ECLI:NL:RBOBR:2023:5588
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na WIA-beoordeling en geschiktheid voor arbeid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiser tegen de beëindiging van zijn Ziektewet (ZW)-uitkering door het UWV. Het UWV had op 8 februari 2022 besloten de uitkering per 11 februari 2022 te beëindigen, omdat eiser weer arbeidsgeschikt werd geacht voor zijn eigen werk. Eiser ging hiertegen in bezwaar, maar het UWV handhaafde zijn besluit. Eiser diende vervolgens een beroepschrift in, dat op 14 november 2023 door de rechtbank werd behandeld.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht de ZW-uitkering heeft beëindigd. Eiser had eerder een WIA-beoordeling ondergaan, waarbij hij was afgewezen voor een uitkering. De rechtbank oordeelt dat er geen nieuwe medische feiten zijn aangevoerd die de eerdere beoordeling zouden ondermijnen. Eiser stelt dat de verzekeringsarts te weinig beperkingen heeft aangenomen, maar de rechtbank oordeelt dat de rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig zijn opgesteld en dat eiser niet heeft aangetoond dat hij meer beperkt is dan vastgesteld.
De rechtbank bevestigt dat eiser geschikt is voor de functies die bij de WIA-beoordeling zijn geselecteerd, en dat hij daarom geen recht meer heeft op een ZW-uitkering. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.F. Vink en is openbaar uitgesproken op 1 december 2023.