Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
- niet valt in te zien waarom erflater voor het geval hij na erflaatster zou komen te overlijden geen voorziening zou treffen, zeker gelet op wat erflater tijdens leven aan derden kenbaar heeft gemaakt;
- erflater door de notaris niet gewezen is op de lacune in het testament;
- ten tijde van testeren door erflater, op 9 maart 2012, alle kleinkinderen al geboren waren;
- erflater en erflaatster ten tijde van testeren al bijna vijftig jaar getrouwd waren.
- bankafschriften van de periode 14 november 2019 tot en met 12 februari 2024 waaruit volgt dat een totaalbedrag van € 1.443,00 is afgeschreven voor de verzekering van de oldtimers;
- bankafschriften van de periode 31 december 2019 tot en met 13 februari 2024 waaruit volgt dat een totaalbedrag van € 1.161,54 is afgeschreven voor de hypotheek;
- bankafschriften van de periode 5 maart 2020 tot en met 13 februari 2024 waaruit volgt dat een totaalbedrag van € 3.372,74 is afgeschreven voor energie;
- bankafschriften van de periode 31 juli 2023 tot en met 13 februari 2024 waaruit volgt dat een totaalbedrag van € 153,00 is afgeschreven voor water;
- een overzicht met een e-mail van de opstal- en inboedelverzekeraar waaruit volgt dat een totaalbedrag van € 2.154,18 is afgeschreven voor de inboedelverzekering (€ 619,94) en de opstalverzekering (€ 1.534,24).
- de hypothecaire schuld aan de Regiobank van € 48.100,70;
- een schuld aan partijen van elk € 72.006,11 vanwege hun erfdelen in de nalatenschap van erflaatster.
- de grootvaderklok;
- de Banjo barometer;
- vier maal rood Boheems glas;
- de patafoon in de eiken kast;
- het schilderij ‘oude boerenwoning’ van grootouders;
- de vitrinekast met verzameling speelgoedauto’s in de keuken;
- een RAF embleem.
- partijen over en weer hun medewerking moeten verlenen aan het verkrijgen van de bijbehorende autopapieren;
- partijen de voertuigen binnen een termijn van vier weken na dagtekening van dit vonnis verwijderen van het perceel waarop de woning gesitueerd is;
- wanneer één van de partijen binnen een termijn van zes jaar na dagtekening van dit vonnis één of meer van de toegedeelde voertuigen aan een derde wil verkopen, het betreffende voertuig eerst voor een marktconforme prijs aan de andere partij wordt aangeboden. Wanneer partijen het samen niet eens worden over het antwoord op de vraag of de prijs marktconform is, zullen zij het betreffende voertuig op gezamenlijke kosten door een onafhankelijke deskundige laten taxeren. Deze taxateur zal de waarde van het voertuig bindend vaststellen.