Deze uitspraak betreft een boete opgelegd aan eiseres in verband met overtredingen van de Meststoffenwet. Eiseres, die een rundveehouderij exploiteert, is het niet eens met de opgelegde boete van € 34.965, die is gebaseerd op overtredingen van de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen en de stikstofgebruiksnorm. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, omdat de minister deels is teruggekomen op de boete. De rechtbank legt uit dat de minister op basis van een controle door de NVWA heeft vastgesteld dat eiseres in 2019 niet heeft voldaan aan de gebruiksnormen. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister, waarin de boete werd gehandhaafd. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres beoordeeld, waaronder de stelling dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met stikstofverliezen door stikstofvervluchtiging. De rechtbank concludeert dat de minister de overschrijding van de gebruiksnormen terecht heeft vastgesteld en dat er geen aanleiding is voor een extra correctie. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden, maar ziet geen aanleiding voor een verdere matiging van de boete. Uiteindelijk heeft de rechtbank de hoogte van de boete vastgesteld op € 33.165,00 en de minister veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.