ECLI:NL:RBOBR:2025:2889

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 mei 2025
Publicatiedatum
20 mei 2025
Zaaknummer
C/01/399292 / HA ZA 23-776
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door Meat Plus B.V. tegen Rabobank na beperking van betalingsverkeer

In deze civiele zaak vordert Meat Plus B.V. een schadevergoeding van € 450.000 van Rabobank, naar aanleiding van een artikel in NRC waarin Meat Plus en haar bestuurder worden genoemd in verband met de handel in vleesproducten met mogelijk op een Amerikaanse sanctielijst staande partijen. Rabobank heeft daarop het gebruik van de betaalrekening van Meat Plus beperkt. Na een kort geding in augustus 2022 is Rabobank weer overgegaan tot het faciliteren van het betalingsverkeer. Meat Plus stelt schade te hebben geleden door het handelen van Rabobank en vordert vergoeding. De rechtbank wijst de vordering af, omdat Meat Plus niet heeft aangetoond dat Rabobank tekort is geschoten in haar zorgplicht. De rechtbank oordeelt dat Meat Plus zelf voldoende deskundig was in haar handelspraktijken en dat Rabobank niet onterecht heeft gehandeld door het betalingsverkeer te beperken. De rechtbank wijst ook de gevorderde proceskosten af, waardoor Meat Plus in het ongelijk wordt gesteld en de kosten van de procedure moet vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/399292 / HA ZA 23-776
Vonnis van 21 mei 2025
in de zaak van
MEAT PLUS B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
eisende partij,
hierna te noemen: Meat Plus,
advocaat: mr. M.A.M. Bannenberg,
tegen
COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
te Amsterdam,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Rabobank,
advocaat: mr. M.A.J.G. Janssen.

1.Inleiding en samenvatting

1.1.
In november 2021 is in NRC een artikel verschenen over de handel in vleesproducten met partijen in de republiek Congo in de periode 2010 - 2013 en de handel met personen en/of bedrijven die toen mogelijk op een Amerikaanse sanctielijst stonden. In dat artikel worden (onder meer) Meat Plus en haar bestuurder genoemd. Rabobank heeft daarna het gebruik door Meat Plus van haar betaalrekening beperkt. Na een kort geding is Rabobank in augustus 2022 weer het betalingsverkeer van Meat Plus gaan faciliteren.
1.2.
Meat Plus stelt dat zij schade heeft geleden als gevolg van het handelen van Rabobank en vordert een schadevergoeding van € 450.000,=.
1.3.
De rechtbank wijst deze vordering af en veroordeelt Meat Plus in de kosten van de procedure.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 16 november 2023, met producties 1 tot en met 22
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 13
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de akte van Meat Plus, met producties 25 tot en met 42
- de mondelinge behandeling van 20 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, waarbij de advocaten van partijen gebruik hebben gemaakt van spreekaantekeningen en waar Meat Plus heeft toegelicht dat zij geen producties 23 en 24 in het geding heeft gebracht.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Meat Plus is in 2002 opgericht door [A] (hierna: [A] ). [A] is sinds circa 1976 actief in de internationale handel in food- en vleesproducten. [A] bankiert sinds 1975 bij Rabobank. Meat Plus doet dat vanaf haar oprichting. [A] , en vanaf haar oprichting Meat Plus, deden zaken met afnemers in Afrika. Meat Plus kocht in bij leveranciers in de Europese Unie en de Verenigde Staten en verzorgde de levering aan afnemers in Afrika, waaronder de republiek Congo.
3.2.
Meat Plus en Rabobank spraken elkaar geregeld over bankzaken. Jaarlijks vond een onderhoudsgesprek plaats.
3.3.
In de periode 2002 - 2009 bestond de core business van Meat Plus voornamelijk uit
het inkopen van (ingeblikt) rundvlees en (ingevroren) kippenpoten om die goederen vervolgens te exporteren naar Afrika. Medio 2010 kwam daar verandering in. [A] vertelde aan Rabobank dat hij voornemens was de activiteiten van Meat Plus uit te breiden en verder te intensiveren. Hij had daarbij de verwachting dat de intensivering zou leiden tot een verdrievoudiging, of zelfs vervijfvoudiging van de omzet van Meat Plus.
3.4.
Meat Plus realiseerde over de jaren 2009 tot en met 2013 een totale omzet van afgerond 314 miljoen euro.
3.5.
Meat Plus ondertekende meermaals een verklaring over de producten en de landen waarin zij zaken deed en verstrekte die aan Rabobank. Dergelijke verklaringen worden door Rabobank aangeduid als 'sanctiebrieven'. In een verklaring van 12 september 2023, waarin “R.D.C.”, Congo, als een van die landen staat genoemd, schrijft Rabobank onder meer:
“Jaarlijks beoordelen wij dit op basis van het sanctiebeleid risicovolle landen.
De Rabobank houdt zich aan de wettelijke richtlijnen met betrekking tot het sanctiebeleid. Bij vergaande sancties van zowel de EU als de VS kan de Rabobank besluiten tot aanvullende interne regelgeving, die strikter is dan wetgeving. Dat kan betekenen dat de Rabobank het zaken doen met dat land, zowel direct als indirect niet meer faciliteert.”
3.6.
In de jaren 2009 - 2013 heeft Meat Plus één keer een specifieke vraag van Rabobank ontvangen inzake een transactie. In een e-mail van 21 november 2012 met als onderwerp “swift bericht” schrijft Rabobank:
“Met betrekking tot deze betaling, loopt er bij Rabobank Nederland een reclame, met de volgende opmerking van de buitenlandse bank:
AMOUNT 1,000,000.00/USD IS BEING HELD
DUE TO POSSIBLE OFAC ENTITY. PLEASE PROVIDE A
DETAILED EXPLANATION OF PAYMENT, ALL VESSELS
INVOLVED IN TRANSACTION INCLUDING FULL NAME,
OWNERSHIP, FLAG AND IMO NUMBER. THANK YOU.
Graag uw reactie hierop, zodat ik dit kan aanvullen”
3.7.
Het in deze e-mail genoemde 'OFAC' is het 'Office of Foreign Assets Control', onderdeel van Treasury, het ministerie van Financiën van de VS, dat de sanctielijsten van de Verenigde Staten beheert.
3.8.
Meat Plus heeft Rabobank de gevraagde informatie verstrekt, waarna de betreffende betaling alsnog is uitgevoerd.
3.9.
Medio 2014 informeerde [A] dat hij de activiteiten van Meat Plus zou afbouwen en weer op een 'lager pitje' ging zetten. De omzet van Meat Plus keerde in 2014 vervolgens weer terug naar het niveau van 2009 en daarvoor, van tussen de circa twee en vier miljoen euro.
3.10.
In NRC van 23 november 2021 (online editie) en 24 november 2021 (papieren editie) is een artikel verschenen met als titel: "Hoe Brabantse vleeshandelaren miljoenen cash uit Congo ontvingen". Dit artikel beslaat de periode 2009 - 2013 en daarin worden Meat Plus en [A] opgevoerd als leverancier van kip aan bedrijven die mogelijk gelieerd zijn aan [B] , door NRC beschreven als:
“ [nationaliteit] zakenman met voedsel- en grondstoffenimperium in Afrika. In 2009 veroordeeld in [land] wegens facturenzwendel. Staat sinds 2009 op de Amerikaanse sanctielijst (...)”
3.11.
Het artikel is een vervolg op een eerder artikel over de 'Congo Hold-Up', een datalek waardoor journalisten en ngo’s uit achttien landen meer dan 3,5 miljoen interne documenten van de Congolese Bank BGFI hebben kunnen onderzoeken. Op basis van die interne documenten en eigen onderzoek schrijft NRC in het artikel onder meer:
“De dollars komen in hoog tempo binnen bij de plaatselijke Rabobank aan de Helftheuvelweg in Den Bosch. Ze stromen vanuit drie Congolese bedrijven via Malta en daarna New York naar de bankrekening van de eigenaar van Meat Plus BV, [A] . (...) Zeker 50 miljoen dollar betalen de drie Congolese bedrijven aan Conrado tussen 2011 en 2013, (...)
Op 31 mei 2011, vlak na de lunch, krijgt een medewerker van BGFI Congo een e-mail van zijn collega bij BGFI in Parijs. De Franse tak heeft rare betalingsopdrachten gezien tussen het Congolese Atlantic Trading Company en een Libanees bedrijf met een Zwitserse rekening en 'offshore' in de naam. (...)
En de Fransen blokkeren een aantal transacties van Atlantic Trading, onder meer met het Nederlandse Meat Plus. De paniek groeit bij de Congolese bank, als twee maanden later de Maltese FIM Bank en de Commerzbank in Frankfurt óók vragen beginnen te stellen over geldstromen vanaf de bedrijven van [B] . Twaalf transacties zijn verdacht, waaronder wéér betalingen aan Meat Plus; of BGFI Congo ze kan toelichten?
Dat mislukt wederom. Meer verzoeken van buitenlandse compliance afdelingen van banken in het internationale betalingsverkeer volgen, meer transacties worden geblokkeerd.
Maar de Congolese bank houdt zijn klanten de hand boven het hoofd. Als een Maltese bank in 2011 om een onderliggende factuur van Meat Plus vraagt, stuurt de Congolese bank er één van maanden eerder, met een totaal ander bedrag. Rabobank, dat van elke geblokkeerde overboeking een melding krijgt, grijpt ook niet in. (...)
Het bijzondere is: ondanks al deze waarschuwingen en tijdelijke blokkeringen worden de meeste van deze dubieuze betalingen uiteindelijk gewoon uitgevoerd door internationale banken als Commerzbank en Deutsche Bank. En werden ze, ondanks vertragingen en waarschuwingssignalen, zonder problemen geaccepteerd door Rabobank en ABN Amro.”
3.12.
Het artikel gaat niet alleen over Meat Plus. Ook andere (Nederlandse) vleeshandelaren komen aan bod. Het artikel vermeldt verder:
“Zo tonen de bankdocumenten, aangevuld met interne documenten van Nederlandse vleeshandelaren, rechtbankvonnissen en gesprekken met betrokkenen, hoezeer de Nederlandse vleessector zonder enige scrupules te werk gaat in het Afrikaanse land. Internationale sancties, veroordelingen voor zwendel, kartelvorming en prijsopdrijving in één van de armste landen ter wereld – het maakt Brabantse vleeshandelaren allemaal niks uit.”
3.13.
NRC heeft voor het artikel ook met [A] gesproken. In het artikel staat onder meer:
“In de jaren tachtig stapte hij in Portugal in de vleeshandel, vertelt hij, toen er nog dikke subsidie op vleesexport zat. Algauw komen er sterke verhalen. Over vijftig stieren op transport die hij stiekem inruilde voor vijftig verzwakte vaarsen. Over hoe hij in het paardenvleesschandaal belandde. („Er stond ineens een Portugese filmploeg op de stoep.") Hoe hij de stempels voor 'biologisch' en 'halal' gewoon op kantoor had staan. („Bam! Dan heb je biologisch vlees. Bam! Halal.") En hoe hij ooit een lading ingevroren vlees van 22 jaar oud - hij grinnikt erbij - na een test gewoon heeft verwerkt. Maar dat was allemaal vroeger hè. Nu is het anders.
(...)
Hij bladert wat door zijn ordners. „Ik deed gewoon zaken met Congo Futur, hoor" - het bedrijf dat op de sanctielijst staat. Zijn vinger gaat langs facturen: Ovlas, ook op de sanctielijst. En de gelieerde bedrijven General Trade Company, Leaders of Supply and Products, Congo Stars for Commerce. „Eigenlijk was Angola mijn grootste afzetmarkt. Dat deed ik allemaal via de Banco Bic" - de Portugese bank van de in opspraak geraakte Angolese zakenvrouw [C] . En Hezbollah? „ [B] zei tegen mij: [A] , ze beschuldigen mij van Hezbollah, maar iedereen in Libanon is betrokken bij Hezbollah! Hezbollah bouwt ook scholen en ziekenhuizen. Voor hen is dat het Leger des Heils.
(…)
En de sancties? Nee. Vragen van de Rabobank over de omvang en frequentie van de transacties, over de geblokkeerde overboekingen, over de identiteit van zijn klanten, over OFAC, kreeg hij al de jaren niet. "Ik ben nooit één keer gebeld hierover.”
3.14.
Het artikel geeft ook de reactie van Rabobank weer:
“Rabobank zegt dat „de beschreven signalen” van NRC „moeten leiden tot nader onderzoek”. De bank zal in algemene zin ook niet schromen achteraf op te treden, zegt zij. „Ook als actuele berichtgeving daar aanleiding toe geeft en de bank had moeten acteren, zal Rabobank daarnaar handelen.” Rabobank zegt dat zij geen informatie meer heeft over de beschreven transacties, want volgens de bank mogen die data maximaal zeven jaar bewaard worden „conform de privacywetgeving”. Daarnaast doet de bank geen uitspraken over individuele klanten. In algemene zin stelt zij dat „adequate uitwisseling van relevante gegevens over ongebruikelijke transacties tussen banken en opsporingsorganisaties, zeker als het grensoverschrijdend is, nog niet tot volle wasdom is gekomen”.”
3.15.
Op 24 november 2021 heeft een Teams-gesprek plaatsgevonden tussen Rabobank en [A] , aan de hand van een door Rabobank toegestuurde agenda. Op dezelfde dag heeft Rabobank een mail gestuurd met daarin onder meer het volgende:
“Wij hebben u aangegeven dat, om de bancaire relatie te kunnen continueren, er op basis van wetgeving sprake moet zijn van een cliëntenonderzoek dat succesvol is afgerond. Daarvoor is noodzakelijk dat de bank zich er voldoende van heeft vergewist dat er geen ongeoorloofde transactiestromen zijn die te relateren zijn aan witwassen, terrorismefinanciering en/of sanctieschendingen. Verder is daarbij vanzelfsprekend van belang dat u de bank juist en adequaat heeft geïnformeerd. Zoals tijdens ons gesprek opgemerkt, begrijpen wij niet waarom u tegenover NRC wel uitspraken heeft gedaan over de Rabobank, maar Rabobank hier zelf niet over heeft geïnformeerd.
Zoals met u besproken leidt het voorgaande tot de voorlopige conclusie dat Rabobank op basis van hetgeen thans bekend is onvoldoende comfort heeft dat het cliëntenonderzoek succesvol zal kunnen worden afgerond en dat het gevolg hiervan is dat de bank de relatie dan op basis van de toepasselijke wet- en regelgeving dient te beëindigen.”
3.16.
Op 25 november 2021 heeft een nieuw gesprek plaatsgevonden tussen Rabobank en Meat Plus. Rabobank heeft dat gesprek bevestigd in een e-mail aan [A] van dezelfde datum:
“Wij hebben met u het volgende besproken:
a. U stuurt ons per e-mail:
i. Een kopie van het dossier van de deal uit november 2013. Toelichting: het gaat om de transactie waarbij voor USD 5.236.953.13 bij Grove Services werd ingekocht en verscheept naar Africa met de m/v Kyknos.
ii. Een lijst van alle zakenpartners vanaf 2010 met daarbij de lijst van vertegenwoordigers en/of agenten en betrokken banken, met daaraan toegevoegd een afgeronde indicatie van de transactievolumes per jaar alsmede een toelichting van de goederen die geleverd zijn;
iii. Alle jaarrekeningen vanaf 2010 toesturen;
b. U gaat z.s.m. een advocaat inschakelen om u te begeleiden in onderstaande stappen naar NRC en FIOD;
c. Met behulp van uw advocaat gaat u NRC aanspreken en rectificatie eisen, zo nodig via de rechter, aangezien u aangaf dat door de inhoud van de NRC publicaties uw goede naam onterecht is beschadigd;
d. In overleg met uw advocaat benadert u de FIOD zelf om hen te vragen een onderzoek in te stellen. U gaf aan dit zelf graag te willen om uw naam te zuiveren. Dit aanbod aan ons, dat wij hebben geaccepteerd, is voor ons een belangrijk element aangezien u zo aangeeft ook maximaal transparant te willen zijn naar opsporingsinstanties;
e. Als u hierin berust is wat NRC schrijft voor ons de werkelijkheid en zal de relatie met Rabobank beëindigd moeten worden. Indien de rectificatie niet alle elementen bevat die uw goede naam raken geldt hetzelfde;
f. Er zal geen handel in voedsel meer over de Meat Plus rekening plaatsvinden (ook niet over de privé rekening). Verder zullen er ook geen internationale zakelijke transacties meer worden uitgevoerd over de rekening. Gewone lasten (bijv, gas, water en licht) moeten natuurlijk betaald kunnen worden. Reguliere transacties gerelateerd aan het huidige NL vastgoed kunnen wel doorgaan;
g. U verstrekt ons uiterlijk 3 december aanstaande documentatie waaruit blijkt dat u uw deel van de afspraken volledig heeft ingevuld. Wij willen graag op de hoogte worden gehouden van de voortgang van de stappen die u neemt."
3.17.
Meat Plus heeft de gevraagde informatie toegezonden. Haar advocaat heeft de FIOD uitgenodigd onderzoek te doen en NRC gevraagd te rectificeren. NRC was daartoe niet bereid, maar wilde wel een interview doen met [A] . Dat interview is geplaatst in NRC van 3 maart 2022. Daarin staat onder meer:
“In Congo betaalden consumenten allemaal in cash. De afnemers moesten dat bij de bank omwisselen in nationale valuta om hun leveranciers te betalen. De banken hadden niet veel internationale valuta beschikbaar. Telkens als ze wat bij elkaar hadden, deden ze een deelbetaling. Ik ontving die betalingen op mijn rekening, maar daar stond niet bij van welke banken die kwamen. De banken die u noemt, ken ik niet, en ik weet ook niets van blokkades van betalingen aan mij.
(…)
Ik had in het artikel gezegd dat de bank mij al die jaren nooit heeft gebeld. Dat is wel zo, maar ik moest wel regelmatig schriftelijk controlevragen beantwoorden. Daar kreeg ik geen vragen over.
(…)
Wordt u overtreding van de sanctiewetgeving verweten? "Ja, het zal vast ook iets met die sancties te maken hebben. Ik wist wel dat [B] problemen had in Amerika. Maar de bedrijven waar ik zaken mee deed, stonden zelf niet op de sanctielijst. En [B] staat dan wel op een Amerikaanse sanctielijst, hij staat niét op een Europese lijst. Als ik uit Congo geld krijg voor kip die ik vanuit Nederland verstuur, waarom heb ik dan last van Amerikaanse sancties? Ik wíst dat niet eens."
3.18.
Na het tweede interview met NRC hebben Meat Plus en Rabobank verschillende malen overleg gepleegd. Per e-mail van 26 april 2022 heeft Rabobank formeel haar definitieve standpunt aan Meat Plus medegedeeld, inhoudend dat zij “internationale zakelijke transacties en transacties gerelateerd met voedsel (waaronder vlees)' niet faciliteert op de Rabobankrekening van Meat Plus.
3.19.
Meat Plus heeft Rabobank daarna in kort geding gedagvaard voor de voorzieningenrechter in deze rechtbank. Bij vonnis van 8 augustus 2022 is Rabobank veroordeeld om Meat Plus vanaf twee werkdagen na betekening van het vonnis het betalingsverkeer van Meat Plus op haar Rabobankrekening te faciliteren en te blijven
faciliteren, een en ander op de wijze zoals de Rabobank dat deed voordat zij op 25 november 2021 de (voorlopige) beheersmaatregel heeft opgelegd. Sindsdien maakt
Meat Plus op dezelfde wijze als voorheen gebruik van haar betaalrekeningen bij de Rabobank.

4.Het geschil

4.1.
Meat Plus vordert - samengevat - veroordeling van de Rabobank tot betaling van € 450.000,=, vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
Rabobank voert verweer. Rabobank concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Meat Plus, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Meat Plus, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Meat Plus in de kosten van deze procedure.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Tekortkomingen
5.1.
In de kern stelt Meat Plus dat Rabobank op vijf punten wanprestatie heeft gepleegd. Zij verwijt Rabobank de volgende vijf tekortkomingen:
1. Rabobank heeft niet goed geadviseerd in de periode 2010 - 2013
2. Rabobank heeft verkeerd gereageerd op het artikel in NRC
3. Rabobank heeft direct na het artikel het gebruik van de rekening op 25 november 2021 beperkt, en vervolgens
4. die beperking gehandhaafd waarna zij die
5. op 25 april 2022 definitief heeft gemaakt.

1.Niet goed geadviseerd in de periode 2010-2013

5.2.
Meat Plus heeft ter onderbouwing van haar stelling dat Rabobank toerekenbaar tekortgeschoten is, omdat zij Meat Plus niet goed heeft geadviseerd in de periode 2010 - 2013, allereerst gewezen op artikel 2 van de toepasselijke Rabobank Algemene Bankvoorwaarden 2017 waarin een zorgplicht staat omschreven:
“Artikel 2 - Zorgplicht
Wij hebben een zorgplicht. U bent ook zorgvuldig tegenover ons en u mag van onze dienstverlening geen misbruik maken.
1. Wij zijn bij onze dienstverlening zorgvuldig en houden hierbij zo goed mogelijk rekening met uw belangen. Dit doen wij op een manier die aansluit bij de aard van de dienstverlening. Deze belangrijke regel geldt altijd. Andere regels in de ABV of in de voor producten of diensten geldende overeenkomsten en de daarbij behorende
bijzondere voorwaarden kunnen die niet veranderen. [...]
2. U bent zorgvuldig tegenover ons en houdt zo goed mogelijk rekening met onze belangen. U werkt eraan mee dat wij onze dienstverlening correct kunnen uitvoeren en aan onze verplichtingen kunnen voldoen. Hiermee bedoelen wij niet alleen onze verplichtingen tegenover u, maar bijvoorbeeld ook verplichtingen die wij in verband met onze dienstverlening aan u hebben tegenover toezichthouders of fiscale of andere (nationale, internationale of supranationale) autoriteiten.
U geeft ons, als wij daarom vragen, de informatie en documentatie die wij daarvoor nodig hebben. Als het u duidelijk moet zijn dat wij die informatie of documentatie nodig hebben, geeft u die uit uzelf.”
5.3.
Zij wijst voorts op een conclusie van AG Assink van 18 september 2020, ECLI:NL:PHR:2020:810 waarin wordt gewezen op vaste rechtspraak van de Hoge Raad op grond waarvan op een bank als professionele en deskundige dienstverlener een bijzondere zorgplicht rust. Die zorgplicht kan onder meer een onderzoeks- en/of waarschuwingsplicht behelzen. De bijzondere zorgplicht strekt mede ter bescherming van de cliënt tegen het gevaar van een gebrek aan kunde en inzicht of van eigen lichtvaardigheid van de cliënt. De omvang van deze zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij zijn onder meer relevant de aard van de dienstverlening, de mate van deskundigheid en relevante ervaringen van de cliënt, zijn inkomens- en vermogenspositie, en de ingewikkeldheid van het financieel product of de financiële dienst en de daaraan verbonden risico’s. Uit rechtspraak van de Hoge Raad blijkt voorts dat de privaatrechtelijke (bijzondere) zorgplicht - niet alleen mede wordt ingevuld door, maar ook - verder kan reiken dan de gedragsregels die in publiekrechtelijke wet- en regelgeving zijn neergelegd, aldus Meat Plus.
5.4.
Ten slotte wijst Meat Plus erop dat Rabobank tegenover haar toezichthouder De Nederlandse Bank verplichtingen heeft, die onder meer zijn neergelegd in de “Leidraad Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme) en Sw (Sanctiewet), versie december 2020', op grond waarvan, kort gezegd, een bank maatregelen moet treffen om te controleren of relaties van de instelling voorkomen op één of
meerdere sanctielijsten (zoals de EU besluiten en/of Verordeningen, besluiten van de
minister van Buitenlandse Zaken op basis van de Sanctieregeling Terrorisme 2007-11 - ook wel de 'Nationale Terrorismelijst' genaamd - of VN Veiligheidsraad Resoluties).
5.5.
Volgens Meat Plus is Rabobank tekort geschoten op het terrein waarop zij bij uitstek deskundig was: de documentatie en financiële afwikkeling van de soort internationale transacties die Meat Plus in deze jaren verrichtte. Dat Rabobank bij uitstek deskundig was ten aanzien van de geografie en de producten waar Meat Plus in handelde blijkt uit het feit dat zij zich in deze periode profileerde als 'Leading food and agri bank at international level', 'African partner banks' had, een speciale 'Flying Desk' had opgezet 'supporting customers doing business in Africa' en in haar sanctiebrieven aangaf dat zij
het sanctiebeleid risicovolle landen jaarlijks beoordeelde. Ondanks haar deskundigheid en ondanks dat er volgens het artikel in NRC waarschuwingssignalen waren (geblokkeerde transacties, vgl hiervoor onder 3.11) heeft Rabobank aan Meat Plus op geen enkele manier advies verstrekt en/of haar gewaarschuwd inzake de financiële afhandeling van de transacties die zij deed met partijen in Afrika. Rabobank had haar moeten waarschuwen voor de gevolgen die de financiële afwikkeling, ook van legale transacties, kunnen hebben en had Meat Plus moeten adviseren inzake de met die transacties samenhangende documentatie en betaalstromen, zodat eventuele vragen daarover later snel, eenvoudig en adequaat beantwoord zouden kunnen worden.
5.6.
Rabobank vindt, samengevat, dat Meat Plus de gestelde tekortkoming onvoldoende heeft onderbouwd. Zij betwist dat Meat Plus een gebrek aan kunde en inzicht had, of dat Meat Plus te lichtvaardig de betreffende internationale (handels)transacties aanging. In zoverre strekt de zorgplicht dan ook niet ertoe Meat Plus te 'beschermen': [A] was gepokt en gemazeld en had tientallen jaren ervaring op het gebied van internationale handel in food- en vleesproducten en (financiële) transacties in dat kader. [A]
en Meat Plus waren zich daarnaast volledig bewust van het speelveld waarin
zij opereerden en van de (ondernemers)risico's verbonden aan hun corebusiness: internationale transacties op het gebied van food- en vleesproducten, aldus Rabobank.
Rabobank stelt verder dat ze Meat Plus heeft gewaarschuwd en erop gewezen dat het de verplichting van Meat Plus was te voldoen aan wet- en regelgeving op het gebeid van sancties.
5.7.
De rechtbank stelt bij de beoordeling van de stelling dat Rabobank toerekenbaar tekort is geschoten omdat zij Meat Plus niet goed heeft geadviseerd in de periode 2010 – 2013 (waarvan de stelplicht en de bewijslast op Meat Plus rust) voorop dat Meat Plus zelf bij uitstek deskundig was op het gebied van de internationale (vlees)handel en de mores kende van de Afrikaanse markt waarop zij zich bewoog. Zij wist ook – vanwege de “sanctiebrieven” die zij kreeg en de controlevragen die zij moest beantwoorden - dat Rabobank in verband met de sanctiewetgeving op de hoogte wilde zijn van de landen waarin zij zaken deed. De rechtbank vindt dat Meat Plus in het kader van de door haar gestelde tekortkoming niet kon volstaan met een enkele verwijzing naar de contractuele en bijzondere zorgplicht van Rabobank en de verplichtingen die zij naar haar toezichthouder DNB heeft. Zij heeft niet concreet gemaakt wat Rabobank in de betreffende periode had moeten doen wat zij niet gedaan heeft. Dat in de betreffende periode op Rabobank de verplichting rustte om individuele handelstransacties of -contacten van Meat Plus te controleren, stelt Meat Plus niet en blijkt overigens ook niet. Bovendien zou – als dat wel het geval zou zijn – schending van zo’n verplichting tot niets hebben geleid, omdat Meat Plus zelf stelt dat de transacties die zij in de betreffende periode heeft verricht, niet hebben plaatsgevonden met partijen die op een Amerikaanse, Europese of enige andere sanctielijst stonden en legaal waren [1] . Niet valt in te zien op welke wijze Meat Plus dan schade heeft geleden doordat Rabobank individuele handelstransacties of – contacten niet zou hebben gecontroleerd. Meat Plus miskent verder dat haar eigen administratie op orde was en zij – kennelijk de enige keer dat zij informatie moest geven over een geblokkeerde betaling – in staat was die vrijwel ogenblikkelijk beschikbaar te stellen. Ook jaren later, na het verschijnen van het eerste artikel in NRC, was zij immers nog in staat om op korte termijn transacties toe te lichten.
5.8.
De conclusie is dan dat de rechtbank Meat Plus niet volgt in haar betoog dat er op dit punt sprake is van een wanprestatie van Rabobank. Bij die stand van zaken behoeven de verweren van Rabobank dat Meat Plus haar klachtplicht heeft geschonden en haar rechtsvordering verjaard is, geen verdere bespreking.

2.Rabobank heeft verkeerd gereageerd op het artikel in NRC

5.9.
Meat Plus verwijt Rabobank dat haar reactie zoals die bij het artikel is geplaatst
negatief was jegens haar in plaats van neutraal of licht positief, zoals de reactie van ABN
AMRO. Rabobank heeft gezegd dat 'de beschreven signalen' van NRC 'moeten leiden tot nader onderzoek' en dat zij niet zal 'schromen om achteraf op te treden'. Al deze uitingen zijn volgens Meat Plus negatief, wat versterkt wordt door de verwijzing door Rabobank naar 'ongebruikelijke transacties', een duidelijke verwijzing naar de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties, een voorloper van de Wwft. Die reactie geldt daarom als een tekortkoming, aldus Meat Plus.
5.10.
De rechtbank kan hier kort zijn: anders dan Meat Plus beschouwt zij de reactie van Rabobank niet negatief jegens Meat Plus. Naar haar oordeel is het een algemene, neutrale reactie op het artikel dat een brede strekking had en waarin ook andere partijen dan Meat Plus of [A] werden genoemd. Rabobank heeft daarbij bovendien benadrukt dat zij geen uitspraken doet over individuele klanten, en dus ook niet over Meat Plus.
Ook hier ziet de rechtbank dus geen tekortkoming van Rabobank in.

3.Het opleggen

4.
Handhaven en
5.
Definitief maken van een beheersmaatregel
5.11.
De rechtbank bespreekt deze punten gezamenlijk.
5.12.
Meat Plus wijst erop dat Rabobank het gebruik van haar bankrekening op 25 november 2021 direct volledig heeft geblokkeerd voor internationale foodtransacties. Meat Plus stelt dat daarvoor geen reden bestond omdat de in NRC beschreven transacties dateerden van ruim negen jaar eerder en Rabobank daar destijds volledig van op de hoogte was. Ook was daarvoor geen reden omdat [A] al circa 40 jaar en Meat Plus al sedert circa 20 jaar een probleemloze relatie waren van Rabobank. Rabobank had daarom eerst onderzoek moeten plegen zonder het gebruik van de rekening direct te beperken.
5.13.
Rabobank ziet het anders.
5.13.1.
Zij voert aan dat zij via het artikel in NRC ermee bekend raakte dat Meat Plus:
  • mogelijk sanctiewetgeving overtrad of althans het wat dat betreft niet al te nauw nam;
  • mogelijk betrokken was bij op grote schaal witwassen van contant geld dat werd gestort bij een bank in Congo (lees: dat er aan de transacties via Rabobank feiten vooraf gingen waarmee Rabobank juist niet bekend was);
  • meerdere malen afnemers had benadeeld door niet de overeengekomen kwaliteit vlees te leveren (waarbij de betreffende afnemers bewust in de waan werden gelaten dat wel de juiste producten geleverd werden).
5.13.2.
Rabobank meent dat deze signalen, die mede tot stand zijn gekomen op basis van
de eigen uitlatingen van Meat Plus, voldoende reden waren om het rekeninggebruik van Meat Plus (in ieder geval tijdelijk) te beperken.
5.13.3.
Rabobank doet daarbij allereerst een beroep op artikel 17 lid 3 van haar toepasselijke Algemene Bank Voorwaarden (ABV):
“Opdrachten die niet aan onze regels voldoen, hoeven wij niet uit te voeren. Wij kunnen de uitvoering dan weigeren of uitstellen. Wij stellen u daarvan op de hoogte.
In bijzondere gevallen mogen wij een opdracht of gevraagde dienst weigeren, ook al is aan alle eisen voldaan.
Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan het geval dat wij een vermoeden van misbruik hebben.”
5.13.4.
Het artikel in NRC kwalificeert wat Rabobank betreft als een bijzonder geval dat het weigeren van diensten (betalingsverkeer gerelateerd aan voedseltransacties) rechtvaardigt.
5.13.5.
Rabobank stelt dat zij verder nog een opschortingsrecht heeft op basis waarvan zij het rekeninggebruik (tijdelijk) kan beperken. Zij verwijst daarbij naar hoofdstuk 7, artikel 9 van haar toepasselijke AV RC 2020 (Algemene Voorwaarden Rekening Courant) waarin het volgende te lezen is:
“Wij mogen de nakoming van onze verbintenissen aan u opschorten. Dit mogen wij als de wet dat toestaat of in bijzondere gevallen. Wij bepalen of een bijzonder geval zich voordoet. Voorbeelden van bijzondere gevallen zijn:
(...)
* bij dreigende omstandigheden, zoals mogelijke sancties van een land.
Als gevolg van onze opschorting mag u bijvoorbeeld geen gebruik meer maken van de rekening.
Een opschorting duurt zolang dit naar het oordeel van Rabobank nodig is."
5.13.6.
Volgens Rabobank kwalificeert de 'bad press' over Meat Plus (in het algemeen) als een ‘bijzonder geval’ als hier bedoeld en valt dat bovendien onder het specifiek als voorbeeld genoemde bijzondere geval van 'dreigende omstandigheden'. Rabobank stelt verder dat zij wel degelijk onderzoek had gedaan op het moment dat zij het rekeninggebruik beperkte. Rabobank had zowel op 24 november 2021 (online) als op 25 november 2021 (bij Meat Plus op kantoor) met Meat Plus gesproken. Pas daarna, in de middag van 25 november 2021, beperkte Rabobank het rekeninggebruik. Meat Plus kon de negatieve signalen (en de daarmee gepaard gaande risico's voor Rabobank) tijdens die besprekingen niet wegnemen.
5.14.
De rechtbank overweegt als volgt.
5.14.1.
Aan Rabobank kan worden toegegeven dat haar algemene voorwaarden haar ruimte geven om naar eigen inzicht te handelen. De rechten en verplichtingen van partijen ten opzichte van elkaar worden echter niet alleen bepaald door wat zij uitdrukkelijk zijn overeengekomen, maar ook door de redelijkheid en billijkheid die hun rechtsverhouding beheerst. Op grond daarvan moet Rabobank haar gedrag mede laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van Meat Plus.
5.14.2.
De redenen die Rabobank geeft voor het treffen van de beheersmaatregel moeten, haar stellingen volgend, vooral worden gezocht in het eerste NRC artikel. Daarin wordt een periode beschreven die zich acht tot twaalf jaar voor het verschijnen van dat artikel afspeelt. Een periode bovendien, waarover [A] in datzelfde artikel zegt “maar dat was allemaal vroeger hè” en “nu is het anders”. Rabobank heeft Meat Plus vrijwel direct na het verschijnen van het artikel een 'Agenda en vragen bijeenkomst 24 november 2021 via Teams' van 30 pagina’s gestuurd, met daarin onder andere vragen naar allerlei concrete transacties uit het verleden. Daarover heeft op 24 november 2021 in de ochtend al een Teams-gesprek met Meat Plus plaatsgevonden. Rabobank heeft niet toegelicht waarom door de inhoud van dat gesprek de bij haar bestaande “negatieve signalen niet waren weggenomen” en heeft evenmin toegelicht waarom zij op basis van dat gesprek al tot de voorlopige conclusie kwam dat zij “onvoldoende comfort heeft dat het cliëntenonderzoek succesvol zal kunnen worden afgerond” en de relatie met Meat Plus moest beëindigen (vgl. hiervoor onder 3.15.). Dat er in dit gesprek actuele(re) informatie naar voren is gekomen die het comfort bij Rabobank hebben weggenomen, is in ieder geval niet gesteld of gebleken.
5.14.3.
In dat kader is – naast wat hiervoor in 5.14. is overwogen - ook van belang dat tussen Rabobank en Meat Plus op het moment van het treffen van de beheersmaatregel al bijna 20 jaar een bancaire relatie bestond en dat [A] als enige bestuurder al 40 jaar bankierde bij Rabobank. Rabobank kende de business van Meat Plus, wist dat Meat Plus zich bezig hield met internationale handel in voedsel, wist in welke landen Meat Plus opereerde, en had jarenlang, ook nadat zij wist dat er ten minste één keer een betaling was geblokkeerd (zie hiervoor onder 3.6.-3.8), kennelijk geen aanleiding gezien verdere vragen aan Meat Plus te stellen. Rabobank moet bovendien geweten hebben dat het niet langer uitvoeren van internationale zakelijke transacties over de rekening van Meat Plus de bedrijfsvoering van Meat Plus in het hart zou raken.
5.15.
Naar het oordeel van de rechtbank kon Rabobank onder die omstandigheden, waarbij bovendien uit niets gebleken is dat zij op dat moment het toeziend oog van een toezichthouder op haar gericht wist, niet op grond van haar algemene voorwaarden besluiten tot het beperken van het betalingsverkeer op de rekening van Meat Plus.
5.16.
Rabobank heeft daarna de beheersmaatregel gehandhaafd. Meat Plus heeft onweersproken gesteld dat zij in vervolg op het op 25 november 2021 gehouden gesprek alle door Rabobank in de hiervoor onder 3.16 weergegeven e-mail verzochte informatie heeft verstrekt. Rabobank heeft verder niet weersproken dat Meat Plus de FIOD heeft uitgenodigd om onderzoek bij haar te doen (op welk verzoek de FIOD niet heeft gereageerd) en zich heeft ingespannen om tot een rectificatie van het NRC-artikel te komen (waartoe NRC niet bereid bleek, waarna Meat Plus met instemming van Rabobank een interview gaf dat heeft geleid tot het tweede artikel in NRC). Ook hier geldt dat Rabobank niet heeft toegelicht in hoeverre de van Meat Plus verkregen informatie onvoldoende duidelijkheid bood en in hoeverre de door de overige Meat Plus gezette stappen niet naar tevredenheid werden gezet. Onder die omstandigheden boden de algemene voorwaarden geen basis voor het voortzetten van de beheersmaatregel, en ook niet voor het definitief opleggen daarvan. Rabobank heeft in algemene zin wel gesteld dat de
risk-appetitevan Meat Plus haar niet langer aanstond en dat zij onvoldoende comfort had in het voortzetten van de relatie met Meat Plus, maar legt niet uit op welke concrete mededelingen van Meat Plus zij dat baseert.
5.17.
Rabobank heeft ter rechtvaardiging van het handhaven en definitief opleggen van de beheersmaatregel nog gewezen op drie transacties uit 2021 die Meat Plus deed met partijen in Nigeria, maar die transacties zijn pas opgekomen ten tijde van het kort geding en kunnen dus niet ten grondslag hebben gelegen aan het opleggen van de beheersmaatregel. Bovendien hebben die transacties betrekking op andersoortige goederen (onder meer schoenen en keukeninventaris) en niets te maken met al dan niet dubieuze vleeshandel in Congo of met personen of bedrijven die op enige sanctielijst staan.
5.18.
De conclusie op grond van al het voorgaande is dan dat Rabobank ten onrechte een beroep op haar algemene voorwaarden heeft gedaan om de beheersmaatregel op te leggen. Daarmee schiet zij toerekenbaar tekort in de nakoming van de op haar in relatie tot Meat Plus voortvloeiende verplichtingen.
Schade
5.19.
Daarmee komt de rechtbank toe aan bespreking van de door Meat Plus gestelde schade. Concreet bestaat die volgens Meat Plus uit vier posten, die de rechtbank thans zal bespreken.

1.Reputatieschade

5.20.
Meat Plus voert aan dat haar leveranciers voorheen jarenlang kredietverzekeringen op haar konden afsluiten met een limiet van € 500.000 - € 600.000. Betaling aan leveranciers door haar kon aldus verzekerd worden tot die bedragen en dat faciliteerde het doen van zaken aanzienlijk. Sinds eind 2021 / 2022 bleken leveranciers geen kredietverzekeringen meer op Meat Plus te kunnen afsluiten. Meat Plus heeft geen opgave gekregen van de reden daarvoor. Daarin ligt volgens Meat Plus de kern van de onderhavige reputatieschade: schade waarvan betrokkene vaak niet eens op de hoogte is omdat partijen besluiten geen zaken (meer) te doen zonder dat aan betrokkene te melden, of geen reden of een gefingeerde reden opgeven waarom zij geen zaken (meer) willen doen. Meat Plus voorziet dat zij nog jarenlang nationaal en internationaal geconfronteerd zal worden met de onderhavige zaak, waarover ook in tal van buitenlandse landelijke kranten is geschreven, en de gevolgen daarvan omdat dat bij een eenvoudige zoekopdracht in Google of anderszins naar boven zal komen. Dat heeft mogelijk nadelige gevolgen voor haar bij het aangaan van
(notarieel vastgelegde) transacties, bij de verkoop van haar beleggingspand, etc. Voorts is zij hierdoor mogelijk in beeld gekomen bij de Amerikaanse autoriteiten waarvan bekend is dat hun arm ver en langdurig reikt. Meat Plus stelt dat zij van november 2021 - augustus 2022 verzoeken van klanten om te leveren af heeft moeten wijzen en daarbij wel moest melden dat dat was omdat de Rabobank dergelijke transacties niet toestond. Voorzienbaar is dat dit nog wel een tijd na zal ijlen en tot omzetverlies zal leiden. Ondanks dat Meat Plus sinds augustus 2022 actief communiceert dat de kwestie met de Rabobank is opgelost, blijven klanten daar vragen over stellen en valt het aantal transacties dat Meat Plus doet tegen: het blijkt voor haar heel moeilijk om transacties te doen, zonder dat zij een duidelijke indicatie van beoogde zakenpartners krijgt waarom zij geen transacties met haar willen doen. Volgens Meat Plus is de omvang van deze post moeilijk te begroten. Vooralsnog stelt zij die op € 75.000,=.
5.21.
Volgens Rabobank poneert Meat Plus op dit punt alleen maar blote stellingen en vordert zij schade deels dubbel. Gemiste omzet en problemen met de verkoop van haar kantoorpand vordert zij immers ook onder de hierna te bespreken schadeposten. Voor zover al sprake zou zijn van reputatieschade doordat leveranciers niet meer willen leveren, dan is die schade het gevolg van de uitlatingen van [A] in het NRC artikel. Dat
kwalificeert als eigen schuld in de zin van art. 6:101 BW en komt volledig voor rekening
van Meat Plus, aldus Rabobank.
5.22.
Naar het oordeel van de rechtbank zit de kern van deze gestelde (reputatie)schade in het artikel van NRC en niet in de beheersmaatregel van Rabobank. Voor de inhoud en totstandkoming van dat artikel is Rabobank niet verantwoordelijk, net zo min als Rabobank er iets aan kan doen dat Meat Plus of [A] op het internet opduiken in zoekresultaten en dan met het NRC-artikel (of daarop gebaseerde andere artikelen) in verbinding worden gebracht. Hiervoor is bovendien al overwogen dat de rechtbank de in het artikel weergegeven reactie van Rabobank als neutraal beoordeelt. Meat Plus onderbouwt ook niet waarom leveranciers geen kredietverzekeringen meer op haar kunnen afsluiten, of waarom zij zonder dergelijke verzekeringen geen zaken meer met haar willen doen. Dat – in het algemeen – ‘bad press’ niet bijdraagt aan succesvol zaken kunnen doen, staat wel vast. Dat Rabobank daarvan een verwijt valt te maken, echter niet. De stellingen van Meat Plus over gemiste omzet en problemen met haar kantoorpand bespreekt de rechtbank hierna. Nu verder iedere onderbouwing van de gestelde reputatieschade achterwege is gebleven, wijst de rechtbank deze schadepost af.

2.Misgelopen verkoop van haar kantoorpand

5.23.
Uiterst verkort weergegeven stelt Meat Plus dat zij bezig was haar kantoorpand te verkopen aan Certitudo Capital (hierna: Certitudo), die echter aangaf “vanwege het gezeik van Meat Plus met Rabobank” af te zien van de transactie. Meat Plus begroot haar schade in dit verband op € 126.000,=
5.24.
De rechtbank wijst ook deze schadepost af, reeds omdat uit niets gebleken is dat er daadwerkelijk overeenstemming (al dan niet op hoofdlijnen) bestond over de verkoop van het pand aan Certitudo. Op de mondelinge behandeling heeft de advocaat van Meat Plus ook toegelicht dat hij dat indertijd, toen Certitudo zich terugtrok, ook zo (juridisch) heeft getaxeerd. Daar komt nog bij dat de beheersmaatregel zich helemaal niet uitstrekte over transacties met betrekking tot het Nederlandse onroerend goed (zie punt f van de onder 3.16. weergegeven e-mail) en het hier – gelet op de stellingen van Rabobank omtrent de liquiditeitsproblemen van de later gefailleerde Certitudo - ook helemaal niet zeker was dat als er geen beheersmaatregel zou zijn opgelegd de verkoop wel doorgang zou hebben gevonden.

3.Gemiste omzet

5.25.
Meat Plus voert aan dat zij op 14 september 2022 een verzoek ontving van het Portugese Grupo Azinor om een offerte uit te brengen voor de levering van 75 40”-containers van ongeveer 1.800 ton kippenpoten. Meat Plus stelt dat zij daar in september 2022 mee aan de slag is gegaan maar er niet in slaagde om deze producten bij haar leveranciers in de Verenigde Staten aan te kopen: haar leveranciers waren terughoudend / ontwijkend. Voorheen konden US leveranciers een kredietverzekering op haar afsluiten tot ca € 600.000,= en Meat Plus ontdekte dat dat inmiddels niet meer mogelijk was. De leveranciers zelf deden geen expliciete mededelingen waarom zij terughoudend / ontwijkend waren. Ook het feit dat er geen kredietverzekering meer afgesloten kon worden werd niet expliciet door leveranciers en/of kredietverzekeraars gemeld: dat werd allemaal gaandeweg pas duidelijk. Als gevolg daarvan kon Meat Plus niet voldoen aan de aanvraag van Grupo Azinor. Grupo Azinor is daarna zelf deze producten gaan inkopen op de Amerikaanse markt. Meat Plus had drie keer eerder, in de jaren 2014, 2016 en 2018 containers kippenpoten aan Grupo Azinor geleverd. Op basis van die transacties begroot Meat Plus haar gederfde winst op circa € 3.000,= per container, dus voor 75 containers op in totaal € 226.000,=.
5.26.
De rechtbank wijst ook deze schadepost af. In september 2022 was er geen sprake meer van een beheersmaatregel: na het kortgedingvonnis van 8 augustus 2022 faciliteerde Rabobank het betalingsverkeer van Meat Plus op haar Rabobankrekening immers weer op dezelfde wijze als voor 25 november 2021. Rabobank heeft er verder op gewezen dat Meat Plus er ook voor had kunnen kiezen om deze transactie over haar Portugese bankrekening te laten lopen. Meat Plus heeft op de mondelinge behandeling weliswaar gesteld dat zij “al heel lang” geen bankrekening meer bij Banco Bic in Portugal had, maar dat verdraagt zich niet met haar eigen stelling in haar dagvaarding (onder randnummer 6.3.) dat zij “ook in Portugal vragen van haar bankier [had] gekregen”. De reden die Meat Plus geeft voor het niet kunnen aankopen van de kippenpoten – het niet kunnen afsluiten van een kredietverzekering – is met niets onderbouwd, en hoe het Meat Plus “gaandeweg” allemaal duidelijk was dat dit erachter zat, al evenmin. Meat Plus onderbouwt ook niet in hoeverre het aan Rabobank toe te rekenen is dat derden niet bereid zouden zijn een kredietverzekering op Meat Plus af te sluiten. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat Meat Plus niet aan haar stelplicht heeft voldaan, zodat er ook geen reden is om haar toe te laten tot bewijslevering op dit punt en wordt deze schadepost afgewezen.

4.Kosten van juridisch advies.

5.27.
Meat Plus stelt dat zij buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt, dat die deels zijn vergoed door haar rechtsbijstandsverzekeraar en dat er voor haar per saldo nog € 15.282,97 aan buitengerechtelijke kosten resteerde. Zij stelt verder dat zij voor al het uitzoekwerk door de accountant om Rabobank van de door haar verzochte informatie te voorzien naar schatting circa € 10.000,= is verschuldigd.
5.28.
De rechtbank wijst ook deze schadepost(en) af. Meat Plus heeft ook deze posten tegenover de betwisting door Rabobank niet voldoende onderbouwd. De advocaat van Meat Plus stelt weliswaar dat de genoemde bedragen juist zijn en dat hij daarvoor op zijn woord moet worden geloofd, maar dat is niet toereikend. In de juridische praktijk is het adagium dat een advocaat op zijn woord moet worden geloofd beperkt tot het geval waarin een advocaat zegt dat hij een bepaalde (rechts)persoon vertegenwoordigt. Een verdere strekking heeft het niet (vgl. r.o. 5.3.2. in Hof van Discipline 22 juni 2012, ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3643) Dat heeft dus geen betrekking op gevallen als hier, waarin het aan een partij zelf is om gestelde schade te onderbouwen.
Ook het argument van Meat Plus dat zij gelet op de advocaat/cliënt verhouding niet gehouden is om declaraties met specificaties van haar advocaat over te leggen, gaat niet op. Het gaat hier om gestelde schade van Meat Plus. Niet valt in te zien waarom de vertrouwelijke relatie tussen haar en advocaat in de weg zou staan aan een onderbouwing van die schade. Aan het aanbod om de declaraties en specificaties alsnog over te leggen, gaat de rechtbank voorbij: van een partij die zich beroept op schriftelijke stukken waarover zij beschikt, mag worden verlangd dat zij die uit zichzelf in het geding brengt. De rechter behoeft partijen daartoe niet in de gelegenheid te stellen (vgl. HR 9 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9204). De rechtbank ziet daartoe ook in dit geval geen aanleiding.
Abstracte schadeberekening
5.29.
Meat Plus heeft verder verzocht om op grond van artikel 6:104 BW over te gaan tot een abstracte schadeberekening, die dan zou moeten worden gebaseerd op de (koers)winsten die Rabobank zou hebben gemaakt op de door Meat Plus verrichte dollartransacties, maar daarvoor ziet de rechtbank geen aanleiding. Aan toepassing van artikel 6:104 BW komt de rechtbank ook niet toe, nu er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden dát Meat Plus enige schade heeft geleden door toedoen van Rabobank (vgl. HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1309, r.o. 3.8.). De stellingen van Meat Plus over (kwalijke) handelingen van Rabobank op de valutamarkt laat de rechtbank daarom voor wat die zijn.
Conclusie
5.30.
De conclusie is op grond van al het voorgaande dat de vordering van Meat Plus zal worden afgewezen.
5.31.
Meat Plus is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de Rabobank worden begroot op:
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
7.004,00
(2 punten × € 3.502,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
12.919,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van Meat Plus af,
6.2.
veroordeelt Meat Plus in de proceskosten van € 12.919,00, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Meat Plus niet aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. de Boer en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2025.

Voetnoten

1.Dagvaarding, randnummer 4.9.