuwingsplicht. Dit neemt niet weg dat op Verano c.s. als IT klant ook verantwoordelijkheden rustten en zij ook zelf deskundigheid in huis had. Zij is het selectietraject gestart om in eerste instantie een zo goed mogelijk algemeen beeld te krijgen van de verkopende partijen als potentiële partners, waarbij zij de omvang van dit traject (en de daarmee gepaard gaande kosten) heeft bepaald en sturing aan dit traject heeft gegeven door aan te geven welke informatie zij op welke wijze wilde ontvangen. Dit traject gaf haar de gelegenheid om haar wensen ten aanzien van de software-oplossing aan GAC kenbaar te maken en aan GAC vragen te stellen die van belang waren voor de beoordeling van de software oplossing en de toepasbaarheid daarvan binnen haar organisatie. Daarbij wordt overwogen dat zij zelf (het beste) op de hoogte was van haar eigen productieprocessen en hetgeen zij terug wilde zien (eventueel gedemonstreerd) in de software oplossing. Verano c.s. beschikte over een kleine IT afdeling met software specialisten, zodat zij daar tot op zekere hoogte toe in staat kon worden geacht.
5.9.
Verano c.s. heeft haar onderzoek tijdens het selectietraject in eerste instantie beperkt tot een RFI. Vaststaat dat GAC in de door haar ingevulde RFI (zie r.o. 3.4.) allerlei informatieve vragen van Verano c.s. heeft beantwoord over de door haar aangeboden software oplossing door aan te vinken welke opties van toepassing waren. Daarbij kon GAC kiezen uit de volgende keuzemogelijkheden:
St (staat voor standaard, de functionaliteit is standaard in de applicatie aanwezig),
Ma (staat voor maatwerk, de functionaliteit is niet standaard, maar middels maatwerk
wel te maken)
Ni (staat voor niet aanwezig / niet mogelijk. De functionaliteit is niet in het
programma aanwezig en ook niet middels een add-on of maatwerk te realiseren).
Ad (staat voor Add-on, een geïntegreerd extra product wat bij het pakket geleverd
kan worden).
Daarnaast heeft GAC aanvullende opmerkingen geplaatst en prijzen en tarieven in een tabel ingevoerd.
5.10.
GAC heeft erkend dat functionaliteit om producten te kunnen configureren op klantspecificatie voor Verano c.s. een belangrijk onderdeel was bij de keuze voor nieuwe software. Zij betoogt dat er daarom na de RFI vervolgsessies zijn georganiseerd met e-Con Solutions, haar strategische partner op het gebied van configuratie software die standaard is gekoppeld aan Production +. Volgens GAC is tijdens deze demonstraties en presentaties aan Verano c.s. getoond welke mogelijkheden er waren op het gebied van configuratie op klantspecificatie.
5.11.
Partijen zijn het er niet over eens of GAC vervolgens in februari 2017 heeft geadviseerd om te investeren in een zogenaamde “Diagnose” en de verdieping die dat vooronderzoek zou opleveren. De rechtbank laat dit daarom in het midden. Vaststaat dat deze diagnose tijdens de selectieprocedure niet heeft plaatsgevonden. De conclusie van de door Verano c.s. ingeschakelde deskundige IPL in haar rapport van 31 maart 2021 komt er overigens op neer dat de bij de gekozen projectaanpak doorlopen diagnose fase goed is uitgevoerd.
5.12.
Gebleken is dat Verano c.s. vervolgens wenste dat GAC (en de andere overgebleven kandidaat) tijdens de selectieprocedure een POC zou opstellen (eerdergenoemde Verano POC) waarin zij zaken wilde terugzien, zodat zij een semi ingericht pakket zou zien. In een document (productie 4 bij CvA) heeft zij aangegeven wat zij terug wilde zien in de POC en wat zij daarvoor zou aanleveren. Voor Verano c.s bood de uitvoering van de Verano POC haar nog de mogelijkheid om van het verstrekken van een opdracht af te zien (‘escape moment’, productie 3 CvA). In het kader van deze POC hebben er vervolgens sessies plaatsgevonden in het bijzijn van beoogde kerngebruikers van Verano c.s., waarbij er door GAC demonstraties zijn gegeven. Daarna hebben er referentiebezoeken plaatsgevonden aan klanten van GAC (zie onder r.o. 3.8.) die met vergelijkbare software oplossingen werken. Verano c.s. stelt achteraf dat deze bedrijven niet representatief waren.
5.13.
Verano c.s. stelt ook dat zij tijdens de presentaties die in het kader van de Verano POC hebben plaatsgevonden, is afgegaan op de mededeling van GAC dat alle functionaliteiten die zij al had vanuit de IPS-software, standaard in de software oplossing zouden zitten. Deze mededeling of toezegging is door GAC gemotiveerd betwist. Verano c.s. heeft geen feiten en of omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat deze toezegging door GAC is gedaan.
5.14.
Vervolgens heeft GAC aan Verano c.s. een offerte uitgebracht op basis van de kennis die zij toen had. Zij heeft daarover een disclaimer opgenomen in de inleiding van de overeenkomst.
5.15.
Pas na gunning van de opdracht aan GAC heeft de Proof of Concept, zoals vermeld in de overeenkomst, plaatsgevonden. De bedoeling hiervan was om aan te tonen dat de oplossing van GAC voldeed of kon voldoen aan de specificaties die Verano c.s. vroeg. De doelstelling van Proof of Concept staat omschreven in het acceptatiedocument dat is opgesteld door GAC (productie 46 akte overlegging producties Verano c.s.). Hierin staat vermeld:
‘de doelstelling van de Proof of Concept (POC) is, om zo snel mogelijk inzicht te tonen in de gewenste oplossing die door GAC Business Solution is gerealiseerd, zodanig dat Verano c.s. een gedegen besluit kan nemen omtrent verdere implementatie en aanschaf van de software’.
Uit dit document blijkt dat bij de POC 1 de nadruk lag op de aansluiting van de oplossing bij de processen van Verano c.s. GAC heeft onweersproken gesteld dat haar consultants tijdens de POC 1 fase de door Verano c.s. opgestelde testscenario’s hebben voorbereid en de software in de basis dusdanig hebben ingericht dat deze testscenario’s konden worden doorlopen en gepresenteerd. Een consultant van GAC heeft ten behoeve daarvan verdiepingsinterviews met personeel van Verano c.s. afgenomen waarbij door middel van vragenlijsten is ingezoomd op de essentiële bedrijfsprocessen zoals door Verano c.s. benoemd. Verder staat vast dat de kerngebruikers van Verano c.s. in de POC 2 fase zelf aan de slag zijn gegaan met deze testscenario’s en de basisinrichting verder hebben aangevuld waarna deze fase is afgesloten met een presentatie door de kerngebruikers.
5.16.
Volgens GAC volgde uit de POC-fase dat 2 punten maatwerk opleverden. Dit betroffen de vaste afleverdag en de planningsdatum. GAC heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat dit het enige maatwerk was en dat dit slechts een paar dagen werk was. Verano c.s. heeft dit niet of niet gemotiveerd betwist. Op het acceptatiedocument POC 2 heeft de heer [B] (de projectleider namens Verano c.s.) vermeld:
“Bestellen maatwerk inkoop als maatwerk vind ik niet terecht, zelfde geldt voor vaste afleverdag”.
5.17.
Over het algemeen kan er vanuit worden gegaan dat tijdens een daaropvolgende implementatie meer in detail blijkt wat er in de organisatie allemaal gebeurt. Kennelijk was de (basis)functionaliteit van het systeem tijdens POC 1 en 2 aangetoond, maar bleek vervolgens tijdens de implementatie dat de werking van de software oplossing op bepaalde punten niet voldeed aan de eisen en wensen van Verano c.s. GAC wijt dit aan de houding van Verano c.s. en stelt dat zij na de POC 2-fase ervoor gekozen heeft om haar processen en werkwijzen niet meer aan te willen passen aan de standaard software, waardoor er veel additionele meerwerkopdrachten aan GAC zijn verstrekt. De rechtbank komt hier later op terug.
5.18.
Verano c.s. beroept zich er op dat GAC verschillende termijnen heeft overschreden. Zo stelt zij dat het project op 1 januari 2018 opgeleverd had moeten worden en de softwareoplossing nog altijd niet geheel operationeel is, hetgeen door GAC wordt betwist. Volgens Verano c.s. heeft zij schade geleden door de uitloop van het project. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank aan Verano c.s. gevraagd of zij de termijnoverschrijding(en) ook aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd. Uit het antwoord van Verano c.s. ter zitting leidt de rechtbank af dat Verano c.s. stelt dat zij vooral schade heeft geleden door het vele maat- en meerwerk dat nodig was. Zij heeft verklaard dat het project daardoor extra lang heeft gelopen. Verano c.s. heeft echter niet gesteld dat GAC door het overschrijden van fatale termijnen (of deadlines) tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen. Zij heeft aan de termijnoverschrijding geen vordering gekoppeld.
5.19.
Verano c.s. verwijt GAC ook slecht projectmanagement en heeft hier wel een afzonderlijke schadevordering van € 74.050,00 aan gekoppeld (zie randnummer 139 onder e van de dagvaarding). De rechtbank komt hier later op terug. Ook op de gestelde budgetoverschrijding komt de rechtbank terug.
5.20.
Met inachtneming van deze beslissingen en overwegingen zal nu worden overgegaan tot de beoordeling van de verschillende schadeposten. Het beroep van Verano c.s. op dwaling zal de rechtbank nog niet beoordelen. Hierop wordt in r.o. 5.97. tot en met 5.101. beslist. Hieraan voorafgaand overweegt de rechtbank als volgt.
5.21.
GAC voert als verweer dat partijen medio 2018 overleg hebben gevoerd over het oplopende aantal meer- en maatwerkopdrachten. Zij stelt dat zij op 28 juni 2018 heeft bevestigd dat zij een bedrag van € 91.912,20 aan toekomstig onderhoud op maatwerk niet in rekening zou brengen en dat daarmee elke financiële discussie over de verrichtingen die zij tot dat moment had uitgevoerd, tussen partijen definitief was afgekaart. Dit is door Verano c.s. betwist.
5.22.
Ter onderbouwing van haar standpunt verwijst GAC naar productie 12 CvA. De rechtbank vermoedt dat zij productie 14 bedoelt. Hieruit kan echter niet worden afgeleid dat Verano c.s. haar recht heeft prijsgegeven om de onderhavige vorderingen in te stellen. Dat partijen een regeling zijn overeengekomen waarbij zij elkaar over en weer finale kwijting hebben verleend, blijkt nergens uit. Dit verweer faalt dan ook.
a. € 90.472,00 meerwerk voor de ingebruikname van de software oplossing
5.23.
Verano c.s. legt hieraan ten grondslag dat er veel is misgegaan tijdens de implementatie, waardoor er abnormaal veel releases (wijzigingen) zijn geweest. Deze releases hebben geleid tot zeer veel meerwerk. Daarnaast heeft het uitlopen van het project volgens Verano c.s. geleid tot veel meerwerk. Zij stelt dat GAC voor de ingebruikname elf werkdagen had begroot (€ 12.056,00) en alle releases en de ingebruikname € 102.528,00 hebben gekost. Het verschil van € 90.472,00 kan volgens Verano c.s. als meerwerk worden aangemerkt. Ter zitting heeft zij verklaard dat dit andere kosten zijn dan de kosten die apart door haar zijn begroot.
5.24.
GAC betoogt dat het aantal releases niet te wijten is aan het mislopen van zaken in het project, maar door voortschrijdend inzicht aan de zijde van Verano c.s. waardoor zij er gedurende het project en na livegang voor gekozen heeft diverse maatwerkoplossingen door GAC te laten bouwen. Het gaat volgens GAC om uitbreiding van de scope van het project en om toevoegingen en uitbreidingen via RFC's (Rb: Request For Comments documenten waarin veranderingsvoorstellen zijn geformuleerd) die telkens zijn geaccordeerd door Verano c.s. Verder stelt zij dat onduidelijk is wat Verano c.s. met ‘meerwerk in kader van ingebruikname van de software’ bedoelt en wijst zij erop dat een calculatie van de vordering ontbreekt.
5.25.
Ter zitting is gebleken dat Verano c.s. GAC met name verwijt dat zij de software oplossing te krap heeft geoffreerd. Zij heeft (verder) verklaard dat de releases voortkomen uit aanpassingen, door GAC gemaakt, die voor een groot deel niet hadden moeten plaatsvinden op grond van hetgeen GAC had beloofd. Zij stelt dat lastig te bepalen is wat wel en wat niet had moeten plaats vinden, dat er veel mis is gegaan tijdens het project en het allemaal met elkaar te maken heeft. Bepaalde dingen die in de software zouden moeten zitten, zaten er niet in en de software zou niet passend zijn voor haar businessmodel, aldus Verano c.s. Zij betwist dat er sprake is geweest van een uitbreiding van de scope. Deze was volgens Verano c.s. van meet af aan helder, alleen had GAC zich onvoldoende in Verano c.s. verdiept en niet om de nodige informatie verzocht. Zij verwijt GAC dat zij haar zorgplicht heeft geschonden.
5.26.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Verano c.s. haar vordering onvoldoende onderbouwd en inzichtelijk gemaakt. Verano c.s. beroept zich op een urenrapportage van GAC over de periode 1 april 2017 tot en met 21 april 2019 die door haar is overgelegd als productie 20 bij dagvaarding. Zij heeft echter niet duidelijk gemaakt op welke uren uit dit overzicht de onderhavige vordering betrekking heeft en over welke releases het gaat. In het verlengde daarvan heeft zij ook onvoldoende onderbouwd dat de releases niet nodig waren geweest indien GAC haar belofte was nagekomen. Het had op de weg van Verano c.s. gelegen om aan te geven wat er precies was beloofd aan functionaliteiten en mogelijkheden, wat de oorzaak is geweest van de vele releases en in welk opzicht GAC haar zorgplicht heeft geschonden. Dit heeft zij niet gedaan. Verano c.s. verwijt GAC dat zij zich niet voldoende in haar heeft verdiept en niet om de nodige informatie heeft verzocht, maar niet duidelijk is waarop zij baseert dat GAC haar informatieplicht heeft geschonden.
5.27.
Daarbij komt dat GAC ter zitting heeft verklaard dat de werkzaamheden voor een groot deel betrekking hadden op ‘rapportages’ en ‘lay-outs’. Volgens GAC lagen deze werkzaamheden op het bordje van Verano c.s. Zij stelt dat Verano c.s. daar echter de capaciteit en met name de tijd niet voor had en dat het eigenlijk geen meerwerk, maar gewoon een opdracht van Verano c.s. is geweest. Zij heeft ook verklaard dat de mogelijkheden om deze werkzaamheden zelf uit te voeren in de licentie van de klant (Verano c.s.) zaten. Volgens Verano c.s. had zij deze licentie echter nog niet en was het voor haar daarom onmogelijk om zelf aanpassingen te doen aan de software. Dit moest via GAC lopen, aldus Verano c.s. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank echter nog niet gezegd dat GAC de werkzaamheden niet als meerwerk in rekening mocht brengen.
Dat deze werkzaamheden binnen de scope van de opdracht vielen is door Verano c.s. onvoldoende onderbouwd.
5.28.
De rechtbank overweegt verder dat het vele meerwerk op zichzelf nog niet hoeft te betekenen dat de software oplossing niet passend was voor het businessmodel van Verano c.s. GAC heeft gesteld dat de standaard-programmatuur op normale wijze het voltrekken van de processen mogelijk maakte, maar de afspraak wel was dat Verano c.s. haar eigen organisatie en haar processen zou aanpassen aan de standaard. Volgens GAC is gaandeweg het project gebleken dat Verano c.s. haar organisatie en processen helemaal niet in lijn heeft willen brengen of heeft gebracht met de uitganspunten van de standaardprogrammatuur. Ook is volgens GAC gebleken dat Verano c.s. een groot aantal wensen had tot aanvulling/aanpassing van de standaardfunctionaliteit en heeft zij diverse opdrachten aan GAC verstrekt om aanvullend maatwerk te maken. In het licht van dit gemotiveerde verweer heeft Verano c.s. onvoldoende (nadere) feiten en/of omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat de Production+ oplossing van GAC, gebaseerd op Microsoft Dynamics NAV, niet passend was voor haar businessmodel.
5.29.
Nu Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden, gaat de rechtbank niet mee in het standpunt van Verano c.s. dat GAC tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe.
De gevorderde schade voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
b. € 475.212,00 meerwerk en maatwerk ten aanzien van (software)oplossingen en/of functionaliteiten die reeds onderdeel uitmaakten van de hoofdovereenkomst.
5.30.
Verano c.s. heeft haar vordering als volgt gespecificeerd:
Notification management en automatische intercompany afhandeling; € 64.312,00 +€ 6.871,00
5.31.
Verano c.s. legt aan haar vordering het volgende ten grondslag.
Notification management en automatische intercompany afhandeling zouden deel uitmaken van de geleverde softwareoplossing. Deze onderdelen zouden werkend worden opgeleverd maar functioneren niet naar behoren. Met name het verzenden van de lay-outs werkt slecht. Verano c.s. kampt nog steeds met uitval en dubbele boekingen en werkt hier nu deels omheen met zelfgemaakte XML's. Inmiddels zijn de problemen die Verano c.s. ervaart minder, maar niet verholpen. Hiervoor zijn wel extra kosten in rekening gebracht door GAC. Voor de implementatie van de automatische intercompany afhandeling waren in de hoofdovereenkomst (most likely) 8 werkdagen begroot, gelijk aan € 8.768,00. Tot 29 juli 2020 had GAC voor dit onderdeel € 15.640 in rekening gebracht waarvan € 6.871,00 aan consultancykosten. GAC had Verano c.s. over deze budgetoverschrijding moeten informeren of daarvoor moeten waarschuwen en heeft haar zorgplicht geschonden.
Voor Notification management waren in de overeenkomst helemaal geen uren begroot. GAC heeft zonder nader overleg over de omvang van dit meerwerk, een bedrag van
€ 64.312,00 aan consultancyuren in rekening gebracht bij Verano c.s. GAC heeft Verano c.s. hier niet voor gewaarschuwd en hierdoor gehandeld in strijd met haar zorgplicht.
5.32.
In reactie hierop betoogt GAC dat zij de meldingen en problemen die er waren met betrekking tot de automatische intercompany afhandeling direct heeft opgepakt en verholpen. Volgens GAC zijn de beperkingen die zich hebben voorgedaan ten aanzien van dit deel van de software niet excessief en behoren zij binnen alle redelijke toleranties.
In de overeenkomst zijn de implementatiediensten met betrekking tot de intercompany afhandeling maximaal begroot op 10 uren. Dit is een inschatting is geweest op basis van de toen beschikbare informatie. Partijen zijn het er over eens dat in de algemene voorwaarden staat opgenomen dat de door GAC gegeven indicaties niet bindend zijn maar er op basis van daadwerkelijke uren (nacalculatie) zou worden afgerekend. In de offerte heeft GAC aan de hand van drie budgetten (min/most likely en max) de implementatiediensten per fase begroot/geschat. In antwoord op de vraag van de rechtbank waarom GAC met drie budgetten heeft gewerkt, heeft GAC ter zitting verklaard dat de ene klant het wat makkelijker oppakt dan de ander en zij daarom een offerte met bandbreedte heeft gemaakt.
GAC voert als verweer dat Verano c.s. alle kosten op een grote hoop gooit en zij ook overeengekomen meerwerk en onderhoud en support op de live omgeving op basis van nacalculatie, in haar berekening heeft meegenomen. Naar het oordeel van de rechtbank lag het op de weg van Verano c.s. om dit te weerleggen maar dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft onvoldoende gesteld en onderbouwd dat er met betrekking tot de automatische intercompany afhandeling sprake is geweest van een significante overschrijding van de (maximale) begroting waarover GAC haar had moeten informeren of voor had moeten waarschuwen. Het beroep van Verano c.s. op een schending van de zorgplicht door GAC faalt dan ook.
5.33.
Met betrekking tot Notification management staat vast dat hiervoor in de overeenkomst geen uren waren begroot. Verano c.s. betoogt dat zij dit onderdeel door haar eigen applicatiebeheerder zou laten regelen, maar dat dit achteraf veel te moeilijk bleek waardoor zij dit bij GAC neer heeft moeten leggen. Zij verwijt GAC dat zij haar zorgplicht heeft geschonden doordat zij zich er bewust van was (of zich er bewust van had moeten zijn) dat de werkzaamheden voor Verano c.s. te moeilijk waren en zij haar niet heeft gewaarschuwd voor de gevolgen daarvan (de budgetoverschrijding). Dat GAC zich hier bewust van was blijkt nergens uit. Verano c.s. beroept zich op een brief van GAC van
10 september 2020 waarin vermeld staat dat de werkzaamheden
bij nader inzienvoor Verano c.s. te technisch van aard bleken. Hieruit blijkt dat dit GAC pas achteraf duidelijk is geworden. Dat GAC dit eerder had moeten ontdekken en zich hiervan bewust had moeten zijn is door Verano c.s. onvoldoende gemotiveerd. Zoals eerder overwogen staat vast dat Verano bij aanvang van het project over een klein IT team beschikte. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Verano c.s. verklaard dat dit team aanvankelijk bestond uit twee werknemers die systeembeheer (inclusief werkzaamheden met betrekking tot de inrichting van het systeem) uitvoerden en een klein beetje applicatiebeheer, maar dat zij niet programmeerden. Van Verano c.s. had verwacht mogen worden dat zij bij het aangaan van de overeenkomst zou hebben aangeven waar de beperkingen van haar IT medewerkers lagen, althans dat zij daarvan in ieder geval een juist beeld had gegeven. Zij heeft ter zitting echter verklaard dat zij misschien zelf de capaciteit van haar eigen IT-afdeling heeft overschat. Onder deze omstandigheden voert het te ver om van GAC te verwachten dat zij deze capaciteit uitvoerig had onderzocht althans wel goed had ingeschat. Daarbij komt dat GAC ter zitting heeft verklaard dat de werkzaamheden juist betrekking hadden op de inrichting van het systeem, hetgeen Verano c.s. naar eigen zeggen, zelf kon. Op grond hiervan oordeelt de rechtbank dat Verano c.s. onvoldoende heeft onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden.
5.34.
Verano c.s. heeft verder nog gesteld dat zij een mindere mate van complexiteit had verwacht en dat zij zeker niet van GAC (als deskundige) had verwacht dat de werkzaamheden voor haar zo complex zouden zijn en zo veel tijd zouden kosten. Waarop zij deze verwachting heeft gebaseerd blijkt nergens uit. Zij heeft dit onvoldoende onderbouwd.
5.35.
Op grond van voorgaande overwegingen concludeert de rechtbank dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden en toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade, voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
SQL Perform € 16.607,00
5.36.
Verano c.s. legt hieraan het volgende ten grondslag.
Tijdens de implementatie is gebleken dat veel functionaliteiten die wel zijn genoemd in de afspraken tussen partijen, niet (standaard) in NAV zijn ingebouwd. Volgens Verano c.s. bleek het voor sommige functionaliteiten mogelijk om deze alsnog te leveren door een koppeling te maken met bestaande andere programmatuur. Zij stelt dat GAC met name het programma e-Con heeft gebruikt (of misbruikt) om functionaliteiten die niet door NAV konden worden gerealiseerd alsnog in de softwareoplossingen te integreren. Zij betoogt dat SQL Perform als deskundige is ingeschakeld, omdat GAC de gestelde problemen niet zelf kon verhelpen. Zij stelt dat Verano c.s. deze kosten heeft betaald en GAC deze kosten (als schade) aan haar zal moeten vergoeden. Dit omdat GAC haar zorgplicht jegens Verano c.s. heeft geschonden en onrechtmatig jegens Verano c.s. heeft gehandeld.
GAC heeft als verweer gevoerd dat zij de kosten van het initieel uitvoeren van een performance onderzoek door SQL Perform en het doorvoeren van de verbeteringen (voor zover deze betrekking hadden op de door GAC geleverde software) voor haar rekening heeft genomen.
5.37.
In reactie op dit verweer heeft mr. Peerboom tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij uit productie 37 bij de dagvaarding af leidt dat de kosten van SQL Perform aan Verano c.s. zijn doorberekend. Nu er niets meer open staat, gaat zij er vanuit dat deze kosten door Verano c.s. zijn betaald. Ter zitting heeft GAC bij monde van de heren [C] en [D] het volgende verklaard:
De heer [C] :
“het is verrekend met de strippenkaart (een tegoed). Ik verwijs naar productie 31 b waarin taakregels of detailregels staan opgenomen waarbij kosten staan geboekt. Je ziet dat op 2 of 3 plaatsen, kosten met betrekking tot ‘SQL perform’ worden vermeld. Op pagina 4 van deze productie wordt een grote post van € 13.098,00 implementatieverbeteringen SQL Perform genoemd. Ik heb het kunnen herleiden naar de strippenkaart, dus deze kosten zijn nooit in rekening gebracht. Het verhaal van de strippenkaart blijkt uit de besprekingen die hebben plaatsgevonden en de e-mails die zijn overgelegd. Een bedrag van ruim € 13.000,00 is zeker niet gefactureerd, het overige wel. We hebben dus uren geïnvesteerd die niet in rekening zijn gebracht bij Verano c.s. . Er was sprake van een strippenkaart van ‘0’- uren”.
De heer [D] :
“wij hebben afgesproken dat er uren om niet gemaakt zouden worden. Wij hebben het bedrag van € 13.000,00 niet in rekening gebracht”.
5.38.
Op grond van deze verklaringen gaat de rechtbank er vanuit dat GAC een bedrag van € 13.098,00 heeft vergoed aan kosten die samen hangen met het onderzoek van SQL Perform. Verano c.s. heeft onvoldoende onderbouwd dat een bedrag van € 13.098,00 aan ‘implementatieverbeteringen SQL Perform’ niet door Verano c.s. maar door haar is betaald. Dat GAC de overige gevorderde kosten (€ 16.607,00 - € 13.098,00) voor haar rekening heeft genomen, blijkt nergens uit. Nu GAC heeft gesteld dat zij deze kosten voor haar rekening zou nemen, zal het resterende schadebedrag van € 3.509,00 worden toegewezen. GAC wordt veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan Verano c.s., vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van voldoening. Verano c.s. heeft voor toewijzing van rente vanaf een eerdere datum geen deugdelijke grond aangevoerd.
E-Con meerwerk € 65.535,00
5.39.
Tussen partijen staat vast dat e-Con een component is van de software oplossing die door GAC is geoffreerd en door Verano c.s. is geaccepteerd.
5.40.
Verano c.s. legt aan haar vordering ten grondslag dat diverse functionaliteiten die eigenlijk in NAV thuishoorden in e-Con zijn ingebouwd. Zij noemt daarbij de volgende functionaliteiten: RMA-functionaliteiten, informatievoorziening leverbronnen, product labels, shopfloor tooling, factuurinformatie, orderbevestigingen en levertijden. Zij stelt dat dit tot excessieve kosten aan meerwerk heeft geleid. Volgens Verano c.s. zijn in de overeenkomst 19 dagen (gelijk aan € 20.824) (externe) consultancy begroot voor werk aan e-Con. Ook stelt zij dat GAC tenminste € 86.359 voor het werk aan e-Con bij haar in rekening heeft gebracht. Dit betekent volgens Verano c.s. dat er een bedrag van € 65.535,00 aan meerwerk is gefactureerd.
5.41.
Ter onderbouwing van haar vordering heeft Verano c.s. verwezen naar een draaitabel die door haar als productie 31b is overgelegd. Hierin wordt onder de rijlabels diverse malen melding gemaakt van e-Con:
- aanvullend budget e-Con € 9.287,00
- e-Con data op werkbonnen € 61,00
- e-Con consultancy [E] € 17.200,00
- e-Con reistijd € 6.712,00
- Ondersteuning e-Con € 35.211,00
- Ondersteuning e-Con € 11.374,00
- POC 1 Configurator e-Con € 4.296,00
- reistijd e-Con € 2.280,00.
5.42.
GAC heeft tijdens de mondelinge behandeling nadrukkelijk betwist dat de door Verano c.s. gestelde functionaliteiten eigenlijk in NAV thuis horen. Zij heeft verklaard dat dit door haar ook nooit is gezegd. Zij heeft verder gemotiveerd betwist dat de gevorderde kosten verband houden met de oplevering van de functionaliteiten in e-Con. Zij stelt dat deze kosten betrekking hebben op het verder uitwerken en inrichten van de modellen in e-Con en deze werkzaamheden door Verano c.s. zelf zouden worden gedaan. Ook heeft zij aangevoerd dat de in de begroting opgenomen 19 dagen, slechts de consultancy uren (ondersteuning) van GAC betreffen om met betrekking tot e-Con instructies aan Verano c.s. te geven en om Verano c.s. een eerste ondersteuning te bieden bij het bouwen van modellen. Zij betoogt dat Verano c.s. extra ondersteuning van haar wilde hebben om de planning voor E-Con te kunnen halen omdat zij hiervoor geen tijd kon of wilde vrijmaken van haar werknemers. Volgens GAC heeft Verano c.s. dit al bij de eerste stuurgroepvergadering van 5 juli 2017 aangegeven. Zij verwijst ter onderbouwing van haar standpunt naar de notulen van deze stuurgroep (productie 8 CvA) waarin in punt 5 staat opgenomen:
“ [F] heeft aangegeven dat hij de planning van e-Con wellicht niet gaat halen en heeft wellicht ondersteuning nodig”.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft GAC verder verklaard dat in de gevorderde post reiskosten zitten inbegrepen die niet in de budgetten waren meegenomen. Daarnaast heeft zij verklaard dat er in 2020 ondersteuning is verleend door een junior consultant waarmee een bedrag was gemoeid van afgerond € 17.0000,00. Zij heeft ook verklaard dat er door iemand van e-Con zelf ondersteuning is geboden voor het verder configureren van e-Con en dat Verano c.s. daarover zelf met e-Con afspraken heeft gemaakt. De daarmee gepaard gaande kosten van € 35.000,00 liepen volgens GAC via de boeken van GAC.
5.43.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Verano c.s. onvoldoende nader onderbouwd dat de door haar genoemde (en in e-Con ingebouwde) functionaliteiten eigenlijk in NAV thuis hoorden. Verano c.s. heeft geen feiten en / of omstandigheden gesteld waaruit dit blijkt en in de overeenkomst zelf zijn hiervoor geen aanwijzingen te vinden. Dat de gevorderde kosten voor een (klein) deel betrekking hebben op reiskosten blijkt uit voornoemde productie 31b en is door Verano c.s. niet betwist. Als onweersproken staat vast dat deze kosten niet in de begroting van GAC, zoals opgenomen in de offerte, waren opgenomen. Hieruit volgt dat GAC deze kosten bij Verano c.s. in rekening mocht brengen. Het standpunt van Verano c.s. dat deze reiskosten hoger zijn uitgevallen door al het meerwerk betekent nog niet dat die kosten niet door haar gedragen zouden moeten worden. Dit meerwerk e-Con komt naar het oordeel van de rechtbank niet voor rekening van GAC. De rechtbank motiveert dit als volgt.
5.44.
Verano c.s. heeft niet of niet gemotiveerd betwist dat de gevorderde kosten voor een groot deel betrekking hebben op het verder uitwerken en inrichten van de modellen in e-Con. Zij heeft niet weersproken dat die uitvoerende taken bij haar thuis hoorden. Verano c.s. heeft erkend dat zij meer uitvoerende taken bij GAC heeft neergelegd omdat achteraf bleek dat zij zelf niet de benodigde deskundigheid in huis had om de werkzaamheden uit te voeren. Zij heeft niet betwist dat er in 2020 ondersteuning is verleend door een externe junior consultant ( [E] ) en er iemand van e-Con zelf in overleg met Verano c.s. ondersteunende werkzaamheden heeft verricht en GAC e-Con hiervoor heeft betaald.
Verano c.s. verwijt GAC dat zij bij afgifte van de offerte had moeten verifiëren of Verano c.s. over voldoende deskundigheid beschikte en stelt dat zij daarnaar onderzoek had moeten doen. Nu zij dit niet heeft gedaan en zij Verano c.s. niet meer aan de hand heeft genomen, heeft zij haar zorgplicht geschonden, aldus Verano c.s. De rechtbank verwerpt dit standpunt en verwijst daarbij naar hetgeen in r.o. 5.33. is overwogen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat GAC ter zitting heeft verklaard dat Verano c.s. het werk bij haar heeft neergelegd omdat het haar aan tijd ontbrak en niet vanwege de capaciteiten van haar IT-specialisten. Dit is door Verano c.s. niet of niet gemotiveerd betwist.
5.45.
Verano c.s. heeft ter zitting verklaard dat er binnen e-Con nog steeds functionaliteiten ontbreken. Zo zou er tot op heden geen sprake zijn van ‘accurate calculatie’. Zij heeft echter onvoldoende onderbouwd dat GAC haar zorgplicht op dit punt heeft geschonden. Op de issuelijst van Verano c.s. (zie r.o. 3.24.) wordt één issue genoemd met betrekking tot e-Con (het tweede bolletje). Voor zover Verano c.s. hierop doelt heeft zij het verweer van GAC dat zij hiervoor een ticket heeft aangemaakt en Verano c.s. zelf aan zet was, onvoldoende gemotiveerd betwist.
Verano c.s. heeft ook verklaard dat zij zelf additionele functionaliteit in e-Con heeft moeten toevoegen om de totaaloplossing werkend te krijgen. Zij heeft verder echter niet onderbouwd in hoeverre haar schadevordering hierop betrekking heeft en wat zij GAC nu precies verwijt. Nu partijen het erover eens zijn dat het gaat om additionele functionaliteit die niet in de standaard software van NAV zat, had het op de weg van Verano c.s. gelegen om haar stellingen deugdelijk te motiveren.
5.46.
Op grond van voorgaande overwegingen concludeert de rechtbank dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden en toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade, voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
Kosten 2 control (autorisaties) € 21.239,00
5.47.
Verano c.s. stelt dat het niet mogelijk bleek om de NAV-autorisatie op een toegankelijke manier aan te zetten. Zij betoogt dat tijdens de implementatie bleek dat deze functionaliteit slechts met veel meerwerk en op een voor Verano c.s. onwerkbare manier kon worden gerealiseerd en zij uiteindelijk, via GAC, het aanvullende product '2Control' heeft moeten aanschaffen voor een bedrag van € 21.239,00.
5.48.
GAC voert hiertegen als verweer dat de standaardfunctionaliteit van NAV wel degelijk een bruikbare oplossing bood voor het inrichten van de autorisatie, maar Verano c.s. het kennelijk anders wilde. Zij stelt dat deze functionaliteit wereldwijd door tienduizenden bedrijven naar tevredenheid wordt gebruikt. Ook voert zij aan dat Verano c.s. niet aan geeft waarom het bij haar niet werkt en zij zich bij demonstraties een oordeel heeft kunnen vormen over de standaard autorisatie van NAV. Zij betoogt dat Verano c.s. een positief besluit heeft genomen en niet kenbaar heeft gemaakt dat het niet voldeed. Zij stelt dat Verano c.s. daarmee de standaard werking van de autorisaties heeft geaccepteerd. Verder voert zij aan dat zij meerdere keren heeft toegelicht hoe men de autorisaties kan inrichten en gebruiken en Verano c.s. niet heeft aangetoond dat zij het product 2 control heeft moeten aanschaffen.
5.49.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Verano c.s. herhaald dat het voor haar geen bruikbare oplossing was en het niet mogelijk bleek om de NAV-autorisatie op een toegankelijke manier aan te zetten. Zij heeft ook verklaard dat GAC in de voorfase niet goed heeft geïnventariseerd dat er bij Verano c.s. sprake was van op maat gemaakte producten. Zij stelt dat GAC zich had moeten verdiepen in haar bedrijfsprocessen en had moeten beoordelen of de standaardoplossing voor Verano c.s. een geschikte oplossing was en, indien dit niet het geval was, zij Verano c.s. hiervoor had moeten waarschuwen dan wel had moeten waarschuwen dat de software tot veel maatwerk en extra kosten zou leiden. Zij concludeert dat GAC op dit punt haar zorgplicht heeft geschonden.
5.50.
Vaststaat dat de basisfunctionaliteiten van de software oplossing tijdens de selectiefase en de POC-fase zijn getest en beoordeeld door partijen en daaruit niet naar voren is gekomen dat de autorisatie functionaliteit niet werkte. De rechtbank verwijst naar r.o. 5.9. tot en met 5.16. van dit vonnis. Verano c.s. heeft niet betwist dat deze standaardfunctionaliteit aanwezig was. Dat deze mogelijk niet werkte op een wijze zoals door haar gewenst, is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden. Verano c.s. betoogt dat GAC zich in haar specifieke bedrijfsprocessen had moeten verdiepen, maar zij heeft niet nader onderbouwd waarom de autorisatie functionaliteit voor haar niet bruikbaar was, waarop zij had mogen rekenen en waarvoor GAC in dit specifieke geval had moeten waarschuwen. Verder heeft Verano c.s. onvoldoende feiten en of omstandigheden gesteld op grond waarvan zij van GAC had mogen verwachten dat zij zich al tijdens de selectieprocedure tot in detail in de bedrijfsprocessen of de manier van werken van Verano c.s. zou hebben verdiept. Uit niets blijkt dat Verano c.s. hier tijdens de selectieprocedure op heeft aangestuurd.
5.51.
Op grond van voorgaande overwegingen concludeert de rechtbank dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden, toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
Daarbij komt dat Verano c.s. GAC niet in gebreke heeft gesteld voordat zij het product `2Control' heeft aangeschaft. Omdat nakoming niet blijvend onmogelijk was, was dit wel nodig om in verzuim te geraken. Zij heeft ook om die reden geen recht op schadevergoeding wegens wanprestatie.
Bestelling op maat gemaakte producten door Verano c.s. € 26.653,00
5.52.
Verano c.s. legt hieraan ten grondslag dat bijna alle door haar geproduceerde producten maatwerk betreffen en dit de kern is van haar werkzaamheden. Zij stelt dat het NAV-systeem blijkt te zijn gebouwd voor producenten van standaardproducten en niet de mogelijkheid biedt om maten van op maat te produceren producten in te voeren. Het bevreemdt Verano c.s. dat GAC hier tijdens de POC fase niet achter is gekomen. Om dit te verhelpen moest GAC maatwerk voor Verano c.s. maken. Volgens Verano c.s. blijkt uit de facturering dat € 26.653,00 is toe te schrijven aan het inbouwen van die functionaliteit. Zij verwijt GAC dat zij niet aan haar waarschuwingsplicht en informatieplicht heeft voldaan.
5.53.
GAC voert als verweer dat zij van Verano c.s. niet de mogelijkheid heeft gekregen om een uitgebreid vooronderzoek te doen terwijl zij daar wel om heeft gevraagd. Zij stelt dat Verano c.s. dan ook niet kan en mag verwachten dat GAC het volledige bedrijf en haar manier van werken tot in detail kent. Zij stelt verder dat Verano c.s. informatie heeft verstrekt met betrekking tot de functionaliteit die zij wilde zien in de commerciële POC fase. Zij betoogt dat zij deze heeft laten zien zonder verdere verdieping te kunnen doen. Volgens GAC heeft Verano c.s. vervolgens zelf op basis van die demonstraties en uitgevoerde referentiebezoeken besloten dat deze functionaliteit voor haar voldeed en heeft zij daar expliciet akkoord op verstrekt.
5.54.
Verano c.s. heeft haar vordering tijdens de mondelinge behandeling toegelicht. Zij heeft verklaard dat zij maatwerk producten maakt en Microsoft Dyamics NAV (hierna: NAV) alleen standaardproducten kan verwerken. Zij betoogt dat de NAV-oplossing in de basis wellicht niet geschikt was voor Verano c.s. De rechtbank is hier reeds op ingegaan in r.o. 5.28. van dit vonnis.
Verano c.s. heeft ook verklaard dat zij tegen grote problemen aan liep bij het samenstellen uit andere producten en daar heel veel maatwerk uit is voortgevloeid. Onder verwijzing naar de pagina's 4 en 5 van de RFI betoogt zij dat de vinkjes daar eigenlijk niet konden staan omdat zij bijna uitsluitend maatwerk maakt.
5.55.
Vaststaat dat de offerte na het selectietraject door GAC is uitgebracht op basis van de informatie of uitgangspunten waar zij op dat moment bekend mee was. Dit selectietraject heeft voornamelijk bestaan in de RFI en de Verano POC.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de heer [D] (van GAC) verklaard dat hij in die fase door Verano c.s. is uitgenodigd en dat GAC het systeem toen heeft getoond en vanuit de standaard software heeft gepresenteerd. Hij heeft ook verklaard dat er van daaruit vinkjes zijn gezet op de RFI. Dat de RFI door GAC niet juist is ingevuld en er vinkjes zijn gezet op plaatsen waar zij eigenlijk niet konden staan, is door Verano c.s. onvoldoende concreet onderbouwd. Verano c.s. stelt dat bestellingen op maat in het systeem moeten kunnen worden ingevoerd, maar noemt maar één specifiek voorbeeld waarbij dit niet mogelijk zou zijn geweest. Zij stelt dat zij een groot aantal maatwerkproducten inkoopt bij derden (zoals glas en doek) en via de NAV-software alleen lengtematen konden worden ingevoerd en niet de lengte keer de breedte. Onduidelijk is of het gevorderde meer- of maatwerk van € 26.653,00 (alleen) op het inbouwen van die mogelijkheid ziet.
5.56.
Gesteld noch gebleken is dat Verano c.s. tijdens de selectieprocedure aan GAC gevraagd heeft naar de aanwezigheid van voornoemde mogelijkheid of functionaliteit binnen de aangeboden software oplossing. Naar het oordeel van de rechtbank had het op de weg van Verano c.s. gelegen om aan GAC kenbaar te maken dat deze functionaliteit (invoeren van lengte maal breedte) voor haar cruciaal was en blijkt nergens uit dat zij dit heeft gedaan. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Verano c.s. verklaard dat zij heel duidelijk heeft uitgelegd hoe het gaat met het configureren van haar maatwerkproducten en dat GAC daar heel erg goed van op de hoogte was, maar wanneer zij die uitleg heeft verstrekt en hoe gedetailleerd die is geweest, is door haar niet gesteld. De rechtbank gaat niet mee in het standpunt van Verano c.s. dat de aanwezigheid van deze specifieke functionaliteit voor GAC duidelijk had moeten zijn. De rechtbank verwijst hierbij naar hetgeen zij in r.o. 5.50. heeft overwogen. Verano c.s. heeft haar standpunt dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden onvoldoende onderbouwd.
5.57.
Verano c.s. verwijst verder naar een deskundigenrapport van IPL van 31 maart 2021 waarin staat vermeld dat uit het interview document blijkt dat GAC wist dat het systeem van Verano c.s. een zeer groot aantal artikelen bevatte. Verano c.s. beroept zich op een stelling van IPL dat GAC hier "zeker" had moeten valideren of Navision dergelijke (grote) aantallen verwerkingen aankon zonder dat dit zou leiden tot performanceproblemen. Zij stelt dat dit onderzoek niet is gedaan en de performanceproblemen zich hebben voorgedaan en zich nog steeds voor doen. GAC heeft de performance problemen vanwege grote aantallen verwerkingen gemotiveerd betwist. Zij stelt dat er bij haar geen recente en serieuze meldingen van performance problemen bekend zijn. Op grond van deze betwisting had het op de weg van Verano c.s. gelegen om haar stelling ten aanzien van de performance problemen nader te onderbouwen. Dit heeft zij niet gedaan.
Gelet hierop oordeelt de rechtbank dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden, toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
Lay outs € 26.335,00.
5.58.
In de overeenkomst is het volgende bepaald:
5.5.3
Rapportages & lay-outs
ln totaal zijn er 15 dagen als stelpost opgenomen om lay-outs aan te passen. Dit is een schatting. Uiteindelijk bepaalt u welke lay-outs of rapportages daar GAC moeten worden gemaakt. NAV en GAV voorzien in een aantal standaarden, daarnaast heeft u de mogelijkheid om zelf dergelijke aanpassingen te doen.
Wij adviseren u om rapportages met sturingsinformatie zoveel mogelijk zelf te ontwikkelen d.m.v. bijvoorbeeld JetReports of PowerBl.
5.59.
Verano c.s. verwijt GAC dat verschillende producten niet goed met elkaar combineren en er problemen zijn ontstaan met de lay-out van facturen. Deze zijn volgens haar te lang, hebben een Chinese aanhef etc. Volgens Verano c.s. heeft het vinden van een (alternatieve) oplossing geleid tot veel maat- en meerwerk, omdat GAC allerlei omwegen moest inbouwen om de beloofde functionaliteit alsnog te leveren. In de hoofdovereenkomst stonden voor het aanpassen van lay-outs vijftien (15) werkdagen begroot (gelijk aan
€ 16.440,00). De kosten voor het aanpassen van de problemen met de lay-outs van documenten bedragen volgens Verano c.s. tenminste € 42.775,00 zodat het meerwerk tenminste € 26.335,00 bedraagt.
5.60.
GAC heeft betwist dat verschillende producten niet goed met elkaar zouden combineren. Zij stelt dat Verano c.s. in de POC fase zelf heeft vastgesteld dat de producten goed met elkaar samenwerken. Verder voert zij aan dat in de standaard software van Microsoft en GAC een grote hoeveelheid standaardrapportages en lay-outs zitten en deze als basis dienen voor het specifiek maken van de layouts van Verano c.s. GAC stelt dat zij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de lengte van de facturen van Verano c.s. nu Verano c.s. dit zelf bepaalt. Zij stelt dat Verano c.s. zelf de mogelijkheden heeft om de inrichting van de facturen met haar eigen ontwikkellicentie aan te passen. Ook stelt zij dat zij bevindingen en wensen ten aanzien van de rapportages en lay-outs altijd heeft opgepakt en aangepast en verwijt zij Verano c.s. dat zij geen eigen mensen heeft vrij gemaakt voor dit traject. Zij betwist dat het vinden van een oplossing heeft geleid tot veel maat- en meerwerk. Volgens haar is dit meerwerk veroorzaakt doordat zij op verzoek van Verano c.s. (en met goedkeuring van haar directie) meerdere rapportages heeft moeten aanpassen. Zij stelt dat hierdoor meer tijd van haar is gevraagd dan de stelpost van 15 dagen die in de overeenkomst staat opgenomen.
5.61.
De rechtbank is van oordeel dat Verano c.s. onvoldoende (nader) heeft onderbouwd dat het meerwerk van € 26.335,00 is veroorzaakt door het niet functioneren van beloofde functionaliteiten. Verano c.s. heeft in reactie op het verweer van GAC niet betwist dat zij GAC opdracht heeft verstrekt om meerdere rapportages aan te passen en dat het meerwerk daarop betrekking heeft. Ook heeft zij niet betwist dat dit werkzaamheden waren die zij eigenlijk zelf zou doen. Op grond hiervan heeft zij onvoldoende gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden.
Voor zover zij betoogt dat het realiseren van lay-outs meer tijd zou hebben gekost door haar lage zelfredzaamheid en GAC had moeten onderzoeken of zij hiervoor de deskundigheid in huis had (en hiervoor had moeten waarschuwen), levert dit evenmin een schending van de zorgplicht op. Voor de onderbouwing hiervoor verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hierover in r.o. 5.33. reeds heeft overwogen.
5.62.
Op grond hiervan concludeert de rechtbank dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden, toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
Toevoegen eigen transport (€ 10.346,00)/ G rekening (4.296,00)/ scanning inkoop artikelen (7.865,00) (overige punten meerwerk NAV)
5.62.
Verano c.s. betoogt dat het niet mogelijk was om leveringen gedaan met eigen transport in te boeken en zij verwijt GAC dat zij er pas tijdens het project achter gekomen is dat Verano c.s. haar eigen transport organiseert. Zij stelt dat hiervoor geen functionaliteit aanwezig was in de software oplossing en dit heeft geleid tot meerwerk van tenminste
€ 10.346,00.
Daarnaast stelt zij dat het in de software oplossing niet mogelijk was om inkomende producten (inkoop) in te scannen, terwijl deze functionaliteit voor Verano c.s. essentieel is omdat zij een groot deel van haar producten inkoopt bij derden. Dit heeft geleid tot meerwerk van tenminste € 7.865,00.
Tenslotte voert zij aan dat in de software oplossing niet standaard de functionaliteit zat om op G-rekening te betalen, terwijl (bijna) elk bouw-/aanneembedrijf (de grootste klantengroep van Verano c.s. ) werkt met een G-rekening. Dit heeft geleid tot meerwerk van tenminste € 4.296,00. Verano c.s. stelt zich op het standpunt dat zij mocht aannemen dat deze functionaliteiten aanwezig zouden zijn in een softwareoplossing.
5.63.
GAC heeft hiertegen het volgende verweer gevoerd.
GAC heeft nooit toegezegd dat voornoemde functionaliteiten in de software oplossing zouden zitten. Het feit dat er aanpassingen zijn gemaakt op de functionaliteiten, heeft te maken met afwijkende processen/werkwijzen van Verano c.s. ten opzichte van de doelgroep waarbinnen zij valt of met afwijkende wensen ten opzichte van de standaard software. Dit heeft niks te maken met vermeende gebreken of tekortkomingen in de standaardsoftware.
Verano c.s. heeft de gelegenheid gehad om in de POC-fase te toetsen of de betreffende functionaliteit in de software zat. Zij heeft de inrichting geaccepteerd zoals deze in de POC fase is voorgehouden. Verder heeft de stuurgroep voor de drie wijzigingen (het meerwerk) formeel akkoord gegeven. Wat betreft de logistiek heeft GAC in de RFI al laten weten dat dit niet in de standaard software aanwezig was. Het inscannen van inkomende producten maakte geen onderdeel uit van de scope van de opdracht. Door Verano c.s. is dit in de commerciële POC fase ook niet naar voren gebracht. Pas bij de diepte interviews is dit voor het eerst ter sprake gekomen. POC 2 houdt in dat het geen onderdeel is van de initiële opdracht en dus meerwerk betreft. De functionaliteit om op een G-rekening te betalen maakt geen onderdeel uit van de scope van de opdracht en hier is niet naar gevraagd door Verano c.s. in de commerciële POC fase. Evenmin is dit als "must have" opgemerkt door Verano c.s. in de interviews.
5.64.
Gelet op het uitgebreide verweer van GAC had het op de weg van Verano c.s. gelegen om voldoende feiten en/of omstandigheden te stellen waaruit blijkt dat partijen zijn overeengekomen dat voornoemde functionaliteiten deel uitmaakten van de software oplossing. Dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft niet gesteld waar in de overeenkomst staat opgenomen dat deze functionaliteiten zijn overeengekomen en ook heeft zij niet verwezen naar andere documenten waaruit dit blijkt.
Verano c.s. betoogt dat de betreffende functionaliteiten gebruikelijk zijn binnen de branche waarin zij opereert en het voor GAC duidelijk had moeten zijn dat voornoemde functionaliteiten voor haar essentieel waren. Zij stelt dat GAC zich daarin had moeten verdiepen door middel van onderzoek en de nodige informatie had moeten vergaren. De rechtbank verwerpt het standpunt dat GAC op dit punt haar zorgplicht heeft geschonden. Niet gebleken is dat Verano c.s. haar eisen en wensen hierover tijdens de precontractuele fase aan GAC duidelijk kenbaar heeft gemaakt. Verder verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hierover eerder in r.o. 5.50. heeft overwogen.
5.65.
Gelet hierop concludeert de rechtbank dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden, toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
Naveksa
5.66.
Shopfloor control van Naveksa is software van een strategische partner van GAC (Naveksa) en maakt deel uit van de software oplossing. Verano c.s. betoogt dat dit onderdeel nog altijd niet naar behoren functioneert. Zij stelt dat een groot deel van de beloofde functionaliteiten niet aanwezig is of alleen via zeer uitgebreid maatwerk en meerwerk te realiseren.
Naveksa Product labels € 65.576,00
5.67.
Niet in geschil is dat de door Verano c.s. op maat gemaakte producten moeten worden gelabeld. Uit de stellingen van partijen en de brief van de advocaat van GAC van
10 september 2020 (productie 21 CvA), blijkt dat Verano c.s. problemen had met het printen van de productlabels. GAC schrijft in deze brief dat het labelen van producten een functionaliteit is die standaard in Production + aanwezig is. Zij verwijt Verano c.s. dat zij GAC niet heeft geïnformeerd dat de sticker (of productlabel) op een specifiek moment gedurende het productieproces afgedrukt moest worden. Dat betekende dat de labels niet vanuit NAV maar vanuit Naveksa afgedrukt moesten worden en dat was standaard niet mogelijk.
5.68.
Verano c.s. verwijt GAC dat zij haar onderzoeksplicht heeft verzuimd. Zij stelt dat GAC had moeten verifiëren of de standaardoplossing wel bij Verano c.s. past en, indien dit niet het geval was, zij Verano c.s. had moeten waarschuwen voor het daarmee gemoeide maatwerk. Door dit niet te doen heeft zij volgens Verano c.s. haar zorgplicht verzaakt. Zij verwijt GAC ook dat zij haar niet heeft gewaarschuwd voor het feit dat de printers niet geschikt bleken te zijn voor het afdrukken van de labels. Zij betoogt dat zij op advies van GAC uiteindelijk voor het softwarepakket BarTender (specifieke label-software) heeft gekozen en zij voor het toevoegen van de labelfunctionaliteit de volgende kosten heeft moeten maken:
- € 39.041 consultancykosten van GAC
- € 7.986 kosten voor de consultant van BarTender
- € 8.200 aan ondersteuningskosten IT-support
- € 9.106 aan licenties en bijkomende kosten van BarTender.
5.69.
GAC heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd. Zij heeft herhaald dat zij door Verano c.s. nooit in de gelegenheid is gesteld om een Diagnose uit te voeren en zij een inschatting heeft gegeven die uitsluitend gebaseerd was op de informatie die Verano c.s. aan haar heeft aangereikt. Nu Verano c.s. een uitvoerig onderzoek heeft geweigerd is het volgens GAC onjuist en onredelijk om haar te verwijten dat zij niet heeft gewezen op een mogelijk niet functioneren van printers. Verder stelt zij dat Verano c.s. de software heeft getest in de POC fase en deze volgens haar eigen beoordeling naar behoren functioneerde. Volgens GAC heeft zij direct met Verano c.s. meegekeken en diverse alternatieven aangedragen, waarna Verano c.s. voor de duurste oplossing (de aanschaf van BarTender) heeft gekozen. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
5.70.
Als onweersproken staat vast dat het labelen van producten een functionaliteit is die standaard in Production + aanwezig is. Dat dit geen bruikbare oplossing was vanwege een specifiek moment waarop de labels tijdens het productieproces afgedrukt moesten worden, is kennelijk pas tijdens de implementatie gebleken. Dit geldt ook voor het niet geschikt zijn van de printers (de aansluiting met de hardware). Uit niets blijkt dat dit tijdens de POC 1 en POC 2 fase, bij de demonstratie vanuit de standaardsoftware, naar voren is gekomen.
Verano c.s. verwijt GAC dat zij haar onderzoeksplicht heeft verzuimd en naar het totale productieproces van Verano c.s. had moeten kijken en had moeten waarschuwen voor het maatwerk. Van GAC had echter niet verwacht mogen worden dat zij tijdens de selectieprocedure zodanig gedetailleerd onderzoek zou hebben verricht naar dit specifieke onderdeel van het productieproces van Verano c.s. en de bij haar aanwezige hardware, dat zij zou hebben bekeken wanneer de labels tijdens het productieproces worden afgedrukt en of de aanwezige printers problemen zouden geven. Het aannemen van een zo vergaande onderzoeksplicht aan de zijde van GAC voert in die fase en onder de gegeven omstandigheden te ver. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij hierover in r.o. 5.50. heeft overwogen.
De rechtbank oordeelt dan ook dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden, toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
Naveksa algemeen meerwerk € 67.866,00
5.71.
Verano c.s. betoogt dat de implementatie van Naveksa en het vastlopen van de Naveksa omgeving tot heel veel meerwerk heeft geleid en zij schadeloos dient te worden gesteld voor deze kosten. Zij stelt dat uit de facturering blijkt dat tenminste € 70.058,00 is toe te schrijven aan het werk dat samenhangt met Naveksa, dan wel shopfloor. Voor Shopfloorplanning was 2 werkdagen begroot in de overeenkomst. Dit komt neer op
€ 2.192,00. Hiermee is het meerwerk dat voor de implementatie van Naveksa in rekening is gebracht volgens Verano c.s. tenminste € 67.866,00. Verano c.s. beroept zich op een schending van de zorgplicht door GAC vanwege de onrealistische budgettering en de excessieve hoeveelheid maat- en meerwerk. Ook betoogt zij dat Naveksa niet of erg slecht geschikt lijkt voor maatwerkproducenten. Daarnaast voert zij aan dat zij genoodzaakt was om een alternatieve oplossing te (laten) maken waarvoor zij UniPartners als externe consultant heeft ingeschakeld. De kosten voor het maken van een vervangende oplossing bedragen € 31.411,91. Zij stelt dat GAC ook aansprakelijk is voor deze schade.
5.72.
GAC heeft verweer gevoerd. Zij heeft erkend dat Verano c.s. zich twee maal bij haar heeft gemeld met betrekking tot performance problemen met Naveksa. Deze meldingen zouden volgens GAC direct en adequaat zijn opgepakt en er zouden actieplannen zijn opgesteld. GAC stelt dat zij met hulp van Naveksa adequate oplossingen heeft aangeboden die door Verano c.s. zijn afgeslagen of geweigerd waarna Verano c.s. niets meer van zich zou hebben laten horen. Zij stelt verder dat zij haar verplichtingen uit de overeenkomst is nagekomen en alles heeft gedaan wat op basis van haar zorgplicht verwacht mocht worden. Volgens GAC is zij nooit in de gelegenheid gesteld om de vermeende issues op te lossen. Zij betoogt dat Verano c.s. haar nooit in gebreke heeft gesteld en er geen verzuim tot stand is gekomen, zodat de gevorderde schade dient te worden afgewezen. Daarnaast stelt GAC dat de gevorderde bedragen niet zijn te herleiden. De rechtbank verwijst naar de stellingen van GAC, opgenomen in de randnummers 241 tot en met 274 van de CvA.
5.73.
De rechtbank stelt voorop dat Verano c.s. haar vordering onvoldoende heeft gespecificeerd en onderbouwd. Verano c.s. verwijst naar facturen, maar maakt daartussen geen onderscheid en heeft ook geen gespecificeerde facturen overgelegd. De rechtbank kan niet beoordelen of het meerwerk dat Verano c.s. als schade (terug)vordert, door GAC is uitgevoerd of door derden en wat precies de aard van de werkzaamheden is geweest. Van Verano c.s. had verwacht mogen worden dat zij dit inzichtelijk had gemaakt, zeker nu GAC het verweer voert dat zij werkzaamheden heeft uitgevoerd die Verano c.s. eigenlijk zelf zou doen of die maatwerk betroffen omdat Verano c.s. zich niet aan de standaard software wilde conformeren. Daarnaast wordt het volgende overwogen.
5.74.
Uit de stellingen van partijen kan worden afgeleid dat bij de implementatie van Naveksa een aantal uitdagingen moesten worden opgelost waarvoor oplossingen gezocht moesten worden en waarvoor actie noodzakelijk was. Verano c.s. heeft erkend dat GAC twee grote meldingen van haar heeft opgelost.
Vaststaat dat Verano c.s. het vastlopen van de Naveksa omgeving in oktober 2020 (geruime tijd na de live gang) als issue heeft opgevoerd op de issuelijst (zie r.o. 2.25.). GAC heeft gesteld dat haar begroting in de offerte geen betrekking heeft op de periode na de live gang en dat zij bovendien op de melding heeft gereageerd en Verano c.s. aan zet was. Zij schrijft in haar brief van 12 november 2020:
“[…}. Zoals ook in mijn brief van 10 september jl. aangegeven heeft Verano c.s. zich twee maal op directieniveau gemeld met de melding dat er uitdagingen waren met Naveksa.
Beide keren is er een actieplan opgesteld om verbeteringen door te voeren. Delen van de plannen zijn daarbij doorgevoerd. Verano c.s. heeft er echter beide keren voor gekozen de software update die Naveksa heeft aangeleverd niet (in zijn geheel) door te voeren. De laatste conclusie van Verano c.s. was dat ze geen software update nodig hadden en de update van Naveksa tot nadere orde niet wenste.
De bal ligt in dit geval dus nadrukkelijk bij Verano c.s. die tot twee maal toe heeft geweigerd verbeteringen door te voeren en nadrukkelijk heeft gekozen tot nader order op de huidige versie te willen blijven werken. Na dit besluit van Verano c.s. heeft GAC niets meer vernomen van Verano c.s. ”.
5.75.
In het licht hiervan had van Verano c.s. verwacht mogen worden dat zij de door haar gestelde schending van de zorgplicht door GAC nader had onderbouwd en voornoemde verwijten had weerlegd. Dat heeft zij niet gedaan. Verano c.s. stelt dat het Naveksa systeem wellicht niet geschikt was voor haar en GAC de implementatie wellicht had moeten ontraden, maar bij gebreke aan een deugdelijke onderbouwing, overtuigt dit niet. Daarbij heeft Verano c.s. niet of niet gemotiveerd betwist dat Naveksa inmiddels functioneert. Voor zover zij betoogt dat GAC haar had moeten waarschuwen voor het vele meerwerk en de daarmee gepaard gaande budgetoverschrijding, heeft GAC voor het ontstaan van die kosten diverse oorzaken genoemd. GAC wijt dit aan de houding en bewuste keuzes van Verano c.s. zelf, waartegen Verano c.s. onvoldoende heeft ingebracht.
5.76.
Op grond van voorgaande overwegingen concludeert de rechtbank dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden en toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
Sana algemeen meerwerk € 53.072,00
5.77.
In artikel 3.3. van de overeenkomst is het volgende vermeld:
“3.3 E-commerce met Sana
De Sana e-commerce omgeving maakt onderdeel uit van deze aanbieding. Met deze omgeving kunt u
middels het content management systeem (CMS) zelf uw website maken en beheren. De geïntegreerde shopfunctionaliteit zorgt ervoor dat u geen dubbele artikeldata of prijsafspraken moet vastleggen, Sana maakt immers gebruik van alle relevante data en logica van Dynamics NAV.
GAC zal de technische installatie verzorgen op een door u beschikbaar gestelde omgeving. In eerste instatie in test, daarna zal deze omgeving aan uw live NAV worden gekoppeld. Daarnaast ontvangt u instructue over het gebruik van deze omgeving, zodat u vervolgens zelf aan de slag kunt.
Mocht u bij het inrichten of de ingebruikname additionele diensten wensen, dan is dat uiteraard mogelijk”.
5.78.
Verano c.s. stelt dat een groot deel van de beloofde functionaliteiten in eerste instantie niet aanwezig was of alleen via zeer uitgebreid maatwerk te realiseren was terwijl Sana (e-commerce) als standaardsoftware is aangeboden. Volgens Verano c.s. deden zich eind juli 2019 nog de volgende problemen voor:
• prijzen en kortingen worden niet meegenomen in het platform;
• leverdata worden verkeerd in orders geschreven;
• orders worden twee of meer keer ingeboekt;
• performance blijft achter bij hetgeen mag worden verwacht;
• productspecificaties worden niet meegestuurd binnen het systeem, waardoor
mensen niet kunnen zien hoe het door hun ontworpen product eruit ziet;
• vertalingen in verschillende talen ontbreken.
Zij betoogt dat GAC Sana pas in september 2020 volledig heeft geïmplementeerd en voor de implementatie van Sana in de overeenkomst 11 werkdagen zijn begroot, hetgeen neer komt op een bedrag € 12.056,00. Zij stelt dat de implementatie van dit product uiteindelijk tenminste € 65.128,00 heeft gekost en het meerwerk € 53.072,00 bedraagt. Zij verwijt GAC dat zij voor het afgeven van de offerte geen goed onderzoek heeft gedaan. Volgens Verano c.s. had GAC kunnen en moeten weten dat Verano c.s. niet met de standaardsoftware uit de voeten zou kunnen en er veel meerwerk nodig zou zijn. Zij beroept zich er op dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden en onrechtmatig heeft gehandeld.
5.79.
In reactie hierop heeft GAC aangevoerd dat zij de standaard functionaliteiten ten aanzien van Sana op voorhand heeft gedemonstreerd aan Verano c.s. Zij stelt dat zij deze functionaliteiten heeft gebaseerd op de door Verano c.s. gedurende het commerciële proces aangereikte informatie. Op basis daarvan zou Verano c.s. hebben vastgesteld dat de standaard Sana omgeving aan haar wensen voldeed. Volgens GAC is Verano c.s. pas na POC 2 haar eisen gaan bijstellen en heeft zij extra wensen kenbaar gemaakt, boven de standaard oplossing van Sana. GAC betoogt dat zij die additionele wensen en functionaliteiten bij Verano c.s. in rekening heeft gebracht nadat deze, na een door GAC gemaakte kosteninschatting, door Verano c.s. zijn geaccepteerd.
5.80.
De rechtbank oordeelt dat ook voor deze schadepost geldt dat Verano c.s. niet concreet heeft gespecificeerd op welke facturen en het daarbij in rekening gebrachte meer- of maatwerk haar vordering betrekking heeft. Zij betoogt dat toegezegde functionaliteiten aanvankelijk niet aanwezig waren of niet werkten, maar zij heeft niet gesteld waaruit blijkt dat deze zijn beloofd als onderdeel van de standaardsoftware en ook niet wat de oorzaak van de problemen is geweest. Zij heeft in het licht van het gemotiveerde verweer door GAC, onvoldoende gesteld en onderbouwd dat GAC had kunnen en moeten weten dat Verano c.s. met de standaardsoftware niet uit de voeten zou kunnen en GAC haar zorgplicht heeft geschonden. De rechtbank baseert dit op hetgeen zij hiervoor reeds heeft overwogen in r.o. 5.50.
Dit betekent dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden en toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
Office 365/ Microsoft Share Point onnodige migratie € 39.640,00
5.81.
Tussen partijen staat vast dat GAC heeft aangeraden om gebruik te maken van Office365 omdat dit naadloos zou samenwerken met NAV. Volgens Verano c.s. is echter gebleken dat NAV alleen functioneert in de offline (desktop) omgeving, maar niet (volledig) in de online (webbrowser) omgeving van NAV waardoor deze online omgeving nutteloos is. Zij stelt dat juist deze online omgeving voor haar meerwaarde biedt. Verano c.s. meent dat zij onnodig is gemigreerd naar Office365 en dat zij de met de migratie gepaard gaande kosten van € 39.640,00 onnodig heeft gemaakt. Aanvullend merkt zij op dat het nieuwe systeem ook complexer blijkt te zijn dan het oude systeem.
5.82.
GAC betoogt dat zij in haar advies van 3 maart 2017 heeft geadviseerd om gebruik te maken van de offline clients (lokaal geïnstalleerd) van Office365. Zij stelt dat dit advies is gebaseerd op het feit dat deze technologie reeds haar diensten bewezen had. Volgens GAC heeft Verano c.s. dit advies niet opgevolgd en juist besloten om toch de online variant te gaan gebruiken. Zij stelt dat zij geen enkele garantie heeft gegeven dat producten of add-ons van derden ook met de online variant zouden werken. Van kosten van een onnodige migratie is geen sprake.
5.83.
Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de stellingen van Verano c.s. niet worden afgeleid wat nu precies de grondslag is van haar vordering. Voor zover zij zich erop beroept dat GAC haar over de migratie onjuist heeft geadviseerd heeft zij dit, mede gelet op het verweer van GAC, onvoldoende onderbouwd. De vordering wordt daarom afgewezen, voor zover gebaseerd op een schending van de zorgplicht, niet nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig handelen.
c. € 10.792,00 kosten PlannerOne
5.84.
Vaststaat dat het softwareprogramma PlannerOne door GAC is geïnstalleerd als onderdeel van de overeenkomst.
5.85.
Verano c.s. betoogt dat dit programma nooit heeft gefunctioneerd, althans dat haar pas achteraf is gebleken dat PlannerOne verre van ideaal is. Zij stelt dat GAC de programmatuur weer uit de softwareoplossing heeft verwijderd en de licentiekosten en kosten voor de implementatie van PlannerOne ten onrechte bij haar in rekening heeft gebracht. Ook heeft zij aangevoerd dat PlannerOne uit de handel zou worden genomen. Zij stelt dat zij daarom aan GAC advies heeft gevraagd over het de-installeren van de software.
5.86.
GAC heeft uitdrukkelijk betwist dat de functionaliteit van PlannerOne nooit gewerkt zou hebben. Zij erkent dat PlannerOne op termijn niet meer actief aangeboden zou worden aan andere klanten van GAC, maar volgens haar was Verano c.s. hierdoor niet genoodzaakt om PlannerOne uit de software te laten verwijderen. Zij merkt daarbij op dat Verano c.s. ook niet over heeft willen stappen naar een door haar aangeboden alternatief. GAC betoogt dat PlannerOne voor Verano c.s. overbodig werd nadat zij na de POC-fase had besloten om haar uitbestedingsproces met betrekking tot het spuitwerk van geproduceerde halffabrikaten te veranderen. Zij stelt dat zij daarom op verzoek van Verano c.s. deze software uit de omgeving heeft verwijderd.
5.87.
Verano c.s. stelt dat GAC op grond van haar zorgplicht informatie bij haar had moeten opvragen om haar van goed advies te voorzien. Zij verwijt Verano c.s. dat zij dit niet heeft gedaan. Zij heeft echter niet gesteld welke (achteraf niet aanwezige en voor haar van belang zijnde) functionaliteit zij van PlannerOne verwachtte en of zij dit voor de totstandkoming van de overeenkomst aan GAC kenbaar heeft gemaakt. Voor zover zij betoogt dat zij er vanuit mocht gaan dat de software over alle functionaliteiten zou beschikken als waarover de IPS software beschikte, heeft de rechtbank reeds overwogen dat deze toezegging door GAC niet vast staat. Verder brengt de enkele omstandigheid dat er problemen zijn gerezen, niet automatisch met zich mee dat GAC haar zorgplicht heeft veronachtzaamd.
GAC heeft onweersproken gesteld dat zij voor de totstandkoming van de overeenkomst een demonstratie heeft gegeven over de functionaliteiten van PlannerOne en Verano c.s. toen heeft aangegeven dat zij deze functionaliteit wilde hebben. GAC heeft ook gesteld dat zij PlannerOne als onderdeel van de POC-fase aan Verano c.s. heeft gepresenteerd. Meer concreet heeft zij aangevoerd dat zij tijdens een presentatie op 18 augustus 2017 (in POC 1) de werking van de software oplossing heeft getoond en deze werking was gebaseerd op de door Verano c.s. aangeleverde processen, scenario’s en data. Dit is door Verano c.s. niet of niet gemotiveerd weersproken. Vaststaat dat zij POC 1 vervolgens heeft goedgekeurd.
In het licht hiervan heeft Verano c.s. onvoldoende gesteld en onderbouwd dat PlannerOne onvoldoende werkend is opgeleverd dan wel dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden en toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe. De gevorderde schade voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), wordt afgewezen.
d. € 31.411,00 kosten die samenhangen met de vervanging van Naveksa;
5.88.
Deze vordering wordt door de rechtbank afgewezen. Hetgeen de rechtbank ten aanzien van Naveksa heeft overwogen in r.o. 5.66. tot en met 5.76 leidt tot de slotsom dat de vervanging van Naveksa niet samenhangt met enige tekortkoming van GAC dan wel enig onrechtmatig handelen van haar en dat daarom ook deze vordering ongegrond is.
e. € 74.050,00 kosten projectleiding;
5.89.
Verano c.s. heeft aangevoerd dat zij € 74.050,00 aan kosten van projectleiding heeft gemaakt en dat zij ten aanzien van deze kosten schadeloos dien te worden gesteld. In de offerte is over projectmanagement en de kosten van de projectleiding het volgende vermeld:
“5.5.4 Projectmanagement
De projectleiding hebben we begroot op 15% van de overige werkzaamheden.
Projectleiding omvat de onderstaande werkzaamheden:
  • De projectleider zet een projectadministratie en gedeeld projectenportaal op
  • Planníng geschiedt op deelprojecten en aan het einde van de fasen (gemiddeld 6-wekelijks) wordt er een stuurgroep bijeengeroepen (voor de 'GO' voor de volgende fase)
  • De projectleider brengt de klant periodiek op de hoogte van alle vorderingen middels een
maandelijks projectteam overleg
 De projectleider verzorgt de verslaglegging en monitort de integrale voortgang”.
5.90.
Verano c.s. legt aan haar vordering ten grondslag dat GAC op tenminste drie van de vier punten haar taak niet naar behoren heeft uitgevoerd. Zij stelt dat GAC tekortgeschoten is in haar taak om het budget te bewaken nu het door haar als “most likely” aangeduide budget met 406% is overschreden. Verder stelt zij dat de geplande opleverdatum van 1 januari 2018 door GAC niet is gehaald en zij nooit een nieuwe (totaal)planning heeft opgemaakt. Daarbij merkt zij op dat er na 14 februari 2018 nog slechts incidenteel stuurgroep overleggen zijn gepland. Verder betoogt zij dat het project medio 2020 nog steeds niet volledig was opgeleverd en er sprake is van een uitloop van 2,5 jaar op een project dat nog geen jaar zou duren.
5.91.
GAC betwist dat zij ten aanzien van de projectleiding tekortgeschoten is of onrechtmatig heeft gehandeld. Zij stelt dat partijen ten aanzien van de kosten van projectleiding geen vaste vergoeding zijn overeengekomen en de kosten bovendien zijn veroorzaakt doordat Verano c.s. zelf tekort is geschoten of omdat zij aan GAC had gevraagd om werkzaamheden van haar over te nemen.
5.92.
Vaststaat dat partijen gezamenlijk een projectplan hebben opgesteld. Hierin staat vermeld wat de taken en verantwoordelijkheden van de projectleiders zijn en wat de taken en verantwoordelijkheid van de stuurgroep zijn (zie paragrafen 4.2. en 4.3. van het projectplan).
Gebleken is dat onder meer [B] namens Verano c.s. en [G] namens GAC als projectleiders waren aangesteld. GAC heeft onweersproken gesteld dat zij gezamenlijk de verantwoordelijkheid droegen voor de taken die GAC (volgens Verano c.s. ) niet naar behoren zou hebben uitgevoerd. Verder heeft GAC aangevoerd dat het bewaken van het budget in belangrijke mate een verantwoordelijkheid was van de stuurgroep en Verano c.s. daarin oververtegenwoordigd was. Ook dit is door Verano c.s. niet betwist. Dit betekent dat partijen een gezamenlijke verantwoordelijkheid hadden wat betreft budgetbewaking en projectleiding.
5.93.
Zoals eerder overwogen (in r.o. 5.32.) heeft GAC wat betreft de kosten van het project in de offerte een begroting afgegeven en zijn partijen geen vaste prijs overeengekomen maar zou er op basis van nacalculatie worden afgerekend. Vast staat dat de grens van de ‘begroting max’ ruim is overschreden door onder andere veel meer- en maatwerk. Uit voorgaande overwegingen volgt dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat de overschrijding van het budget is ontstaan doordat GAC haar zorgplicht ten aanzien van deze werkzaamheden heeft geschonden. Verano c.s. heeft ook onvoldoende onderbouwd dat deze werkzaamheden binnen de scope van de overeenkomst vielen en voor rekening van GAC dienen te komen. Onder deze omstandigheden kan niet worden gesproken van een onaanvaardbare overschrijding van het budget. Het verwijt dat GAC haar zorgplicht op dit punt heeft geschonden treft geen doel. Dit geldt ook voor het verwijt dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden ten aanzien van de vertraging van het project. Verano c.s. heeft erkend dat voornoemde werkzaamheden er tevens toe hebben geleid dat het project extra lang heeft gelopen.
Verano c.s. verwijt GAC verder een nalatige houding toen zij in de gaten kreeg dat de indeling van de projectleiders en de stuurgroep wellicht niet werkte omdat er te weinig mensen met deskundigheid aan boord waren. Ook stelt zij dat GAC meer stuurgroepvergaderingen had moeten houden en strakker had moeten plannen. Dat er te weinig deskundigheid aanwezig was binnen de projectleiding en de stuurgroep is door haar echter onvoldoende onderbouwd. Ook blijkt nergens uit dat er bij Verano c.s. behoefte was aan meer stuurgroepvergaderingen. Verano c.s. heeft in het licht van voorgaande overwegingen onvoldoende onderbouwd dat haar belangen door slecht projectmanagement zijn geschaad zonder dat GAC op de juiste manier ingreep.
5.94.
Nu Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC haar zorgplicht heeft geschonden en toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld, wordt de schade van € 74.050,00, voor zover gebaseerd op deze grondslag(en), afgewezen. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe.
f. € 28.478,92 onderhoud van het maatwerk over de periode 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2022;
5.95.
Verano c.s. legt hieraan ten grondslag dat GAC aansprakelijk is voor het maatwerk en dus ook voor het onderhoud. GAC heeft dit betwist. Zij stelt dat Verano c.s. zelf opdracht heeft gegeven voor dit maatwerk en daar steeds mee akkoord is gegaan. Zij betoogt dat Verano c.s. vervolgens ook onderhoud over dit maatwerk heeft afgenomen.
5.96.
Op grond van voorgaande overwegingen ten aanzien van het maatwerk oordeelt de rechtbank dat Verano c.s. onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat GAC aansprakelijk is voor het maatwerk en daarmee ook voor het onderhoud daarvan. Deze schadepost wordt daarom afgewezen.
Dwaling
5.97.
Op grond van artikel 6:228 lid 1 BW is een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en die bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, vernietigbaar:
a. indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten;
b. indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;
c. indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had hoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.
5.98.
Op Verano c.s. rust de stelplicht dat voldaan is aan de voorwaarden voor een geslaagd beroep op dwaling.
5.99.
Verano c.s. beroept zich erop dat zij heeft gedwaald ten aanzien van de door GAC geadviseerde software oplossing en het achteraf gebleken benodigde maatwerk en de daarmee gemoeide kosten. Zij stelt dat de offerte niet representatief is gebleken voor de werkelijke kosten van de software oplossing en er sprake is geweest van een overschrijding van het budget met 403%. De budgettering lijkt volgens Verano c.s. volledig uit de lucht te zijn gegrepen en onrealistisch te zijn en de excessieve hoeveelheid meerwerk en maatwerk valt volgens Verano c.s. niet te rijmen met uitingen van GAC in de offerte, waarbij zij verwijst naar de artikelen 4.1., 4.2., 4.3. en 5.4. Zij stelt dat het op de weg van GAC had gelegen om onnodige maatwerkopdrachten te voorkomen of in te dammen en zij verzoekt de rechtbank om het door haar geleden nadeel op te heffen.
5.100. Verano c.s. heeft niet gesteld dat de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten. Op dit punt heeft zij niet aan haar stelplicht voldaan, zodat het beroep op dwaling reeds om die reden moet worden verworpen. Daarnaast overweegt de rechtbank als volgt.
5.101. Dat de kosten van de implementatie aanzienlijk hoger zijn uitgevallen dan begroot betekent nog niet dat er sprake is van dwaling. Verano c.s. vindt in de offerte steun voor haar stelling dat er een implementatie is toegezegd met geen of minimaal maatwerk. Zij beroept zich er kennelijk op dat de dwaling is te wijten aan deze inlichting (artikel 6:228 lid 1 sub a BW). Uit de offerte blijkt echter ook dat er geen vaste prijs voor de software oplossing is opgenomen, dat er zal worden afgerekend op basis van nacalculatie en dat de orderbevestiging is gebaseerd op de informatie zoals deze op dat moment beschikbaar was. In voorgaande overwegingen is uitvoerig ingegaan op de vraag waardoor de budget-overschrijding en het vele meer- en maatwerk is ontstaan. Verano c.s. heeft onvoldoende gesteld en onderbouwd dat deze werkzaamheden binnen de scope van de opdracht vielen.
Op grond hiervan oordeelt de rechtbank dat het beroep van Verano c.s. op dwaling niet slaagt, omdat zij onvoldoende heeft onderbouwd dat de door haar gestelde dwaling te wijten is aan (onjuiste) inlichtingen van GAC.
Exit-clausule
5.102. Verano c.s. vordert een verklaring voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst zal worden aangevuld met de in randnummer 174 van de dagvaarding uitgewerkte exit-clausule en deze exit-clausule tussen partijen heeft te gelden.
5.103. In reactie hierop heeft GAC aangevoerd dat zij helemaal geen intentie heeft om Verano c.s. in de toekomst te beperken in haar mogelijkheden om over te stappen naar een andere IT-leverancier en zij ook geen intentie heeft om werkzaamheden voor Verano c.s. te weigeren. Zij stelt dat er daarom geen reden is voor toewijzing van de vordering.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft GAC herhaald dat er alle bereidheid is om mee te werken aan een overstap en er Verano c.s. niets aan in de weg wordt gelegd om naar een andere partij over te gaan. Zij heeft ook verklaard dat er bij haar de bereidheid bestaat om tot vastlegging van dergelijke bepalingen te komen.
5.104. Niet gebleken is dat Verano c.s. eerder om een exit-clausule aan GAC heeft gevraagd en deze toen door GAC is geweigerd. Op grond van de uitdrukkelijke stellingen van GAC dat zij bereid is om mee te werken aan een overstap en afspraken hierover schriftelijk vast te leggen oordeelt de rechtbank dat Verano c.s. geen belang heeft bij toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat GAC zich ook niet geheel kan vinden in de tekst van de door Verano c.s. uitgewerkte exit-clausule.
Slotsom
5.105. De rechtbank concludeert dat de gevorderde schade ten aanzien van SQL Perform zal worden toegewezen tot een bedrag van € 3.509,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 december 2021 (de dag van dagvaarding) tot aan de dag van voldoening.
De overige vorderingen worden afgewezen.
Proceskosten
5.106. Verano c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van GAC worden begroot op:
- griffierecht 5.737,00
- salaris advocaat
6.826,00(2 punten × tarief € 3.413,00)
Totaal € 12.563,00
6. De beslissing
De rechtbank
6.1.
veroordeelt GAC om aan Verano c.s. te betalen een bedrag van € 3.509,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 23 december 2021 tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Verano c.s. in de proceskosten, aan de zijde van GAC tot op heden begroot op € 12.563,00,
6.3.
veroordeelt Verano c.s in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Verano c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang en in het openbaar uitgesproken op
12 juli 2023.